Grote art-decoburgerwoning, in 1925 ontworpen door Raymond Ceurvorst voor J.B. Snaps uit Sint-Niklaas en in 1931 grondig aangepast door John Van Zeeland voor de toenmalige eigenaar G. Charles uit de Sint-Jorisvest 32 in Antwerpen. Bij de verbouwingen werd de woning vergroot en kreeg de voorgevel haar huidige art-decokarakter. Typerend voor dit gedeelte van de Turnhoutsebaan is de lange, smalle voortuin, waarvan de afsluiting werd vernieuwd.
Smalle half vrijstaande burgerwoning van één brede travee en twee en een halve bouwlaag onder platte bedaking. De woning is in de lengte van het perceel uitgebouwd, met achter het hoofdgebouw een lange, lagere uitbouw van een viertal traveeën.
Het ontwerp uit 1925 van Ceurvorst toont een woning met een puntgevel in een vrij conventionele bouwstijl, en een lage achterbouw. De conventionele gevelcompositie in combinatie met een discrete, conventionele art-deco-ornamentatie typeert het werk van Ceurvorst in de jaren 1920.
Van Zeeland vergroot de woning aanzienlijk in 1931, met een halve bouwlaag extra op de voorbouw, en een verdieping op de achterbouw. Hij markeert zijn toevoegingen met een duidelijke art-decostempel. Waar we Van Zeeland vooral kennen van zijn zeer vooruitstrevende modernistische ontwerpen in het interbellum, bouwt hij hier verder aan de ingetogen, voorzichtige stijl van Ceurvorst. De voorgevel wordt bekroond door een gecementeerde geveltop met fronton, versierd met bloemenkransen in art deco. Dezelfde decoratie wordt herhaald in het brede dakvenster van de mansarde in de zijgevel. De driezijdige erker van het gelijkvloers werd doorgetrokken op de verdieping en bovenaan bekroond door een ijzeren balkonleuning in dezelfde stijl. Van Zeeland besteedt ook aandacht aan de uitbreiding van de achterbouw, waar het bureel verlicht wordt door een driezijdige erker.
De woning heeft gevels in verzorgde rode baksteenbouw op een lage hardstenen plint, met decoratieve gecementeerde velden. Horizontale banden worden gecombineerd met verticale elementen zoals de als pilasters uitgewerkte velden die de voorgevel afzomen en de met siermetselwerk gemarkeerde schoorsteen in de achterbouw. Omdat de smalle voorgevel volledig ingenomen wordt door de driezijdige erkers, bevindt de toegangsdeur zich in de zijgevel. Het uitgewerkte portaal, met luifel, pilasters en bovenlicht, heeft een centrale plek in de verder bijna volledig gesloten zijgevel van de voorbouw. Naar achter toe verlaagde achterbouw, met kleine rechthoekige en getoogde vensters beneden en een drieledige erker op de verdieping die het in 1931 toegevoegde bureel markeert. Het schrijnwerk werd overal vervangen.
De woning is ingedeeld volgens het klassieke enkelhuispatroon, een plattegrondmodel dat gangbaar is sinds de 19de eeuw voor de stedelijke rijwoning. Onderkelderde voorbouw met provisie- en kolenkelder. Gelijkvloerse verdieping met gevelbrede zitkamer aan straatzijde, in enfilade verbonden met de smalle eetkamer en veranda. De voordeur geeft uit op een smalle zijdelingse gang met trappenhuis, van waaruit zit- en eetkamer te bereiken zijn. Achter de smalle gang, in de lagere uitbouw, de vaste plek voor de keuken en de bijhorende pompplaats. Op de eerste verdieping, vooraan een slaapkamer, en in de tweede ruimte een badkamer. Op de mansardeverdieping zijn twee grote kamers ondergebracht.
De verbouwing uit 1931 betekende een aanzienlijke vergroting van de woonruimte, met de toevoeging van een woonkamer achteraan, uitgevend op de tuin. Boven keuken en pompplaats voorzag Van Zeeland een groot bureel, toegankelijk vanop de overloop.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329 # 1421, 329 # 7564.