Vossekouter (beknopt) ()

Het gebied de Vossekouter, met een oppervlakte van 53,76 hectare, strekt zich uit over de zuidoostelijke rand van Huldenberg (op de grens met Overijse) en bevindt zich op het Brabants leemplateau. Het gaat om een kouter met aan de rand van het plateau bossen. De Vossebeek ontspringt in het zuidoostelijk deel van dit gebied. Omwille van de aanwezigheid van hellingbossen en een centraal in het landschap gelegen holle weg (noordwest-zuidoost georiënteerd) met een specifieke begroeiing heeft dit gebied een hoge esthetische, botanische en geomorfologische waarde.

Fysische geografie

De Vossekouter bevindt zich op een zuidoost-gerichte erosiehelling op een laag behorende tot de Formatie van Brussel die dagzoomt op de plaatsen die op de bodemkaart worden weergegeven als een complex van (lemige) zandgronden (bodemtypes A-L en S-Z) of die op geringe diepte aanwezig is (bodemtype sLba, droge zandleembodem met textuur B horizont). Het grootste deel van de bebossing bevindt zich op deze gronden. Het gaat voornamelijk om gemengd bos, met verspreid enkele percelen loof- en naaldbos. De helling wordt doorsneden door de vertakte vallei van de Vossebeek (Abp, gronden op leem of Lbp, gronden op zandleem) die op de Lane (een bijrivier van de Dijle) toeloopt. Het bovenste deel van deze vallei wordt ingenomen door akkerland of wisselweide, de benedenloop door vochtig grasland. De holle weg Zandbergstraat, met een gemiddelde diepte van vijftien tot twintig meter, sluit aan op dit valleienpatroon. In het bovenste gedeelte is deze weg praktisch onberijdbaar omwille van de aanwezigheid van een circa 50 meter diepe erosiegeul. In het laagste gedeelte ervan bevindt zich een dik pakket (zand)leem.

Floristisch verschillen de bossen langs de Vossekouter weinig van de andere bossen op het Brabants leemplateau. Wellicht mag dit gebied, omwille van de aanwezigheid van een holle weg en braakliggende gronden, iets rijker genoemd worden dan andere bossen in de omgeving. De begroeiing van de holle weg is bijzonder waardevol.

De bebossing kan als volgt getypeerd worden: lorkaanplantingen (Larix), aanplantingen van grove den (Pinus sylvestris), hakhoutbossen met gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), zomereik (Quercus robur), Amerikaanse eik (Quercus rubra), tamme kastanje (Castanea sativa) en - opvallend weinig - Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina).

Verspreid liggen grazige braakterreinen die doorgaans onder te brengen zijn in het glanshaververbond en waarvan er één, ten zuiden van de Vossebeek, opvalt door een overvloedige groeiplaats van grote bevernel (Pimpinella major).

Cultuurhistorisch landschap

Op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) is de bebossing van dit gebied beperkt tot twee hellingbosjes op de zuiderhelling van de kouter en een hellingbosje in het noordoosten. Langs de Vossebeek bevinden zich een zestal gebouwen, een zevende gebouw staat op het heuveltje aan het zuidelijke uiteinde van de holle weg. Dit heuveltje zou op de aanwezigheid van “een eigenaardige ronde mottevorm met middenin een rest van een verdwenen hof” wijzen. Op de kaart van Vandermaelen (1846-1854) is het westelijk bosje verdwenen, net als het hellingbos in het noordoosten. Een kaart van het Militair Cartografisch Instituut uit 1908 geeft nagenoeg dezelfde toestand weer wat betreft de bebossing. De gebouwen langs de Vossebeek zijn, op twee gebouwen na, verdwenen. Langs de zijde van de Laan is de laatste 100 jaar bewoning gekomen. De steilste hellingen die na Ferraris werden ontbost, zijn na 1948 herbebost. De topografische kaart van 1970 geeft immers de zuiderflank van de kouter als volledig bebost weer. Hetzelfde geldt voor de hellingen ten noordoosten van de holle weg. Langs de Vossebeek is elk spoor van bewoning verdwenen. Alleen de graftjes en terrassen herinneren aan vroegere bewoning. Op de huidige topokaart bevinden zich enkele gebouwen aan het uiteinde van de holle weg, waar deze uitkomt op de Zavelstraat.

  • Centrale Archeologische Inventaris, ID 1330 Site met walgracht.
  • Relictzone ‘Interfluvium van Laan en IJse’. Landschapsatlas, R20090, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel, 2001.
  • De Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden van Jozef Jean François de Ferraris, opgesteld tussen 1770-1778, schaal 1:11.520.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven tussen 1846-1854, schaal 1:20 000.
  • Topografische kaarten van België, Krijgsdepot: Eerste editie uitgegeven tussen 1865-1880, schaal 1:20.000. Herziening, Militair Cartografisch Instituut: tweede uitgave, 1880-1884, derde uitgave 1889-1900 en herziening derde uitgave 1900-1930, schaal 1:20.000.
  • Kaart van België, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven tussen 1949-1970, schaal 1:25.000.
  • Topografische basiskaart numerieke reeks, Nationaal Geografisch Instituut, uitgegeven in 2009, schaal 1:10.000.

Auteurs:  Deneef, Roger; Cox, Lise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vossekouter [online], https://id.erfgoed.net/teksten/192627 (geraadpleegd op ).


Vossekouter beschermingsdossier ()

Het gebied de Vossekouter, met een oppervlakte van 53,76 hectare, strekt zich uit over de zuidoostelijke rand van Huldenberg (op de grens met Overijse) en bevindt zich op het Brabants leemplateau. Het gaat om een kouter met aan de rand van het plateau bossen. De Vossebeek ontspringt in het zuidoostelijk deel van dit gebied. Omwille van de aanwezigheid van hellingbossen en een centraal in het landschap gelegen holle weg (noordwest-zuidoost georiënteerd) met een specifieke begroeiing heeft dit gebied een hoge esthetische, botanische en geomorfologische waarde.

Fysische geografie

De Vossekouter bevindt zich op een zuidoost-gerichte erosiehelling op een laag behorende tot de Formatie van Brussel die dagzoomt op de plaatsen die op de bodemkaart worden weergegeven als een complex van (lemige) zandgronden (bodemtypes A-L en S-Z) of die op geringe diepte aanwezig is (bodemtype sLba, droge zandleembodem met textuur B horizont). Het grootste deel van de bebossing bevindt zich op deze gronden. Het gaat voornamelijk om gemengd bos, met verspreid enkele percelen loof- en naaldbos. De helling wordt doorsneden door de vertakte vallei van de Vossebeek (Abp, gronden op leem of Lbp, gronden op zandleem) die op de Lane (een bijrivier van de Dijle) toeloopt. Het bovenste deel van deze vallei wordt ingenomen door akkerland of wisselweide, de benedenloop door vochtig grasland. De holle weg Zandbergstraat, met een gemiddelde diepte van vijftien tot twintig meter, sluit aan op dit valleienpatroon. In het bovenste gedeelte is deze weg praktisch onberijdbaar omwille van de aanwezigheid van een circa 50 meter diepe erosiegeul. In het laagste gedeelte ervan bevindt zich een dik pakket (zand)leem.

Floristisch verschillen de bossen langs de Vossekouter weinig van de andere bossen op het Brabants leemplateau. Wellicht mag dit gebied, omwille van de aanwezigheid van een holle weg en braakliggende gronden, iets rijker genoemd worden dan andere bossen in de omgeving. De begroeiing van de holle weg bestaat hoofdzakelijk uit gewone acacia (Robinia pseudoacacia), ruwe iep (Ulmus glabra), brede stekelvaren (Dryopteris dilatata), mannetjesvaren (Dryopteris filix-mas), bosanemoon (Anemone nemorosa), robertskruid (Geranium robertianum), klimop (Hedera helix) en gewoon struisgras (Agrostis tenuis). In mindere mate komen ook zomereik (Quercus robur) hazelaar (Corylus avellana), zoete kers (Prunus avium), kardinaalsmuts (Euonymus) en muskuskruid (Adoxa moschatellina) voor. De randen langs de veldzijde bestaan meestal uit struwelen met sleedoorn (Prunus spinosa) en heggenrank (Bryonia dioica).

De bebossing kan als volgt getypeerd worden:

  • lorkaanplantingen (Larix) met eventueel enkele kentaxa van het verbond van zomer- (Quercus robur) en wintereik (Quercus petraea).
  • aanplantingen van grove den (Pinus sylvestris) met eventueel enkele kentaxa van het verbond van zomer- (Quercus robur) en wintereik (Quercus petraea).
  • hakhoutbossen met gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), zomereik (Quercus robur), Amerikaanse eik (Quercus rubra), tamme kastanje (Castanea sativa) en - opvallend weinig - Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina).

Verspreid liggen grazige braakterreinen die doorgaans onder te brengen zijn in het glanshaververbond en waarvan er één, ten zuiden van de Vossebeek, opvalt door een overvloedige groeiplaats van grote bevernel (Pimpinella major).

Cultuurhistorisch landschap

Op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) is de bebossing van dit gebied beperkt tot twee hellingbosjes op de zuiderhelling van de kouter en een hellingbosje in het noordoosten. Langs de Vossebeek bevinden zich een zestal gebouwen, een zevende gebouw staat op het heuveltje aan het zuidelijke uiteinde van de holle weg. Dit heuveltje zou op de aanwezigheid van “een eigenaardige ronde mottevorm met middenin een rest van een verdwenen hof” wijzen. Op de kaart van Vandermaelen (1846-1854) is het westelijk bosje verdwenen, net als het hellingbos in het noordoosten. Een kaart van het Militair Cartografisch Instituut uit 1908 geeft nagenoeg dezelfde toestand weer wat betreft de bebossing. De gebouwen langs de Vossebeek zijn, op twee gebouwen na, verdwenen. Langs de zijde van de Laan is de laatste 100 jaar bewoning gekomen. De steilste hellingen die na Ferraris werden ontbost, zijn na 1948 herbebost. De topografische kaart van 1970 geeft immers de zuiderflank van de kouter als volledig bebost weer. Hetzelfde geldt voor de hellingen ten noordoosten van de holle weg. Langs de Vossebeek is elk spoor van bewoning verdwenen. Alleen de graftjes en terrassen herinneren aan vroegere bewoning. Op de huidige topokaart bevinden zich enkele gebouwen aan het uiteinde van de holle weg, waar deze uitkomt op de Zavelstraat.

  • Centrale Archeologische Inventaris, ID 1330 Site met walgracht.
  • Relictzone ‘Interfluvium van Laan en IJse’. Landschapsatlas, R20090, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel, 2001.
  • De Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden van Jozef Jean François de Ferraris, opgesteld tussen 1770-1778, schaal 1:11.520.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven tussen 1846-1854, schaal 1:20 000.
  • Topografische kaarten van België, Krijgsdepot: Eerste editie uitgegeven tussen 1865-1880, schaal 1:20.000. Herziening, Militair Cartografisch Instituut: tweede uitgave, 1880-1884, derde uitgave 1889-1900 en herziening derde uitgave 1900-1930, schaal 1:20.000.
  • Kaart van België, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven tussen 1949-1970, schaal 1:25.000.
  • Topografische basiskaart numerieke reeks, Nationaal Geografisch Instituut, uitgegeven in 2009, schaal 1:10.000.

Bron: Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, Beschermingsdossier DB000563, De Vossekouter (DENEEF,R.)
Auteurs:  Deneef, Roger; Cox, Lise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vossekouter [online], https://id.erfgoed.net/teksten/149061 (geraadpleegd op ).