is deel van de aanduiding als beschermd monument Knotbomen en een deel van de straat
Deze bescherming is geldig sinds
Ten zuiden van de dorpskern van Kapellen ligt een weiland met dertien opmerkelijke knotbomen. Deze hoger gelegen locatie is historisch bekend als de Drogeweide. Het betreft acht zomereiken (Quercus robur), en twee knotwilgen (Salix sp.)langsheen de Bergeveldstraat. Deze knotbomen zijn beeldbepalend, vooral omwille van hun hoogte en representatieve groeivorm. De grootste knoteik heeft een stamomtrek van 3,21 meter op 1,50 meter hoogte gemeten en bij de grootste knotwilg 2,89 meter. Lager in het weiland staan nog drie knotessen.
Op historisch kaartmateriaal is het perceel waarop de knotbomen staan reeds goed herkenbaar. Tijdens de 18de eeuw grensde het perceel aan een boscomplex. Vermoedelijk was het perceel toen al een weiland omdat het toponiem Drogeweide al in 1783 geattesteerd is. Alleszins is het perceel op de topografische kaart van 1864 duidelijk herkenbaar als weiland te midden van de akkers. Het weiland is afgezoomd met een beplante aarden wal. Zowel het weiland als de houtwal is terug te vinden op alle topografische kaarten tot 1970. Van deze houtwal is vandaag weinig bewaard. Enkel langsheen de Bergeveldstraat staan de knotbomen nog op een deel van deze wal.
Doorheen de geschiedenis is er bij knotbomen een evolutie in de soortkeuze te onderscheiden. Algemeen wordt aangenomen dat zomereik (Quercus robur) al het langst in gebruik is als knotboomsoort. Later werd gewone es (Fraxinus exelsior) een populaire knotboom en pas daarna werd er overgeschakeld op wilg (Salix sp.). Het samen voorkomen van deze drie soorten op de Drogeweide is bijgevolg erg opvallend. Het knotten van bomen was vroeger een wijdverspreide snoeivorm. Deze beheervorm raakte in onbruik, waardoor veel knotbomen de laatste decennia uit het landschap verdwenen. Knotbomen voorzagen de lokale gemeenschap van onder andere rijshout, geriefhout, brandhout of loofvoedering en werden meestal langs perceelranden aangeplant, wat ook hier het geval is.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.01/24137/110.1, Houtig erfgoed Vlaams-Brabant, fase A.2, nr.14
Auteurs: Van Ormelingen, Jan
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)