Geheel gevormd door een café en winkelhuis in eclectische stijl, gebouwd in opdracht van de heer Van de Meer, naar een ontwerp door Triphon De Smet uit 1913. Het complex op de hoek van Otto Veniusstraat en Hopland, behoort tot het vroege oeuvre van de architect, winnaar van de Prijs van Rome in 1902. Vanaf omstreeks 1908 bouwde De Smet een praktijk uit in zijn geboortestad Temse, tot hij in 1918 benoemd werd tot stadsarchitect van Aalst. Naast zijn bijdrage aan het ontwerp en de bouw van de Heilig Hartkerk te Hoboken in 1910-1912, vormen de winkelhuizen Van de Meer de enige gekende realisatie van de architect te Antwerpen. De architectuur is verwant met bouwprojecten te Temse uit de jaren vóór de Eerste Wereldoorlog.
Met een totale gevelbreedte van acht traveeën, omvat het afgeschuinde en ondiepe hoekcomplex, vijf bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van witte natuursteen voor speklagen, lateien, vensterposten, lekdrempels, onderdorpels, waterlijsten, balkons, topstukken, postamenten, kraag- en dekstenen, op een pui uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst, beantwoordt de opstand aan een symmetrisch, door risalieten geritmeerd opzet. De klemtoon ligt op de hoekpartij, die vanaf de tweede verdieping is uitgewerkt als een afgeronde hoektoren, en oorspronkelijk werd bekroond door een koepelvormige helm met topstuk. Twee hoekrisalieten bekroond door een puntgevel met hoger opgetrokken postamenten en een overhoeks fioel als topstuk, markeren het gevelfront zijde Hopland. Rechthoekige houten erkers met consoles en smeedijzeren balkon accentueren de tweede verdieping. De drie tussenliggende traveeën met houten kroonlijst op consoles, attiek en een als pseudo-mansarde uitgewerkte topgeleding, worden op de derde verdieping gebundeld door een balkon met smeedijzeren borstwering. Een gelijkaardig hoekrisaliet met balkon flankeert de hoekpartij zijde Otto Veniusstraat. Geblokte begane grond met hoekportaal (café) en door pilasters geflankeerde café- en winkelpuien, overspannen door geklinknagelde ijzeren I-balken; gietijzeren tussenposten. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige of in de topgeleding rondboogvensters en drielichten, met een diamantkoppenfries of een gestileerde lambrekijn op de borstwering. Bewaard of naar bestaand model vernieuwd houten schrijnwerk; opnieuw beklede pseudo-mansarde.
Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan een café en winkel, met woonruimte op de bovenverdiepingen, telkens twee kamers per verdiep, ontsloten door in de uiterste traveeën ingeplante inkom- en traphallen.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1913#3687.