Deze meergezinswoning in conventionele art-decostijl werd ontworpen in 1930 door de Antwerpse architect Guillaume Peeters voor H. Govaerts uit Antwerpen, wonende op de Lambermontplaats 23/2 op het Zuid.

De woning is vergelijkbaar met andere woningen van Peeters in de jaren 1930, bijvoorbeeld in Berchem in de Karel Oomsstraat. Getypeerd door rode bakstenen gevels met natuurstenen details, met een conventionele art deco die zich enkel in de details van de verder klassiek opgebouwde façades laat aflezen, behoort dit type woning tot het rijpere oeuvre van Peeters, wiens carrière kort voor de Eerste Wereldoorlog van start ging. Hij was vooral actief in de omgeving van de Koninklijkelaan in nieuw Berchem, waar hij ook zelf woonde, maar liet realisaties na in alle toen in ontwikkeling zijnde wijken in en om Antwerpen.

De onderkelderde, half vrijstaande woning met een gevelbreedte van twee traveeën, telt twee bouwlagen onder een pseudo-mansardedak (leien). De eenvoudige lijstgevel is opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk, contrastrijk verwerkt met natuursteen, op een hardstenen plint.

Enkelhuisopbouw, met een smalle deurtravee en een brede venstertravee waarin de woonruimtes zijn gesitueerd. De klemtoon ligt op de venstertravee, gemarkeerd door een twee bouwlagen tellende afgeronde erker met balkon en een dakvenster met gebogen fronton. In deze travee voorzag de architect de ondergrondse garage, waarvan de segmentbogige houten poort met een afhellende oprit wordt bereikt. De rechthoekige muuropeningen zijn gevat in natuurstenen kruiskozijnen, versierd met hoekneggen, wat kan gezien worden als een invloed uit de neotraditionele architectuur. Merk het portaal op, waarvan de deur met zijlicht onder een luifel zijn gevat, om de hoek doorlopend in de zijgevel. Ook het bovenvenster omschrijft de hoek, gemarkeerd door een natuurstenen zuiltje. Het houten schrijnwerk van de deur, de poort en de vensters is bewaard, evenals enkele glas-in-lood-bovenlichten.

De zijgevel heeft een gesloten karakter, enkel geopend door gedrongen vensteropeningen met natuurstenen omlijstingen en gemarkeerd door een uitgewerkte schoorsteen. De lange voortuin is van de straat afgesloten met een door Peeters ontworpen smeedijzeren "grillie voorhofje".

De conventionele plattegrond volgt volgens het bouwdossier de enkelhuisplattegrond, gangbaar voor de stedelijke woning sinds de 19de eeuw. In de smalle deurtravee de inkom en de gang met trappenhuis. In de brede venstertravee een enfilade van voorkamer, eetplaats en terras. Achter de gang bevindt zich een smalle achterbouw met keuken en pomphuis. In de kelder vinden we behalve een garage, nog een kolen- en een aantal provisiekelders. De eerste verdieping biedt ruimte aan drie kamers en een badkamer.

De tweede verdieping wordt in het bouwdossier uitgewerkt als appartement, met twee ruime woonkamers in de brede venstertravee, een "cabinet" aan straatzijde voor de trap, een keuken en pomphuis in de achterbouw en op de overloop een toilet.