erfgoedobject

Dumontwijk

bouwkundig element
ID
302416
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302416

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Dumontwijk
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Historiek

Circa 1892 ontstaat de eigenlijke badplaats De Panne bij stichting door Pedro Bortier, tevens directeur van de Veurnse Nationale Bank, met in 1894 oprichting van de zelfstandige parochie Sint-Pieters. Pedro Bortier vat het idee op om de duinen te omzeilen en de huidige Zeelaan, die vanaf de Zeedijk landinwaarts loopt, in een sierlijke bocht achter de paraboolduinen aan te leggen, dit in tegenstelling tot andere 'verticale' verbindingen in de badplaatsen. Voor de werken doet hij beroep op een aannemer uit de streek van Rijsel, Arthur Bonzel, die in ruil een deel van de duinen in eigendom verwerft. De Zeelaan vormt de ruggengraat voor de verdere urbanistische uitbouw van de badplaats, gerealiseerd vanaf 1892 tot 1913 onder leiding van de toenmalig gerenommeerde Brusselse architect Albert Dumont, die hierbij wordt bijgestaan door de architecten Georges Hobé en Jozef Viérin.

Het aanlegplan voor de verkaveling of het zogenaamde 'nieuwe' De Panne wordt in 1902-1904 uitgetekend door zoon Alexis Dumont. Dit eerbiedigt het duinenreliëf tussen de Duinkerke- en de Zeelaan met bebouwing van losstaande duinhuizen of cottages en er wordt enkel aaneengesloten bebouwing toegestaan langs de Zeedijk, de Duinkerke-, Nieuwpoort-, Bonzel- en Zeelaan en de straten die de dijk met deze lanen verbinden. De 30 meter brede zeedijk wordt aangelegd als 'hoofdboulevard', met erlangs de bouw van enkele zeedijkhuizen, hotels en een houten casino (1905), hét centrum van het mondaine strandleven. De aan- en verkoop van gronden gebeurt via agentschappen en aannemer-landmeter J. Dumont, agent van Société civile de La Panne en van familie Calmeyn. In 1901 schakelt men de paardentram in om het station van Adinkerke te verbinden met de nieuwe badplaats De Panne. In de periode 1903-1908 bouwt men 68 villa's of duinhuizen, elf hotels en herbergen, vijftien winkels en zes werkplaatsen en garages. Tevens promoot E. Blineau, agent van een importbedrijf in Noors hout, de verkoop van houten chalets die in dertig dagen kunnen worden opgericht. In het kader van een reusachtige uitbreiding van De Panne tot aan de Franse grens rond de nieuwe schuilhaven, wordt in 1906 de oudste verkaveling westwaarts uitgebreid op de Calmeyngronden, waarbij de Duinkerkelaan in een bocht omheen de Witte Berg wordt geleid en de oost-westassen worden doorgetrokken.

Fasering van de stedenbouwkundige aanleg

De eerste urbanisatiefase van de badplaats De Panne gaat in vanaf circa 1892, dit naar ontwerp van Albert Dumont. Het betreft de gronden in eigendom van Pedro Ollevier, begrensd door de Zeedijk ten noorden, de Zeelaan ten oosten en de tijdelijke en virtuele eigendomsgrens Calmeyn-Bonzel ten westen. De - omwille van de duinvorm - paraboolvormige site omvat een vochtige 'panne' of verdiepte kom tussen de dijk en de duinheuvels die de grens vormen. In 1892 wordt de Zeelaan aangelegd als verbindingsweg tussen de Veurnestraat en het strand, op initiatief van Pedro Bortier afwijkend van het gangbare geometrisch patroon door de majestueuze 20 meter brede en deels gekasseide laan in een sierlijke bocht achter de duin Kykhill aan te leggen in plaats van deze te doorklieven. Later, bij de aanleg van de loodrecht er op aansluitende Duinkerkelaan (1933), deel van de zogenaamde Koninklijke Baan en verbindingsweg tussen verschillende kustplaatsen, wordt het T-vormige snijpunt de basis van het uit te bouwen commerciële gedeelte van de badplaats. Voor de aanleg van de Zeedijk en de dwarsstraten of 'rampen' met hun voorziene aaneengesloten bebouwing, wordt de noordelijke arm van de duin afgegraven, waardoor geen golfbrekers of dijkconstructies nodig zijn zoals elders aan de kust. Ten zuiden van de Duinkerkelaan worden de straten aangelegd volgens onregelmatig patroon met enkele noord-zuidassen tussen de duintoppen, die de loten bouwgrond met de zeedijk verbinden.

Op het aanlegplan van 1902-1904 komt de toen reeds bestaande bebouwing voor. Van de vijf rond de eeuwwisseling op de hoge duintoppen opgerichte eerste cottages, zijn er thans nog vier bewaard:

  • Beau-Séjour (Thiriarweg 3), ontworpen door architecten Albert en Alexis Dumont;
  • villa Kykhill (Hoge Duinenlaan 2A), zogenaamd naar de duin ('Kyk' of 'Kyken' = kijken; 'hille' = hoogte) en ontworpen in 1897 door architect Georges Hobé als eigen woonst;
  • Les Airelles (Visserslaan 15), door Albert Dumont gebouwd als pension;
  • de koppelvilla D'Hoge Dune-Florian (Zeekruisdoornweg 8-10).

Tussen de Thiriarweg en de Kykhillweg staat aanvankelijk nog de villa Star van de familie Thiriar, waarvan thans nog slechts enkele muurrestanten bewaard zijn in het Kykhillpark. De algemene geest van het plan van Dumont blijft doorheen de tijd, bij de realisatie, verkoop en verdere architecturale invulling van deze wijk grotendeels behouden, mede dankzij de hulp van o.m. architecten Georges Hobé en Jozef Viérin.

In een tweede fase wordt de verkaveling westwaarts uitgebreid op de Calmeyngronden, op vraag van Albert Dumont door de gemeenteraad behandeld in 1906. Dit kadert in een reusachtige uitbreiding van De Panne tot aan de Franse grens rond de nieuwe schuilhaven die ontworpen is door de staat. Hierbij wordt de Duinkerkelaan in een bocht omheen de 'Witte Berg' geleid, met westwaartse verlenging van de oost-westassen Bortier- en Dumontlaan, en aanleg van de Ernest d'Arripe- en Witteberglaan als noord-zuidas, grosso modo als spiegelbeeld van respectievelijk de Visserslaan en de Hoge Duinenlaan in de oudste verkaveling.

Na de Eerste Wereldoorlog volgen uitbreidingen ten oosten van de Zeelaan, op genivelleerde gronden van Ollevier. Architect Elle baseert zich op het plan van Dumont, maar door financiële druk zijn de percelen kleiner en is het stratenpatroon strakker. Eind jaren 1950 beslist de gemeente De Panne tot aankoop van de nog resterende stukken van de Kykhillduin, die thans, gescheiden door een weg (Hoge Duinenlaan) het gemeentelijk Kykhillpark vormen ten noorden van de Zeelaan.

Beschrijving

Stedenbouwkundig concept

In tegenstelling tot de nieuwe badplaatsprojecten daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw, zoals Nieuwpoort-Bad en Middelkerke, die het klassieke 'strakke' stedelijk concept van verkaveling in dambordpatroon hanteren geïnspireerd op de 19de-eeuwse stadsaanleg of -uitbreidingen, wijken de projecten van rond de eeuwwisseling hier grondig van af. Het stedenbouwkundig concept van de oudste verkaveling in De Panne vertoont gelijkenissen met nog elders aan de kust toegepaste verkavelingen, waarbij projectontwikkelaars befaamde architecten onder de arm nemen om de urbanisatie op gang te brengen en de nieuwe badplaatsen mee helpen gestalte te geven.

Het toerisme wordt in deze jonge badplaatsen gepromoot door het ontwerpen van pittoreske villaparken in harmonie met de natuur, gebaseerd op de toenmalige urbanistische theorieën die in het binnenland tot uiting komen in suburbane tuinwijkprojecten naar Engels model cf. de garden cities met 'cottages'.

Na zijn jarenlange werk bij de formele uitbouw van de badplaats Middelkerke, krijgt Albert Dumont de kans om in het duinrijke De Panne een meer pittoreske aanleg te realiseren, dit in combinatie met stedelijke commerciële assen als de Zeelaan, aangelegd in 1892 omheen de Kykhillduin als ruggengraat voor de verdere uitbouw, de Duinkerkelaan en de Zeedijk-'boulevard' met zijn dwarsstraten of rampes.

Enkele algemene basisprincipes die daarbij worden gevolgd, zijn :

  • het bewaren van het natuurlijk duinenlandschap en -reliëf en van de schaarse oorspronkelijke beplanting;
  • het zoveel mogelijk vermijden van rechte assen bij de stratenaanleg, zodat een gedifferentieerd wegennet met een zekere hiërarchie ontstaat;
  • het in het duinenlandschap inpassen van met bomen omzoomde en tot wandelingen uitnodigende verbindingswegen, met de nodige kronkels, bochten en zachte hellingen, waardoor ook de rust en de privacy van de bewoners worden gevrijwaard.
Het principe van de differentiatie

Kenmerkend voor de uitbouw van de Dumontwijk is dat er zowel voor het stratenpatroon, de percellering, de bebouwing als voor de functies een differentiatie wordt toegepast, zoals te zien op het oudste aanlegplan van 1902-1904. Het interne stratenpatroon is ontworpen volgens vier zones :

  • zone tussen de Zeedijk en de Duinkerkelaan, gekenmerkt door korte, brede zijstraten of rampes loodrecht op de dijk en de zee met de Witte Berg als monumentaal noordwestelijk eindpunt;
  • zone tussen de Duinkerkelaan en de Bortierlaan, met name de afgegraven noordelijke arm van de paraboolduin, voorzien van rechte, brede straten, schuin op de zee;
  • zone tussen de Bortierlaan en de Albert Dumontlaan, met name de lager gelegen "panne" met gebogen straten;
  • zone tussen de Albert Dumontlaan en de Zeelaan, met name de zuidelijke hoge flank van de paraboolduin, met smalle onregelmatige wegjes waar de natuur primordiaal is.

In het aanlegplan is er aandacht voor breedte en vorm van de straten, lengte van de secties, doorsnijding van de percelen (naargelang het reliëf), kruispunten (rechte - gebogen hoeken) en hellingsgraad van de wegen (in functie van voetgangers).

Tevens wordt er gewerkt met zichtassen en 'poort'-effecten vanaf de Zeedijk naar de landinwaarts gelegen villawijk. Een eerste zichtas biedt doorkijk vanaf de Zeedijk tot de Chalet de la Bienvenue (nu Chalet du Chien vert) op het Koning Albertplein (nummer 12), een tweede situeert zich ter hoogte van de Halmenstraat waar de zesvoudige villa Bouquet des Dunes (Bortierlaan 27-37) het perspectief afsluit en een derde perspectief is gericht op de hoek van de Visserslaan en de Hoge Duinenlaan waar de eigen woning van Albert Dumont, Villa Bleue, gelegen was (thans afgebroken en vervangen door nieuwbouw).

De differentiatie van percellering en bebouwing is op elkaar afgestemd :

  • aan de Zeedijk: rechthoekige percelen waarvan de oorspronkelijk voorziene breedte voor het oprichten van zeedijkhuizen van 8,4 meter wordt teruggebracht tot 5 à 6 meter omwille van financiële en speculatieve redenen;
  • langsheen de stedelijke assen Duinkerkelaan en Zeelaan en in de overgangszone Koning Albertplein en Bonzellaan: stedelijke perceelsstructuur voor aaneengesloten bebouwing;
  • tussen de Duinkerkelaan en de Zeelaan: rechtlijnig begrensde percelen met behoud van onregelmatige vormen en diepte loodrecht op de raaklijn met de circulatieweg, voor losstaande bebouwing van villa's of duinhuizen met omgevende tuin, opgetrokken op zekere afstand van de weg, doch langs dezelfde rooilijn.

Op basis van het voorkomen van de verschillende bebouwingsvormen kan de oudste verkaveling van De Panne bijgevolg opgesplitst worden in drie deelgebieden, met name de zeedijkzone, de stedelijke assen en de overgangszone en de pittoreske open verkaveling landinwaarts.

De functies kunnen in twee hoofdgroepen ingedeeld worden:

  • de commerciële sector en de dienstensector, die voornamelijk worden teruggedrongen naar de Zee- en Duinkerkelaan, en deels op de Zeedijk met oorspronkelijk op de hoekpercelen hotels en winkels;
  • de woonfunctie, die primeert in de lobvormige hoofdzone met opgelegde open bebouwing van charmante duinhuizen in cottagestijl.

Bijgevolg vormt de oudste verkaveling van De Panne volgens aanlegplan van 1902-1904, een samenspel én tegenstelling tussen een eerder formele geometrische aanleg voor het kleine noordelijk deel, tussen de slechts deels genivelleerde Zeedijk ten noorden en de Duinkerkelaan ten zuiden, en de pittoreske, onregelmatige open aanleg van het grootste deel ten zuiden ervan met als zuidelijke en oostelijke begrenzing de Zeelaan; het Koning Albertplein en de Bonzellaan vormen de overgangszone tussen beide.

Architecturale invulling

Algemene evolutie van de bebouwing

De oudste verkaveling van De Panne bewaart een zeer grote concentratie van waardevolle kustarchitectuur in al zijn diversiteit, die bovendien getuigt van de nieuwe woningtypes die in het kader van de ontwikkeling van de vrijetijdsarchitectuur ontstaan langs de Belgische kust. De architecturale invulling van 1) zeedijkhuizen langs de Zeedijk 2) aaneengesloten bebouwing langs de stedelijke assen Duinkerke- en Zeelaan, langs de hellingen naar de dijk toe en in de overgangszone Koning Albertplein-Bonzellaan 3) vrijstaande duinhuizen of "cottages" in de residentiële open verkaveling is bovendien sterk geïndividualiseerd door toepassing van tijdsgebonden en evoluerende bouwstijlen.

De oudste bebouwing in het voorgestelde stadsgezicht gaat terug op de beginjaren van de eind-19de-eeuwse stichting van de badplaats, waarvan slechts enkele duinhuizen bewaard bleven. Het grootste deel van de zeedijkhuizen en de vrijstaande duinhuizen gaat echter terug op de intensieve bouwperiode vanaf circa 1903 tot aan de Eerste Wereldoorlog. Vanaf het interbellum worden aan de stedelijke assen de eerste familiehotels en pensions opgetrokken met toenemend aantal bouwlagen. In deze periode primeren ook de commerciële belangen, waardoor het aantal - al dan niet vooruitspringende - winkelpuien, luifels en reclameborden toeneemt. Tevens worden de nog open kavels in de residentiële verkaveling verder bebouwd. Op een nog onbebouwd perceel aan de westzijde van de Zeelaan, ten zuiden van de Albert Dumontlaan, wordt in 1930-1932 de neoromaanse Onze-Lieve-Vrouwekerk (Zeelaan 129) gebouwd naar ontwerp van de West-Vlaamse architect Jozef Viérin in samenwerking met zijn zoon Luc, uitgevoerd door de plaatselijke aannemer Georges Demolder, met een achterin gelegen pastorie (1929) (Bortierlaan 8), waarmee de nieuwe badplaats tot volwaardige parochie wordt verheven.

Na de Tweede Wereldoorlog wordt veel van de oorspronkelijke bebouwing langs de Zeedijk, langs de stedelijke assen en - in beperkte mate - in de overgangszone afgebroken voor het optrekken van handels- appartementsgebouwen, enerzijds in functie van het opkomend massatoerisme en anderzijds voor de uitbreiding van de handelsfuncties. De open verkaveling bewaart doorheen de jaren haar residentieel karakter waar permanente bewoning gestadig toeneemt. Toch heerst ook hier de laatste jaren een zeer grote druk voor de bouw van grotere appartementvilla's of hoogbouw.


Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DW002398, Dumontwijk (CALLAERT G., 2007).
Auteurs: Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Appartementsgebouw Carlton

  • Omvat
    Appartementsgebouw in art deco

  • Omvat
    Appartementsgebouw in art nouveau

  • Omvat
    Appartementsgebouw L' Escale

  • Omvat
    Burgerhuis in art-decostijl

  • Omvat
    Burgerhuis Self Service Diana

  • Omvat
    Burgerhuizen

  • Omvat
    Burgerhuizen in eclectische stijl

  • Omvat
    Cottage

  • Omvat
    Cottage Doll

  • Omvat
    Cottage Le Nid

  • Omvat
    Cottage Rustica

  • Omvat
    Cottagevilla Chantecler

  • Omvat
    Cottagevilla L'Abri

  • Omvat
    Cottagevilla Le Clapier

  • Omvat
    Cottagevilla Suécia

  • Omvat
    Hoekhuis met winkel

  • Omvat
    Hoekhuis met winkel Veritas-Prudentia

  • Omvat
    Hoekhuis Pharmacie-Apotheek

  • Omvat
    Hotel Continental

  • Omvat
    Hotel des Bains

  • Omvat
    Hotel du Sablon

  • Omvat
    Hotel Excelsior

  • Omvat
    Huis Paul Gilson

  • Omvat
    Koning Albertplein

  • Omvat
    Kykhillweg

  • Omvat
    Meergezinswoning Le Bouquet des Dunes

  • Omvat
    Onze-Lieve-Vrouwkerk en pastorie

  • Omvat
    Thiriarweg

  • Omvat
    Tweegezinswoning Rozemarijn en Mariolijn

  • Omvat
    Villa Doudou

  • Omvat
    Villa Le Chalutier

  • Omvat
    Villa Primrose

  • Omvat
    Villa Sarah

  • Omvat
    Visserslaan

  • Omvat
    Woningen Kaatje en Poupette

  • Is deel van
    De Panne


Waarnemingen

  • Omvat
    A. Dumontlaan 5_2


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Dumontwijk [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302416 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.