erfgoedobject

Sociale woonwijk Den Elst

bouwkundig element
ID
302482
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302482

Juridische gevolgen

Beschrijving

Sociale woonwijk met 48 woningen tussen 1965 en 1967 opgericht door de sociale huisvestingsmaatschappij Volkswoningbouw van Herent. Laat-modernistische wijk met aaneengeschakelde patiowoningen naar ontwerp van de bekende architect Paul Felix.

Bouwgeschiedenis en situering

De wijk Den Elst is gelegen ten noorden van de kern van Herent, langs weerszijden van de Tildonksesteenweg, op een terrein dat zich uitstrekt tussen de Tweebruggenstraat, de Elststraat en de Wittevrouwestraat. Het is de eerste wijk van de in 1961 opgerichte sociale huisvestingsmaatschappij Volkswoningbouw, die in de periode 1960-1980 een aantal vernieuwende wijken bouwde met gerenommeerde modernistische architecten als Paul Felix en Willy Van Der Meeren (Wijk Warotveld). Uit archiefonderzoek blijkt dat de gemeente op het terrein aanvankelijk een gewone verkaveling plande met vrijstaande woningen en een nieuwe verbindingsstraat tussen de Tildonksesteenweg en de Elststraat. Omstreeks 1962-1963 verleende Volkswoningbouw de opdracht echter aan de Oostendse architect Paul Felix en trok daarmee resoluut de kaart van het modernisme. Paul Felix speelde een belangrijke rol in de doorbraak van de moderne architectuur in Vlaanderen in de jaren 1950 en is vooral gekend van zijn klooster- en kerkenbouw. Minder bekend is dat hij ook een aantal sociale woonwijken realiseerde. In 1956-1957 ontwierp Felix een eerste bouwblok van 52 woningen in het Westerkwartier in Oostende. In de loop van 1963 volgden de plannen voor de wijk Den Elst in Herent. Hetzelfde jaar werd Felix opnieuw aangezocht door de Oostendse Haard voor het ontwerp van 42 woningen in de wijk Stene, eveneens in Oostende. De wijk Den Elst is kenmerkend voor het werk van Felix uit de jaren 1960-1970, dat sterk beïnvloed werd door de ontwikkelingen van de laat-moderne architectuur, in het bijzonder het Engelse brutalisme en het structuralisme van de architecten van Team X. Met Den Elst ontwierp Felix een van de eerste voorbeelden in Vlaanderen van autoluwe laagbouwwijken opgebouwd als een ‘tapijt’ van aaneengeschakelde patiowoningen in een groene omgeving. In hun monografie over Paul Felix roemen Geert Bekaert en Ronny De Meyer vooral de grote samenhang van het ontwerp. De bouwaanvraag – voor de bouw van 48 woningen en 36 garages – werd goedgekeurd in 1964. De wijk werd in één fase uitgevoerd vanaf 1965 en voltooid in 1967. In 1971 en 1982 werden respectievelijk acht en vier garages bijgebouwd. De woningen waren allen bestemd voor onmiddellijke verkoop (wellicht volgens het systeem van Belofte van Aankoop). In de loop van de jaren kocht Volkswoningbouw een beperkt aantal woningen terug aan voor verhuur (herinkopen).

Typering en beschrijving

Inplanting

De wijk Den Elst is gelegen langs weerszijden van de Tildonksesteenweg en is volledig opgebouwd uit patiowoningen (of tuinkamerwoningen) zonder garage, aaneengeschakeld in korte rijen van 3 tot 5 haaks op de Tildonksesteenweg (halfopen bebouwing). De woningen worden bediend door parallelle smalle insteekstraten (rijweg in asfalt met voetpaden in betontegels) die aftakken van de Tildonksesteenweg (vier langs elke kant, enkel bedoeld voor laden en lossen). De garages zijn gegroepeerd ingeplant in drie blokken aan de randen van de wijk, zodat de wijk autovrij blijft. De dato 2014 zijn de insteekstraten doorgetrokken tot aan de Tweebruggenstraat en de Wittevrouwestraat. Het oorspronkelijk aanlegplan voorzag echter in doodlopende straten, zodat de wijk volledig autovrij zou blijven; een aanleg die typerend is voor het modernistische basisprincipe van de "eenmaking van het terrein" ("l’unification du terrain" volgens Le Corbusier) waarbij een strikte scheiding van voetgangers en verkeer wordt doorgevoerd.

De woningen zijn in parallelle rijen ingeplant op een strikt modulair rooster (aan oostzijde van het terrein met ten opzichte van elkaar verschoven rijen). Alle woningen hebben een noord-zuid oriëntatie (strokenbouw), met patio en woonkamer op het zuiden en de dienstruimtes en inkom op het noorden. De rijen woningen zijn vrij ingeplant op het terrein, met de oorspronkelijke bedoeling om doorlopende groenstroken aan te leggen voor en achter de woningen, die enkel doorkruist werden door voetpaden (betontegels) naar de inkomhallen en bergingen; dit met het oog op het groene karakter en het versterken van de eenheid van de wijk (niet overal bewaard). Langs de Tweebruggenstraat bevindt zich een grote begraasde gemeenschappelijke groenruimte. Aan de Tildonksesteenweg bevindt zich ter hoogte van de garages een kleiner pleintje.

Woningtypes en architecturale vormgeving

De wijk Den Elst is opgebouwd uit twee types van patiowoningen (of tuinkamerwoningen). Het eerste type is een patiowoning van één bouwlaag onder een plat dak. Het plan is opgedeeld in twee ten opzichte van elkaar verschoven traveeën zodat in- en uitspringende volumes ontstaan. De eerste travee, die zich uitstrekt over de volledige diepte van de kavel, bevat het nachtgedeelte (3 slaapkamers en een kleine badkamer). De tweede, inspringende travee bevat achtereenvolgens de dienstruimten (keuken, wasplaats), een woonkamer, een kleine ommuurde patio begrensd door een bergplaats aan de achterzijde. De woonkamer geeft met een raampartij van vloer tot plafond uit op de patio, zodat binnen en buiten in elkaar overvloeien. Het tweede type is volledig analoog aan het eerste type, maar heeft een extra kamer in een klein kubistisch volume (eveneens onder een plat dak) op de eerste verdieping. Van de woningen van type 2 werden er 17 gebouwd. De overige woningen zijn van het type 1.

De architectuur van de woningen is gekenmerkt door een laat-modernistische vormgeving met brutalistische inslag (baksteenmodernisme). Kenmerkend voor Paul Felix zijn de heldere eenvoudige geometrie, het sober materiaalgebruik en de constructieve eerlijkheid (vormelijke expressie van materialen en constructiewijzen). De architectuur is sober - bakstenen woningen in rode baksteen onder een plat dak – en heeft een gesloten karakter. Naar de Tildonksesteenweg toe zijn de gevels volledig gesloten. Door de in- en uitspringende kubistische volumes heeft de wijk een sculpturaal karakter (driedimensionale stedenbouw) en wordt al te grote monotonie vermeden.

Typisch modernistische kenmerken zijn de zorgvuldige gevelcompositie met toepassing van smalle doorlopende bandramen gecombineerd met eenvoudige rechthoekige raamopeningen, en het fijn wit geschilderd houten schrijnwerk (slechts sporadisch bewaard). Doorgedreven brutalistische kenmerken zijn het ontbreken van rollagen en lekdorpels (druiplijsten geïntegreerd in het schrijnwerk), het toepassen van zichtbeton in de smalle dakranden en in de lateien boven de deuren. Oorspronkelijk hadden de woningen ook deels zichtbaar metselwerk in het interieur. In sommige woningen zijn de ingebouwde kastenwanden tussen keuken en woonkamer bewaard. Garages in rode baksteen, met doorlopende dakrand in zichtbeton, witgeschilderde garagepoorten.

Doorheen de jaren zijn de woningen onderhevig geweest aan talrijke aanpassingen, waardoor de uniformiteit deels verloren gegaan is. De eenheid is vooral verstoord door de sterke variatie in de aanleg van de voortuinen (soms volledig verhard), het individueel vervangen van schrijnwerk, het aanbrengen van leien op de dakvolumes. Slechts enkele woningen bleven volledig intact bewaard, zoals de woning op nummer 36. Ook de ligging langs beide zijden van de steenweg doet afbreuk aan het door de architect nagestreefde gevoel van eenheid. De volumewerking en stedenbouwkundige aanleg is echter in de hele wijk volledig bewaard.

Evaluatie

Deze wijk werd binnen de thematische inventarisatie van het sociale woningbouwpatrimonium zeer hoge tot uitzonderlijke erfgoedwaarde toegekend (top van de selectie).

Deze wijk werd binnen de thematische inventarisatie van het sociale woningbouwpatrimonium zeer hoge tot uitzonderlijke erfgoedwaarde toegekend (top van de selectie). Deze wijk heeft een stedenbouwkundige waarde als een representatief voorbeeld van de opkomst van vernieuwende wijkmodellen op het einde van de jaren 1960. Ze heeft architecturale waarde omwille van de verzorgde laat-modernistische vormgeving en in het bijzonder als een werk van Paul Felix. De wijk heeft ook een historische waarde als een van de vroegste voorbeelden in Vlaanderen van dense laagbouwwijken met vernieuwende woningtypes (patiowoningen). Tot slot heeft ze een hoge ensemblewaarde door de afstemming van architectuur, stedenbouw en groenaanleg in een totaalontwerp (deels verloren). Elementen die bijdragen tot deze erfgoedwaarde zijn de circulatiepatronen (rijwegen en voetgangerswegen), de inplanting van de architecturale volumes ten opzichte van elkaar. Wat de architectuur betreft is de uniformiteit van belang, de schaal (laagbouw), het silhouet, de volumewerking, de gevelcompositie, het coloriet en de materialiteit (baksteen).

  • Gemeentearchief Herent, dienst stedenbouw, dossier H/1964/93.
  • Onroerend Erfgoed, Archief Inventaris sociale woningbouwpatrimonium (2011-2016), Sitenaam HERENT_WIJK_DEN_ELST_2351.
  • Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, Dienst Onroerende Transacties, registratiefiches, SHM 2351, Herent, Wijk Den Elst, Tildonksesteenweg.
  • Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, Patrimoniumdatabank.
  • BEKAERT G. & STRAUVEN F. 1971: Bouwen in België 1945-1970, Brussel, 311.
  • BEKAERT G. & DE MEYER R. 1981: Paul Felix: 1913 architectuur 1981, Tielt, 61, documentatie 1963, 183.

Auteurs: Van Herck, Karina
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sociale woonwijk Den Elst [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302482 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.