erfgoedobject

Pommelsven

landschappelijk element
ID
302511
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302511

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd cultuurhistorisch landschap Pommelsven
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Het Pommelsven (circa 10,35 hectare groot), ten oosten van het centrum van Keerbergen, is een vochtig heidegebied met aan de noord- en westzijden dennenbestanden. Dit gebied is een relict van het heide- en dennenbossencomplex dat vroeger het grootste gedeelte van de duinenrij tussen Mechelen en Aarschot aan de noordrand van de Vlaamse Vallei bedekte. Van het duinenlandschap dat zich vanaf Bonheiden over Rijmenam en Keerbergen uitstrekte tot aan Tremelo, soms de Brabantse Kempen genoemd, zijn slechts enkele relicten overgebleven: de Kruisheide en het Pommelsven te Keerbergen en de Bolloheide te Tremelo, op de oostelijke uitloper van de duinenrij. De overige delen van deze duinen werden vanaf het interbellum omgezet naar uitgestrekte residentiële verkavelingen.

De omgeving van Keerbergen ligt in de Zuiderkempen en behoort tot een gebied van rivierduinen ten noorden van de Dijlevallei. Het Pommelsven bevindt zich aan de noordrand van de stuifzandgordel Rijmenam-Keerbergen-Tremelo. Deze holocene stuifzandrug werd gevormd door verstuivingen van zandig materiaal vanuit de Vlaamse Vallei. Verstuivingen op de zandrug zelf zouden meer recent het gevolg van ontbossingen en intensief gebruik van de heide door de mens kunnen geweest zijn. Op de bodemkaart van 1960 is dit gebied ingetekend als "niet gedifferentieerde terreinen waarin (lemig-) zandgronden van verschillende profielontwikkeling en draineringsklasse voorkomen", meestal "podzolen, bruine podzolachtige bodems en regosols die geheel of gedeeltelijk geërodeerd zijn of met stuifzand overdekt werden". Verder wordt het Pommelsven op deze bodemkaart nog beschreven als "een golvend duinlandschap met dennenbossen, heidevelden met winddennen en berkengroepjes" waar "in de nabijheid van de duinen [...] de gronden bewerkt [worden] en [...] al dan niet geplagd".

Op een meer recente bodemkaart (2001) is het gebied in het zuiden als landduin (bodemtype X, duingrond) en in het noorden als een droge zandbodem met dikke antropogene humus A-horizont of plaggenbodem weergegeven (bodemtypes Sbm in het noordoosten en Zbm in het noordwesten). Het bodemgebruik varieert van een natte, venig-zandige depressie met een sterk wisselende waterstand en een hoofdzakelijk open, heideachtige vegetatie in het zuidwesten over droge, beboste zandgronden op de hoger gelegen gedeelten tot plaggenbodems langs de noordrand van het beschermde gebied.

De kabinetskaart van de Ferraris (1770 en 1778) toont duidelijk aan dat het oorspronkelijke eiken (Quercus)- en beukenbos (Fagus) in dit gebied tijdens de tweede helft van de 18de eeuw verdween en door heide vervangen werd. Tijdens de tweede helft van de 19de eeuw werden de armere bodems beplant met dennenbomen (Pinus), bedoeld voor de houtproductie.

Ondanks de beperkte oppervlakte herbergt het Pommelsven een zeldzame plantengroei. In het laagste gedeelte komt klokjesgentiaan (Gentiana pneumonanthe) overvloedig voor, samen met pijpestrootje (Molinia caerulea), gewone zegge (Carex nigra), knolrus (Juncus bulbosus bulbosus) en sporadisch ook opslag van geoorde wilg (Salix aurita). Op de hoger gelegen, zwak hellende gedeelten bestaat de vegetatie uit dopheide (Erica tetralix) en trekrus (Juncus squarrosus). Hogerop domineert struikheide (Callun vulgaris) of opslag met soorten uit het eiken- (Quercus) en berkenbos (Betula). Opmerkelijk is de aanwezigheid van rankende helmbloem (Corydalis claviculata), algemeen als een zeldzame soort aangewezen, maar in de Brabantse Kempen soms (en hoe langer hoe meer) voorkomend aan de rand van dennenbossen. Trekrus en klokjesgentiaan zijn soorten waarvan het areaal grotendeels overeenstemt met het Kempens district. Het feit dat deze soorten in het Pommelsven aan de uiterste zuidrand van hun areaal voorkomen in een bijna volledig verdwenen milieu heeft een bijzondere geobotanische betekenis. Op de plaggenbodems aan de noordelijke rand van het gebied komen enkele weidepercelen voor.

  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • BAEYENS L. & SCHEYS G. 1960: Bodemkaart van België: Verklarende tekst bij het kaartblad 59E Heist-op-den-Berg, 13.
  • BOON M.F. 1925: Herborisation de la Société Royale de Botanique de Belgique le dimanche 6 juillet 1924 en Campine brabançonne, Bulletin de la Société Royale de Botanique de Belgique 57, 196-198.
  • CASIER E., MICHIELS M., MARCHAND P. & NYS R.: Atlas van de beschermde natuurgebieden van Vlaanderen, Brussel.
  • DE LANGHE J.E. et alii 1988: Flora van België, het Groothertogdom Luxemburg, Noord Frankrijk en de aangrenzende gebieden. Pteridofyten en spermatofyten, Meise.
  • VAN OVERSTRAETEN J. & GERITS J. 1985: Gids voor Vlaanderen, Antwerpen.
  • VAN ROMPAEY E. & DELVOSALLEL 1979:Atlas van de Belgische en Luxemburgse flora - Pteridofyten en spermatofyten, Meise.

Bron: Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, Digitaal beschermingsdossier DB002101, Pommelsven.
Auteurs: Deneef, Roger
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pommelsven [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302511 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.