is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Tuinwijk Weerstandlaan
Deze vaststelling is geldig sinds
Tuinwijk bestaande uit een honderdtal woningen, gebouwd tijdens de eerste helft van de jaren 1920 naar ontwerp van architecten Vincent Cols en Jules De Roeck, in opdracht van de samenwerkende maatschappij De Goedkope Woning van het Arrondissement Antwerpen (heden De Ideale Woning). De tuinwijk kwam in twee bouwfasen tot stand, namelijk 76 en 25 woningen, respectievelijk volgens plannen van 1921 en 1924. In 1951 werden aan de Weerstandlaan nog 11 wooneenheden gerealiseerd.
De sociale woonwijk vormt een interessant voorbeeld van de tuinwijken ontworpen door architectenduo Cols-De Roeck in de omgeving van Antwerpen tijdens de jaren 1920. De algemene aanleg sluit aan bij de tuinwijkgedachte omwille van de aandacht voor perspectief vanuit de schikking van de straten en pleinen. De eenheid van het architecturaal geheel primeerde, onder meer in functie van de sociale cohesie van de wijk en vooral omwille van de behoefte aan een snel en goedkoop bouwproces met behulp van standaardisatie. Toch was er een belangrijke aandacht voor subtiele variatie tussen woningen onderling, zodat de bewoners ook een zekere individualiteit bezaten. Een beperkt aantal woningtypes werd op verschillende manieren gekoppeld per twee tot tien, zodat duidelijk te onderscheiden woninggroepen ontstonden, die werden ingeplant met aandacht voor de oriëntatie ten opzichte van zon en wind. Ook de insprongen van de woninggroepen ten opzichte van de rooilijn en de diagonale plaatsing van hoekpanden sloten aan bij het tuinwijkideaal. De woninggroepen waren omringd door omhaagde private voor- en achtertuinen, maar er was eveneens een belangrijke aandacht voor de publieke groenaanleg, bijvoorbeeld door de beboming van de straten en de op de plannen voorziene hofjes op de hoeken van de kruising van beide straten en de voorziene groenzone met speelplaats aan de Griffier Schobbenslaan (heden verhard sportterrein).
De woningen zijn opgevat als kleinschalige eengezinswoningen en voormalige winkelhuizen in regionalistische baksteenarchitectuur met invloeden van de cottagestijl. Woningtypes met één bouwlaag onder een in het mansardedak ingewerkte bovenverdieping, worden op een speelse manier gecombineerd met woningen van twee bouwlagen onder zadeldaken. Deze variatie wordt versterkt door de afwisseling tussen lijstgevels en mijtervormige gevelverhogingen (sporadisch punt-, tuit- en puntgevels). De woningen zijn gekoppeld tot overwegend symmetrische, doch levendige ensembles, waarbij haakse uitbouwen van de zijgevels voorzien zijn van een mijtervormige geveltop en gemarkeerd worden door een uitkragend schouwvolume. Het rode baksteenparement wordt verlevendigd met een rijke variatie aan decoratieve of structurerende metselverbanden, eventueel uitgevoerd in een donkerbruine baksteen. Deze worden bijvoorbeeld toegepast als omlijstingen van de muuropeningen en als decoratieve afwerking van de borstweringen en geveltoppen. Rechthoekige vensteropeningen in combinatie met rondboogvormige of rechthoekige deuropeningen, voorzien van quasi volledig vernieuwd schrijnwerk. Mariabeeld tegen de gevel van Weerstandlaan nummer 10.
Drie woningen van de tweede bouwfase (1924) sluiten aan bij woninggroepen van de eerste bouwfase, terwijl de andere werden gekoppeld per zeven of acht eenheden en duidelijk te onderscheiden zijn omwille van hun soberheid en beperktere variatie in parement en gevelbeëindiging. Deze woninggroepen worden horizontaal geaccentueerd door zware bepleisterde lateien.
De indeling van de woningen sluit aan bij de gestandaardiseerde woningtypes, die toegepast werden door Cols en De Roeck in hun diverse tuinwijkontwerpen. Het hoofddoel van de planopbouw was het creëren van een gezonde leefomgeving voor kroostrijke gezinnen. Kenmerkend was de aanwezigheid van een kelder, een gelijkvloerse verdieping bestaande uit een sas met de trap, de keuken aan de straatzijde, en achteraan een kleinere kamer en een afzonderlijke wasplaats, evenals drie slaapkamers op de bovenverdieping. De planindeling van de winkelhuizen in de wijk sloot hierbij aan, namelijk met, volgens de bouwplannen, een winkelruimte aan de straatzijde, aan de achterzijde de woonkamer en wasplaats, en op de bovenverdieping vier slaapkamers. Het standaardplan van de tweede bouwfase was licht afwijkend, namelijk met op gelijkvloerse verdieping een gang en trap, een kleinere kamer aan de voorzijde, een achterliggende, over de volledige breedte van de woning uitgewerkte woonkamer, en een uitbouw met wasplaats, toilet en bergplaats. Op de bovenverdieping waren er volgens de bouwplannen ook drie slaapkamers voorzien.
De wijk is exemplarisch binnen de tuinwijkontwerpen van architecten Cols-De Roeck. Ondanks aanpassingen van schrijnwerk en voortuinstroken, zijn de architecturale eenheid van het ensemble en de stedenbouwkundige aanleg herkenbaar bewaard. Zeker de woningen van de eerste bouwfase vertonen een hoge architecturale kwaliteit. Aanwezige erfgoedelementen zijn de inplanting (variatie ten opzichte van de rooilijn en diagonaal ingeplante hoekhuizen), de groenaanleg en overgang tussen de publieke en private ruimte, en eveneens de architecturale eenheid op het vlak van schaal, stijl en materialiteit (kleinschalige, bakstenen koppelwoningen in regionalistische stijl), doch in combinatie met variatie in de volumewerking en detaillering van het metselwerk.
Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Borgerhout
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Tuinwijk Weerstandlaan [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302649 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.