Deze grote burgerwoning werd in 1923 getekend door aannemer Jules Daems in opdracht van Frans Termonia-Vissers, die toen woonde in Antwerpen op de Sint-Aldegondiskaai 50. Acht jaar later zou Termonia een opvallende, rijkelijke woning laten bouwen op nummer 277.

De woning heeft een ruime voortuin, waarvan de originele afsluiting is bewaard: tussen bakstenen pijlers is een smeedijzeren hek gevat.

Aannemer Daems koos voor deze woning een verzorgde, maar weinig eigentijdse aanpak, in materiaalgebruik teruggrijpend naar de bak- en zandsteenstijl: in de rode bakstenen voorgevel op hardstenen plint, wordt natuursteen verwerkt voor speklagen, kozijnen en negkettingen. De woning heeft de conventionele enkelhuisopbouw, met een smalle deurtravee en een brede venstertravee met driezijdige erker. De woning telt drie bouwlagen onder plat dak, waarvan de bovenste als mansarde uitgewerkt is met leien dakschild met houten dakvenster in de deurtravee en bakstenen lijstgevel in de brede venstertravee, beide door een houten kroonlijst op klossen afgewerkt. De muuropeningen zijn allemaal rechthoekig, maar variëren verder in vorm en afwerking. Voordeur met rechte natuurstenen latei tussen deur en bovenlicht; bewaard schrijn- en smeedwerk. Boven de deur een smal rechthoekig venster met eenzelfde natuurstenen latei. Tussen deur en venster is een natuurstenen, sokkelvormig ornament geplaatst. Op de begane grond is de erker geopend door vier smalle vensters; boven door een variante op het traditionele kruiskozijn. De twee onderste bouwlagen zijn afgelijnd door een natuurstenen, geribde kroonlijst, waarboven zich de mansardeverdieping ontvouwt. In de brede venstertravee bevat de mansardeverdieping twee deurvensters met balkon, waarvoor een balkon met gekrulde smeedijzeren balkonleuning tussen bakstenen pijlers. Het originele schrijnwerk van de ramen is vervangen; het werd gekenmerkt door een fijne houten roedeverdeling.

Klassieke, sinds de 19de eeuw voor de stedelijke burgerwoning gebruikte enkelhuisindeling, met in de smalle deurtravee gang met trappenhuis, waarachter in de smallere achterbouw een "office" en keuken werden voorzien. In de brede venstertravee de sinds de 19de eeuw in burgerhuizen gangbare enfilade van salon, eetkamer en veranda. Op de eerste verdieping, drie slaapkamers en een toilet op de overloop; op de mansarde twee slaapkamers. De woning is volledig onderkelderd.