Teksten van Landhuis Devalckeneer-Pilette met tuin

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302473

Landhuis Devalckeneer-Pilette met tuin ()

Het neoclassicistisch landhuis, ook herenhuis Devalckeneer-Pilette genoemd, met omliggend domein kreeg begin 20ste eeuw zijn huidige uitzicht. Rondom het landhuis werd een informele tuin aangelegd met enkele monumentale en zeldzame bomen en een eind 19de-eeuws tuinpaviljoen.

Over de oorsprong van het landhuis, ook wel kasteeltje genoemd, langs de weg van Pepingen naar Bogaarden, is weinig bekend. Het huidige gebouw wordt begin 19de eeuw gedateerd, maar op de Ferarriskaart (1771-1775) wordt ongeveer op dezelfde plaats een huis afgebeeld. Het huis was in 1831 eigendom van Judocus Devalckeneer (volgens de oude kadastrale legger). Het vormde een 25 meter langwerpig volume, evenwijdig met de straat, vermoedelijk met symmetrische opbouw met centrale voordeur tussen twee tot risaliet uitgebouwde traveeën. Tussen het huis en de straat bevond zich een boomgaard, achter het huis was een kleine moestuin, alles samen 32 are groot.

Rond 1880 laat notaris Sylvain Devalckeneer het huis voor een eerste maal verbouwen: de risalieten verdwijnen, het gebouw wordt met 5 meter verlengd, de moestuin wordt gedeeltelijk ommuurd en de boomgaard ruimt plaats voor een 'lusthof' van 26 are. Enkele jaren later wordt de lusthof uitgebreid tot 56 are en verschijnt ook links van het huis het nog bestaande maar vervallen, eigenaardige paviljoen: een houten, torenachtige skeletbouw met vierkant grondplan en een door een balustrade omgeven plat dak, mogelijk als belvedère bedoeld. Een toegangstrap tot dit plat dak ontbrak echter.

Enkele jaren later wordt de lusthof uitgebreid tot 56 are en verschijnt ook links van het huis het nog bestaande maar vervallen, eigenaardige, witte paviljoen: een houten, torenachtige skeletbouw met vierkant grondplan en een door een balustrade omgeven plat dak, misschien als belvédère bedoeld, maar er is geen trap die toegang verleent.

Rond 1880 moeten ook de oudste bomen zijn aangeplant: de mammoetboom (Sequiadendron giganteum) voor het huis, de plataan (Platanus hispanica (x)) naast het toegangshek, de drie hoge bruine beuken (Fagus sylvatica 'atropunicea') naast het paviljoen, en misschien ook de zeldzame monumentale hazelaar met veerspletig blad (Corylus avellana 'Heterophylla') aan de rand van de moestuin achter het huis. Bij een volgende verbouwing, door het kadaster geregistreerd in 1909, krijgt het kasteeltje zijn huidig uitzicht. Het wordt 10 meter verlengd met een centraal blok onder schilddak van zes traveeën en twee bouwlagen met daarboven een blinde mezzanine, tussen twee lagere aanbouwen (zonder mezzanine). De geveldecoratie bevindt zich hoofdzakelijk aan straatzijde en bestaat uit met barok loofwerk versierde paneeltjes boven de ramen, geblokte pilasters en – bij de linker aanbouw - een terras dat ook de erker in de linker zijgevel omsluit, met daarboven een balkon op elegante smeedijzeren zuiltjes. Van uitzonderlijke kwaliteit is het siersmeedwerk van de balustrades van het balkon, het terras en de hekken (tussen geblokte pijlers), zowel aan de straatkant als aan de veldkant.

Tuinvazen, onder meer in een nis in de middentravee boven het balkon, onderstrepen de band tussen huis en tuin. Enkele fragmenten van beeldhouwwerk (onder meer een buste van de godin Flora) doen vermoeden dat het park ooit rijker was gestoffeerd.

Enkele bomen zouden met deze laatste verbouwing verbonden kunnen worden: de diverse vederesdoorns (Acer negundo), de levensbomen (Thuja plicata) bij het hek aan de veldkant, een bontbladige esdoorn (Acer pseudoplatanus 'Leopoldi'), een fijnspar (Picea abies), een zomerlinde (Tilia platyphyllos) en enkele bruinebeuken. Opmerkelijk zijn enkele ongewoon dikke exemplaren boswilg (Salix caprea K.) en een niet zo oud exemplaar van een Noorse esdoorn met bolstaand blad (Acer platanoides 'Cucullatum') aan de rand van de moestuin - momenteel gazon - achter de villa. Het domein is grotendeels omhaagd met eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna).

Merkwaardige bomen

opname 9 juni 2004 (in centimeter):

  • mamoetboom (Sequiadendron giganteum), 520;
  • bruine beuk (Fagus sylvatica 'atropunicea'), 395;
  • Noorse esdoorn met bolstaand blad (Acer platanoides 'Cucullatum'), 150;
  • boswilg (Salix caprea K.), 238;
  • hazelaar met veerspletig blad (Corylus avellana 'Heterophylla'), 130

De ruime omgeving van het landhuis, achterin gelegen ten opzichte van de straat Hoesnaek, bestaat uit akkerland en weiland afgelijnd door hagen en bomenrijen (populier en knotwilg).

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Pepingen 1882/12, 1885/13 en 1909/9 nr. 9.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oude kadastrale legger 212 Pepingen, art. 173, 517 en 1236 nrs. 5-9 en 14.
  • Onroerend erfgoed Vlaams-Brabant, Lopend archief, Pepingen, Herenhuis, Historische nota (Goeyvaerts, 1978).
  • DENEEF R. (red.) 2005: Historische tuinen en parken van Vlaanderen, Inventaris Vlaams-Brabant, Pajottenland – Zuidwestelijk Vlaams-Brabant, Bever, Dilbeek, Galmaarden, Gooik, Herne, Lennik, Liedekerke, Pepingen, Roosdaal, Sint-Pieters-Leeuw, Ternat , M&L Cahier 11, Brussel, 210.
  • VAN BELLEGHEM L., 1990: Geschiedenis van de gehuchten Hoesnaek en Wannaken te Bellingen, in Het Oude Land van Edingen en Omliggende, 18de jg., 73-77.

Deze tekst is een samenvoeging van volgende twee teksten:

  • DECLERCQ D. & PIENS J., 2015: Landhuis Devalckeneer-Pilette met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/187610 (geraadpleegd op 19 december 2018).
  • DENEEF, R., 2005: Historische Tuinen en Parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Pajottenland - Zuidwestelijk Brabant: Bever, Dilbeek, Galmaarden, Gooik, Herne, Lennik, Liedekerke, Pepingen, Roosdaal, Sint-Pieters-Leeuw, Ternat, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.

Auteurs:  Deneef, Roger; Wijnant, Jo; Piens, Joachim; Pilette, Michel; Declercq, Daan
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. & Wijnant J. & Piens J. & Pilette M. & Declercq D. 2018: Landhuis Devalckeneer-Pilette met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298462 (geraadpleegd op ).


Landhuis Devalckeneer-Pilette met tuin ()

Het neoclassicistisch landhuis, ook herenhuis Devalckeneer-Pilette genoemd, met omliggend domein kreeg rond 1900 zijn huidige uitzicht. Rondom het landhuis werd een informele tuin aangelegd met enkele monumentale en zeldzame bomen.

Over de oorsprong van het landhuis, ook wel kasteeltje genoemd, langs de weg van Pepingen naar Bogaarden, is weinig bekend. Het huidige gebouw wordt begin 19de eeuw gedateerd, maar op de Ferarriskaart (1771-1775) wordt ongeveer op dezelfde plaats een huis afgebeeld. Het huis was in 1831 eigendom van Judocus Devalckeneer (volgens de oude kadastrale legger). Het vormde een 25 meter langwerpig volume, evenwijdig met de straat, vermoedelijk met symmetrische opbouw met centrale voordeur tussen twee tot risaliet uitgebouwde traveeën. Tussen het huis en de straat bevond zich een boomgaard, achter het huis was een kleine moestuin, alles samen 32 are groot.

Rond 1880 laat notaris Sylvain Devalckeneer het huis voor een eerste maal verbouwen: de risalieten verdwijnen, het gebouw wordt met 5 meter verlengd, de moestuin wordt gedeeltelijk ommuurd en de boomgaard ruimt plaats voor een 'lusthof' van 26 are. Enkele jaren later wordt de lusthof uitgebreid tot 56 are en verschijnt ook links van het huis het nog bestaande maar vervallen, eigenaardige paviljoen: een houten, torenachtige skeletbouw met vierkant grondplan en een door een balustrade omgeven plat dak, mogelijk als belvedère bedoeld. Een toegangstrap tot dit plat dak ontbrak echter.

Rond 1880 moeten ook de oudste bomen zijn aangeplant: de mammoetboom (Sequiadendron giganteum) voor het huis, de plataan (Platanus hispanica (x)) naast het toegangshek, de drie hoge bruine beuken (Fagus sylvatica 'atropunicea') naast het paviljoen, en misschien ook de zeldzame monumentale hazelaar met veerspletig blad (Corylus avellana 'Heterophylla') aan de rand van de moestuin achter het huis.

Bij een volgende verbouwing, door het kadaster geregistreerd in 1909, krijgt het kasteeltje zijn huidig uitzicht. Het wordt 10 meter verlengd met een centraal blok onder schilddak van zes traveeën en twee bouwlagen met daarboven een blinde mezzanine, tussen twee lagere aanbouwen (zonder mezzanine). De geveldecoratie bevindt zich hoofdzakelijk aan straatzijde en bestaat uit met barok loofwerk versierde paneeltjes boven de ramen, geblokte pilasters en – bij de linker aanbouw - een terras dat ook de erker in de linker zijgevel omsluit, met daarboven een balkon op elegante smeedijzeren zuiltjes. Van uitzonderlijke kwaliteit is het siersmeedwerk van de balustrades van het balkon, het terras en de hekken (tussen geblokte pijlers), zowel aan de straatkant als aan de veldkant.

Tuinvazen, onder meer in een nis in de middentravee boven het balkon, onderstrepen de band tussen huis en tuin. Enkele fragmenten van beeldhouwwerk (onder meer een buste van de godin Flora) doen vermoeden dat het park ooit rijker was gestoffeerd.

Enkele bomen zouden met deze laatste verbouwing verbonden kunnen worden: de diverse vederesdoorns (Acer negundo), de levensbomen (Thuja plicata) bij het hek aan de veldkant, een bontbladige esdoorn (Acer pseudoplatanus 'Leopoldi'), een fijnspar (Picea abies), een zomerlinde (Tilia platyphyllos) en enkele bruinebeuken. Opmerkelijk zijn enkele ongewoon dikke exemplaren boswilg (Salix caprea K.) en een niet zo oud exemplaar van een Noorse esdoorn met bolstaand blad (Acer platanoides 'Cucullatum') aan de rand van de moestuin - momenteel gazon - achter de villa. Het domein is grotendeels omhaagd met eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna).

Merkwaardige bomen

opname 9 juni 2004 (in centimeter):

  • mamoetboom (Sequiadendron giganteum), 520;
  • bruine beuk (Fagus sylvatica 'atropunicea'), 395;
  • Noorse esdoorn met bolstaand blad (Acer platanoides 'Cucullatum'), 150;
  • boswilg (Salix caprea K.), 238;
  • hazelaar met veerspletig blad (Corylus avellana 'Heterophylla'), 130

De ruime omgeving van het landhuis, achterin gelegen ten opzichte van de straat Hoesnaek, bestaat uit akkerland en weiland afgelijnd door hagen en bomenrijen (populier en knotwilg).

  • DENEEF R. (red.) 2005: Historische tuinen en parken van Vlaanderen, Inventaris Vlaams-Brabant, Pajottenland – Zuidwestelijk Vlaams-Brabant, Bever, Dilbeek, Galmaarden, Gooik, Herne, Lennik, Liedekerke, Pepingen, Roosdaal, Sint-Pieters-Leeuw, Ternat , M&L Cahier 11, Brussel, 210.

Auteurs:  Piens, Joachim; Declercq, Daan
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Piens J. & Declercq D. 2015: Landhuis Devalckeneer-Pilette met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/187610 (geraadpleegd op ).


Domein van Het Kasteeltje ()

Domein (1 hectare 66 are) rond een landhuis dat rond 1900 zijn huidige uitzicht kreeg; de informele sierbeplanting bevindt zich hoofdzakelijk tussen het huis en de straat, de moestuin (14 are, momenteel gazon) ligt achter het huis; enkele monumentale en zeldzame bomen.

Over de oorsprong van het landhuis – ook wel 'het Kasteeltje' genoemd – langs de weg van Pepingen naar Bogaarden, 700 m ten zuidwesten van de dorpskern, is weinig bekend. In de toelichting bij het beschermingsvoorstel van 1978 wordt het begin 19de eeuw gedateerd, maar op de Ferrariskaart (1771-1775) wordt ongeveer op dezelfde plaats een huis afgebeeld. Dat het zou teruggaan tot een circa 1200 gebouwd kasteel lijkt niet zeer waarschijnlijk. Het huis was in 1831 eigendom van Judocus Devalckeneer. Het vormde een 25 meter lang blok, evenwijdig met de straat, waarschijnlijk symmetrisch, met de voordeur in het midden tussen twee tot risaliet uitgebouwde traveeën, met een boomgaard (perceel nummer 20) tussen het huis en de straat en een kleine moestuin (nummer 21) achter het huis – alles bij elkaar 32 are.

Rond 1880 laat notaris Sylvain Devalckeneer het huis voor een eerste maal verbouwen: de risalieten verdwijnen, het gebouw wordt met 5 meter verlengd, de moestuin achter het huis wordt gedeeltelijk ommuurd en de boomgaard voor het huis ruimt plaats voor een 'lusthof ' van 26 are (perceel nummer 20a).

Enkele jaren later wordt de lusthof uitgebreid tot 56 are en verschijnt ook links van het huis het nog bestaande maar vervallen, eigenaardige, witte paviljoen: een houten, torenachtige skeletbouw met vierkant grondplan en een door een balustrade omgeven plat dak, misschien als belvédère bedoeld, maar er is geen trap die toegang verleent.

Rond 1880 moeten ook de oudste bomen, die het goed van ver signaleren, zijn aangeplant: de mammoetboom (Sequoiadendron giganteum) voor het huis, de plataan (Platanus x hispanica) naast het toegangshek, de drie hoge bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea') naast het paviljoen, en misschien ook de zeldzame, monumentale hazelaar met veerspletig blad (Corylus avellana 'Heterophylla') aan de rand van de moestuin achter het huis. Bij een volgende verbouwing, door het kadaster geregistreerd in 1909, krijgt het Kasteeltje zijn huidige uitzicht – nog 10 m langer en, ondanks de witte bepleistering, wat heterogeen door de opeenvolgende verlengingen: een centraal blok onder schilddak van zes traveeën en twee bouwlagen met daarboven een blinde mezzanine, tussen twee lagere aanbouwen (zonder mezzanine). De versiering bevindt zich hoofdzakelijk aan de straatzijde: met barok loofwerk versierde paneeltjes boven de ­ramen, geblokte hoekpilasters en – bij de linker aanbouw – een terras dat ook de erker in de linker zijgevel omsluit, met daarboven een balkon op elegante smeedijzeren zuiltjes. Van uitzonderlijke kwaliteit is het siersmeedwerk van de balustrades van het balkon en het terras en van de hekken (tussen geblokte pijlers), zowel aan de straatkant als aan de veldkant. Het Kasteeltje werd in het begin van de jaren 1970 van de afbraak gered door de huidige eigenaar, die ook de gebouwen heeft gerestaureerd en de bescherming als monument heeft aangevraagd.

Tuinvazen, onder meer in een nis in de middentravee boven het balkon, onderstrepen de band tussen huis en tuin. Enkele fragmenten van beeldhouwwerk (onder meer een buste van de godin Flora) doen vermoeden dat het park ooit rijker was gestoffeerd. Enkele bomen zouden met deze laatste verbouwing verbonden kunnen worden: de diverse vederesdoorns (Acer negundo), de levensbomen (Thuja plicata) bij het hek aan de veldkant, een bontbladige esdoorn (Acer pseudoplatanus 'Leopoldii'), een fijnspar (Picea abies), een zomerlinde (Tilia platyphyllos) en enkele bruine beuken. Opmerkelijk zijn enkele ongewoon dikke exemplaren boswilg (Salix caprea) en een niet zo oud exemplaar van een Noorse esdoorn met bolstaand blad (Acer platanoides 'Cucullatum') aan de rand van de moestuin – momenteel gazon – achter de villa. Het domein is grotendeels omhaagd met eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna).

Merkwaardige bomen (stamomtrek gemeten op 150 cm hoogte. Opname in 2004.)

  • 1. mammoetboom (Sequoiadendron giganteum) 520
  • 12. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 395
  • 15. Noorse esdoorn met bolstaand blad (Acer platanoides 'Cucullatum') 150
  • 16. boswilg (Salix caprea) 238 (50)
  • 19. hazelaar met veerspletig blad (Corylus avellana 'Heterophylla') – stronk met 130 cm diameter
  • Onroerend erfgoed Vlaams-Brabant, Lopend archief, Pepingen, Herenhuis, Historische nota (Goeyvaerts, 1978).
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oude kadastrale legger 212 Pepingen, art. 173, 517 en 1236 nrs. 5-9 en 14.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Pepingen 1882/12, 1885/13 en 1909/9 nr. 9.
  • VAN BELLEGHEM L., Geschiedenis van de gehuchten Hoesnaek en Wannaken te Bellingen, in Het Oude Land van Edingen en Omliggende, 18de jg., 1990, p. 73-77.

Bron: DENEEF, R., 2005: Historische Tuinen en Parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Pajottenland - Zuidwestelijk Brabant: Bever, Dilbeek, Galmaarden, Gooik, Herne, Lennik, Liedekerke, Pepingen, Roosdaal, Sint-Pieters-Leeuw, Ternat, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs:  Deneef, Roger; Wijnant, Jo; Pilette, Michel
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. & Wijnant J. & Pilette M. 2005: Landhuis Devalckeneer-Pilette met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298461 (geraadpleegd op ).