Teksten van Bejaardenhof Den Horst

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302528

Bejaardenhof Den Horst ()

Brutalistisch ensemble van tien bejaardenwoningen en een clubhuis ontworpen door Carli Vanhout in samenwerking met Paul Schellekens, oorspronkelijk met een groenaanleg van Henri (Rik) Carlier (niet bewaard).

Bouwgeschiedenis en context

De bejaardenwoningen en clubhuis Den Horst werden in opdracht van de Turnhoutse Maatschappij voor de Huisvesting ontworpen door Carli Vanhout, waarschijnlijk in samenwerking met Paul Schellekens met wie hij zich in 1965 officieel zou associëren. Ze werden tussen 1962 en 1964 opgetrokken op een terrein ten zuiden van de Steenweg op Oosthoven vlak naast de Parochiekerk van het Goddelijk Kind Jezus (het Groeningeplein, heden Goedendagstraat). Het kleine bejaardenhof werd gebouwd als laatste fase van een ruimere wijk met eengezinswoningen die een jaar eerder werd opgetrokken aan de Hogestraat en de Goedendagstraat (33 koopwoningen en acht huurwoningen). Deze werd eveneens ontworpen door Carli Vanhout en Paul Schellekens, echter in een veel minder vernieuwende vormgeving (niet opgenomen in de afbakening).

Het bejaardenhof De Horst is kenmerkend voor de overgang naar de uitgesproken brutalistische stijl dat het oeuvre van Vanhout, onder invloed van de samenwerking met Schellekens, doormaakt in de jaren 1960. Vanaf 1963 hanteerden Vanhout en Schellekens een eigen versie van het brutalisme, dat vooral is geïnspireerd op het late werk van Le Corbusier zoals Les Maisons Jaoul (1951). Kenmerkend voor het werk van Vanhout en Schellekens is ook het streven naar een totaalontwerp, waarin woningen, groenaanleg en inrichting van de buitenruimte (inclusief zitbanken) een onlosmakelijke eenheid vormen. Net als in andere projecten werkten ze voor Den Horst samen met tuinarchitect Henri (Rik) Carlier. In 2015 werd de buitenaanleg echter ingrijpend gewijzigd waardoor de erfgoedwaarde van het geheel deels verloren ging.

Beschrijving en typering

Het bejaardenhof Den Horst is opgebouwd uit tien bakstenen bungalows van één bouwlaag onder een plat dak en een clubhuis (eveneens één bouwlaag onder plat dak); twee keer vier geschrankte bungalows (zaagtand) en twee vrijstaande bungalows, gegroepeerd rondom het centraal geplaatste clubhuis. De bungalows zijn allen van hetzelfde type en ingeplant met dezelfde oriëntatie (woonkamer met terras op het zuiden). Volgens de bouwplannen zijn de bungalows opgebouwd uit een travee met inkom en dienstzones (berging, keuken en badkamer) en een travee met woonkamer en slaapkamer. De plaatsing van de ramen in de gevels vloeit voort uit de interne indeling: de woonkamer opent met een groot raam (tot aan het plafond) op de buitenruimte, de slaapkamer is voorzien van een smal verticaal raam, de dienstruimtes van hoog geplaatst bandramen. Het oorspronkelijk donker gekleurd houten schrijnwerk is overal vervangen door wit PVC.

Opmerkelijk is de aanleg van zowel bungalows als buitenruimte op een orthogonaal raster. Door de hoge dichtheid en het geschrankt en schuin ten opzichte van de straat plaatsen van de bungalows ontstaat een aaneenschakeling van besloten pleintjes (in 2015 heraangelegd), die ook worden afgebakend door in de buitenruimte doorlopende zijgevels (vooral aan het clublokaal). Buitenaanleg oorspronkelijk met betontegels, grasperken, struikengroepen en bomen als accenten (grotendeels verdwenen).

De architecturale vormgeving van de bungalows is uitgesproken brutalistisch, met als kenmerkende elementen het gebruik van donkere zichtbare baksteen, diep in de gevel liggende ramen, muren zonder dekstenen en zonder rollaag, ruw bekist zichtbeton voor de doorlopende dakranden. Geïnspireerd op de late architectuur van Le Corbusier zijn de uitkragende blokjes in zichtbeton die een functie hebben: als lichtarmatuur (aan de tuinmuren), als spuwers, als bank (aan de voorgevel), als plantenbak (naast de voordeur). Zowel bouwvolumes als details zijn blokmatig, zodat een kubistische indruk ontstaat.

Evaluatie

In 2015 werd de geheelwaarde van het bejaardenhof zwaar aangetast door de heraanleg van de buitenruimte, die geen rekening houdt met de materialiteit van de woningen en de oorspronkelijke organisatie van de buitenruimte. De bejaardenwoningen hebben hun architecturale en stedenbouwkundige waarde, die in die tijd zeer vernieuwend was, echter behouden.

De koop- en huurwoningen aan Hogestraat en de Goedendagstraat werden geen erfgoedwaarde toegekend aangezien de eenheid van de gevels door individuele aanpassingen van schrijnwerk onvoldoende bewaard is.

  • Onroerend Erfgoed, Archief Inventaris sociale woningbouwpatrimonium (2011-2016), Sitenaam TURNHOUT_WIJK_DEN_HORST_1290.
  • DE BONT Y., 1995 100 jaar wonen in Turnhout. Architectuur van 1895 tot 1995, Zellik, 75.
  • DE BONT Y. & STRAUVEN F.,(red.) 2012 Architectuur in de golden sixties. De Turnhoutse School, Tielt.

Auteurs:  Van Herck, Karina
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Van Herck K. 2016: Bejaardenhof Den Horst [online], https://id.erfgoed.net/teksten/192962 (geraadpleegd op ).


Bejaardenwoningen ()

Concentratie van bejaardenwoningen met clubhuis, gelegen aan de westzijde van een recente, pleinvormige straat (Groeningeplein) ten zuiden van de Steenweg op Oosthoven, vlak achter de kerk.

Gebouwd door de Turnhoutse Maatschappij voor Huisvesting, 1962, naar ontwerp van architect C. Vanhout; vermeldenswaardige facetten zijn de geschrankte inplanting, de eenvoud en intimiteit van het geheel, de vernieuwende, blokmatige vormgeving en het materiaalgebruik, met name donkere baksteen en veel zichtbaar beton, dat het brutalisme van deze jaren typeert.

  • DE BONT Y., 1995 100 jaar wonen in Turnhout. Architectuur van 1895 tot 1995, Zellik, 75.

Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 1997: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Turnhout, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & De Sadeleer S. 1997: Bejaardenhof Den Horst [online], https://id.erfgoed.net/teksten/192524 (geraadpleegd op ).