Laatclassicistisch burgerhuis, volgens de bouwaanvraag uit 1808 gebouwd in opdracht van C. Stordeur. Uit het bouwdossier vallen ontwerper nog aannemer af te leiden. De verankering en het aandak met muurvlechtingen van de hoger opgetrokken twee rechter traveeën, wijzen wellicht op een traditionele kern. Vandaag is het pand opgedeeld in twee woningen.

Met een gevelbreedte van acht traveeën, omvat het ondiepe rijhuis twee tot drie (twee rechter traveeën) bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters met lekdrempel. Een eenvoudige daklijst en kroonlijst vormt de gevelbeëindiging; de drie dakkapellen met driehoekig fronton die voorkopen op het gevelontwerp zijn verdwenen. De inkomdeur in de vijfde travee, volgens het gevelontwerp hardstenen omlijsting, is oorspronkelijk; deze in de laatste travee dateert van later.