Woning in modernistische stijl, in 1935 gebouwd op de westelijke hoek van de Camille Huysmanslaan met de Ryckmansstraat naar een ontwerp van architect Jan Jacobs. Het gebouw werd opgericht voor rekening van de architect en zijn echtgenote als gezinswoning met op de begane grond een architectenpraktijk. Jacobs tekende zijn ontwerp gelijktijdig met dat van Paul Smekens voor het pand op de andere straathoek. Als pendanten lijnen deze twee woningen in gematigd modernistische stijl de hoeken van de Camille Huysmanslaan met de Ryckmansstraat af.
Het echtpaar Jacobs-Crahay financierde de bouwwerken met onder meer de verkoopopbrengst van hun woning in de Antwerpse Keizerstraat 16. Deze diende het echtpaar in of kort na augustus 1935 te verlaten. In september, amper vier maanden na het verkrijgen van de bouwtoelating, betrokken Jacobs en zijn echtgenote de afgewerkte nieuwbouwwoning met praktijk.
Jan Jacobs (1880-1964) was een veelzijdig architect wiens oeuvre onder meer burgerhuizen, villa’s, flatgebouwen, scholen, en gebouwen voor infrastructuur en nijverheid omvat. In het begin van zijn loopbaan liet de omstreeks 1900 debuterende Jacobs zich opmerken met woningen in een sobere art-nouveaustijl. Tijdens de jaren 1920 bracht de architect, aanvankelijk in associatie met Paul Smekens, in zijn ontwerpen een zakelijke art-decostijl tot ontwikkeling. Vanaf de jaren 1930 zette Jacobs, die vermoedelijk tot in de jaren 1950 actief bleef, ook de stap naar een meer uitgesproken modernisme. In de Tentoonstellingswijk realiseerde Jacobs enkele gebouwen in een zakelijk modernistische stijl. Tot Jacobs’ ontwerpen in de nieuwe wijk behoren onder meer een flatgebouw voor huisarts M. Cools aan de Camille Huysmanslaan 73 (1933), een meergezinswoning in de Volhardingstraat 20 (1934), en de riante meesterwoning Plouvier aan de Camille Huysmanslaan (1937) die stilistisch aansluiting vindt bij Jacobs eigen praktijkwoning aan de Camille Huysmanslaan.
In 1937 werd Jacobs, net als onder meer Paul Smekens, Huib Hoste en Eduard van Steenbergen lid van de interdisciplinaire groep Antwerpen 1937. Aan het hoofd stonden kunstcriticus Roger Avermaete en architect Léon Stynen. De groep richtte zich enerzijds tegen kwaliteitsloze massaproductie en anderzijds tegen een individuele kunst-om-de-kunst. Alle aangesloten architecten werden verzocht samen te werken met kunstenaars én met de industrie. Velen van hen waren in de jaren 1930 actief in de Tentoonstellingswijk en vaak werd er samengewerkt.
De onderkelderde hoekwoning met toegang aan de Camille Huysmanslaan telt drie bouwlagen onder een plat dak. Voor de constructie is gebruikt gemaakt van gewapend beton voor de vloerplaten, terwijl het muurwerk in baksteen werd opgetrokken. Het gebouw is opgericht aan de rooilijn van een ongelijkzijdig perceel, 14 meter breed aan de Camille Huysmanslaan en 10 meter aan de Ryckmansstraat. Jacobs verkreeg, net als Smekens aan de overzijde, toelating om te bouwen met afgeronde hoek, afwijkend van het lijnrichtingsplan dat voorzag in een bouwvolume met rechte hoek.
Exterieur
Sterker nog dan bij de meesterwoning Plouvier aan de Camille Huysmanslaan en vergelijkbaar met de meergezinswoningen die Smekens realiseerde in de Tentoonstellingswijk, toont het ontwerp een uitgezuiverde volumebehandeling met spaarzame accenten en contrasten in het materiaalgebruik. De eenvoudige, modernistische uitwerking sluit aan bij de architecturale vormgeving die de Tentoonstellingswijk haar eenvormige karakter verleent: de sobere geelbruine bakstenen lijstgevels krijgen een hardstenen belijning en zijn doorbroken met regelmatig geplaatste, brede rechthoekige vensteropeningen.
De gevelopstand volgt de klassieke geleding met bakstenen bovenbouw onder platte bedaking rustend op een als sokkel opgevatte begane grond, die bekleed is met vierkante witte natuursteenplaten op een verdiepte plint in blauwe hardsteen. De licht overkragende bovenbouw van twee bouwlagen heeft een parement uit bezande gele baksteen van het Belvédère-type (Maastricht), gemetseld in halfsteensverband met Dudokvoeg - dieperliggende grijze lintvoegen in combinatie met platvolle gele stootvoegen.
In de visueel als één geheel ontworpen begane grond, zijn in de rastervormige parementbekleding rechthoekige, niet omlijste muuropeningen uitgespaard. In de Camille Huysmanslaan zit in de tweede travee de voordeur en helemaal rechts de garagepoort. Tussenin verlicht een vierkant venster de wachtkamer. Het venster in de meest linkse travee is identiek aan de twee vensters in de zijgevel, die samen het grote kantoor verlichten. De strakke houten voordeur met een groot rechthoekig licht in gehamerd glas is bewaard, net als het stalen vensterschrijnwerk op de benedenverdieping. De oorspronkelijk witte houten garagepoort met bovenaan twee platte lichten werd na 1988 vernieuwd.
Het ontwerp van de bovenbouw is tweeledig opgevat, met twee totaal verschillende gevels. De voorgevel in Camille Huysmanslaan kreeg een hoog, rechthoekig baksteenfront waarin de verticale ritmering in traveeën benadrukt wordt. De gevel aan de Ryckmansstraat heeft een lagere, licht overkragende gevelwand die zich over de afgeronde hoek plooit en die door de brede ramen een horizontaliserend karakter kreeg.
De voorgevel in de Camille Huysmanslaan is regelmatig ingedeeld, hoewel de bouwtekening een meer dynamische uitwerking voorzag met verspringend slaapkamervenster op de tweede verdieping en een dubbele rij bovenlichten boven de garage. Bij de vijf identieke, bijna vierkante vensters, valt de smalle vensteropening boven de garagepoort op: deze geeft de plaats aan van een deels overbouwd terras (koer) dat de architect boven de garage voorzag.
In de Ryckmansstraat heeft de bovengevel in de linkertravee twee boven elkaar staande brede vensters ter verlichting van de woonkamers. De hoektravee wordt geopend door brede, met de hoek mee afgeronde vijflichten.
Een verdere articulatie van de bovenbouw komt tot stand door vensterdorpels in donkere keramische tegels en een horizontaliserende, doorlopende ritmering van gemetste verluchtingsgaten onder een met arduinen dekstenen afgewerkte dakrand. Het vensterschrijnwerk van de bovenvensters was voorzien in staal, waarin ook de lekdrempels op de begane grond zijn uitgevoerd, maar werd na 1988 vervangen door schrijnwerk in kunststof, zonder de oorspronkelijke roedeverdeling te hernemen.
De achtergevel krijgt een opvallende vormgeving die de interne structuur benadrukt: een geopend muurdeel aan linkerzijde in functie van de overbouwde koer en centraal een langgerekt traplicht.
Interieur
De indeling van de woning beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning met zijn typische verticale scheiding van functies: werken en opbergen op het gelijkvloers, leven op de representatieve eerste verdieping of bel-etage, en slapen op de tweede en meest private verdieping.
Ingedeeld volgens een heldere en functionele plattegrond wordt de ruimte optimaal benut. De architect slaagt erin grote ruimtes te creëren die allemaal ruim bemeten zijn en rechtstreeks van daglicht worden voorzien. Hoewel de hoekwoning met zijn L-vormig grondplan vrijwel het hele perceel beslaat, slaagde Jacobs er in om twee behoorlijke buitenruimten te creëren: een langwerpige koer op de begane grond in de binnenhoek van het perceel, en een deels overbouwde open koer annex terras op de eerste verdieping boven de garage.
Op de begane grond werkt Jacobs met een dubbelhuisstructuur: een centrale gang met inkomhal, toegang tot de traphal, vestiaire en toilet, deelt Jacobs’ architectenpraktijk in twee. Links, aan de zijde van de Ryckmansstraat, twee ruime burelen met grote vensters. Rechts de wachtkamer en de garage aan straatzijde, het centraal in de woning gelegen trappenhuis, en achteraan de koer, in de hoek tussen de scheimuur en de garage. De centrale traphal, evenwijdig ingeplant met de Camille Huysmanslaan verbindt alle niveaus.
Zich uitstrekkend onder de architectenpraktijk, omvat de kelder behalve een meterkelder en een CV-ruimte met kolenberging ook twee voorraadkelders en een wijnkelder.
De plattegrond van de bel-etage is identiek aan die van de benedenverdieping. Een gang met vestiaire en toilet deelt de bouwlaag in twee. De woonkamer neemt de volledige linkerhelft van de bel-etage in. Rechts van de gang zit de ruime, centrale traphal en de keuken bereikbaar via een office of voorbereidingskeuken. Vanuit de keuken en vanaf het bordes van de ruime traphal, is er toegang tot de deels overdekte koer. In de woonkamer liet Jacobs tegen het plafond een geluidsabsorberende bekleding in Lugino aanbrengen (een mengeling van sintels, gips, en zand) en bepleisteren. Daardoor verminderde de plafondhoogte van de voorgeschreven 2,8 meter tot slechts 2,65 meter. Uitzonderlijk werd de afwijking door de bouwinspectie toegestaan.
De bovenverdieping herbergt behalve een nachtgang met toilet, drie slaapkamers en een badkamer.
Auteurs: Van den Borne, Steven; Bisschops, Tim
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Van den Borne S. & Bisschops T. 2016: Architectenwoning Jan Jacobs [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194325 (geraadpleegd op ).
Flatgebouwen op hoek met Ryckmansstraat resptectievelijk naar ontwerp van P. Smekens (1935) en J. Jacobs (rond 1935).
Nummer 57: vier bouwlagen met lage arduinen sokkel en gele bakstenen bekleding.
Nummer 59: drie bouwlagen; gelijkvloerse verdieping met parement van witte natuursteen, bovenbouw van ruwe bruine baksteen. Uitkragende afgeronde hoeken en bovengevels zijde Ryckmansstraat. Rechthoekige metalen ramen.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Architectenwoning Jan Jacobs [online], https://id.erfgoed.net/teksten/189121 (geraadpleegd op ).