Burgerhuis in sobere beaux-artsstijl, gebouwd naar een ontwerp door Henri Smits uit 1914. Opdrachtgever was de vrederechter Auguste Van Spilbeeck (1876-1937), die met zijn echtgenote Gabrielle, Marie Josephe Jeanne Merlin (1882-1975) tien kinderen ter wereld bracht. Het gebouw behoort tot de allerlaatste ontwerpen van de architect, die later dat jaar zou overlijden.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint en witte natuursteen voor hoekblokken, sluitstenen, lekdrempels en booglijsten. Asymmetrisch van opzet legt de compositie de klemtoon op de twee zijtraveeën, gevat in korfbooglisenen met sluit- en kraagstenen. Het vereenvoudigd uitgevoerde gevelontwerp voorzag oorspronkelijk in een bow-window op de eerste verdieping, en een gebogen pseudo-fronton met oculus als bekroning. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van korfbogige deur- en vensteropeningen, op begane grond en eerste verdieping met hanenkam, op de tweede verdieping met smeedijzeren parapet. Een klassiek hoofdgestel met gekorniste en gebogen, houten kroonlijst op modillons vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals het smeedijzeren traliewerk van het souterrain.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen omvat de begane grond de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer, veranda en terras, achteraan geflankeerd door de office; de spreekkamer en keuken met ‘monte plats’ bevinden zich in het souterrain. De eerste verdieping herbergt twee slaapkamers, een zijkamertje vooraan, een kantoor met bovenlicht en een badkamer achteraan. Drie overige kamers vormen de minder diepe tweede verdieping.