Sobere modernistische meergezinswoning ontworpen in 1923 door architect Alfons Francken voor Lodewijk Van Riel, die op dat moment in Deurne-Zuid woonde op de Te Boelaerlei 42.

Francken vestigde zich omstreeks 1910 als zelfstandig architect, en maakte kort na de Eerste Wereldoorlog naam met de appartementsgebouwen "Cyclops", "Vulcan" en "Titan" in de Helenalei, het debuut van de hoogbouwflat in Antwerpen. In vergelijking met andere realisaties van Francken in deze periode, is deze woning vrij traditioneel vormgegeven en ingedeeld. Hoewel hij hier een klassieke, niet-vernieuwende enkelhuisplattegrond gebruikt, zijn andere kenmerken uit zijn oeuvre hier aanwezig zoals een uitgepuurde geometrische vormgeving van de gevels, en het typische gebruik van baksteen als gevelbekleding.

De meer klassieke aanpak vinden we ook terug in zijn ontwerp uit 1929 in de Venneborglaan. Door hun soberheid en moderniteit vallen beide gevels op tussen de verder meer pittoresk en decoratief uitgewerkte bebouwing in deze interbellumwijk. De oorspronkelijke, strakke smeedijzeren afsluiting van de voortuin, zoals ontworpen door Francken in het bouwdossier, is verdwenen.

Het pand bestaat uit twee ongelijke traveeën en vier bouwlagen, waarvan de bovenste als mansarde uitgewerkt is, met een leien dakschild. Bruine bakstenen lijstgevel op lage hardstenen plint, met een strakke, modernistische gevelindeling, afgezoomd door een houten kroonlijst. Rechts, een twee bouwlagen tellende, driezijdige erker met ver overkragende houten kroonlijst, een herhaling van de gevelaflijning. Het baksteenmetselwerk op de begane grond is versierd met uitspringende bakstenen banden. Rechthoekige muuropeningen zonder enige versiering, waarvan de doorgaans verticaliserende verhoudingen gebroken worden door de smalle horizontale vensters in boven- en mansardeverdieping. De ijzeren voordeur is bewaard. Het houten schrijnwerk dat met zijn overdachte horizontale belijning het karakter van de gevel benadrukte, werd vervangen.

Francken koos voor een traditioneel, op de enkelhuisindeling geïnspireerd plan. Op eerste en tweede bouwlaag telkens een appartement, op de mansarde twee kamers. De gang zit in de smalle deurtravee en bevat ook een lateraal trappenhuis. In de brede travee een enfilade van salon en woonkamer, en achteraan, in een smalle achterbouw, een eetkamer en een keuken. Dit plan herkennen we uit de typeplannen van de 19de-eeuwse stedelijke rijwoningen.