Villa Susanna is een burgerhuis in cottagestijl gebouwd volgens een bouwaanvraag van 1926 door architect Fr. Cannoot voor Jules Meert uit de nabijgelegen Plankenbergstraat 92. Een jaar later mag Cannoot ook Villa Aurora op nummer 1 realiseren voor Meert, vermoedelijk als opbrengstwoning.

Uit het oeuvre van architect Cannoot kennen we een aantal burgerhuizen uit het interbellum, doorgaans eengezinswoningen gelegen Borgerhout of Berchem. Hij kiest voor vrij eenvoudige gevels, en zowel voor het modernisme, de art deco als voor de cottagetijl, zoals hier het geval is. De burgerwoning is niet enkel een representatief voorbeeld uit het oeuvre van Cannoot tijdens het interbellum, ze sluit ook perfect aan bij de andere bebouwing in het oudere, zuidelijke deel van de straat, bestaande uit burgerhuizen met verzorgde art-deco-, cottage- of modernistische bakstenen gevels met verzorgde voortuin. De voortuin van Villa Susanna is omheind met het originele tuinhek, bestaande uit smeedijzeren hekwerk op een muurtje en tussen pijlers. Ook past de woning uitstekend in de huizenrij van nummer 1 tot 25-27, die het meest gave en homogene gedeelte is van de Venneborglaan, en zo een uitstekende entree vormt tot de Venneborgwijk.

De woning telt twee traveeën en twee bouwlagen onder een leien mansardedak; de woning is onderkelderd. De lijstgevel heeft een parement van rode baksteen op hardstenen plint, geaccentueerd door gecementeerde speklagen en geveltop. De brede venstertravee trekt de aandacht naar zich toe met de hoge, volledig gecementeerde driezijdige erker en met het grote, als mijtervormige topgevel uitgewerkte zoldervenster. Centraal op de erker een rechthoekig muurveld met de huisnaam "VILLA SUSANNA". In de smalle deurtravee vinden we op de begane grond een rechthoekige deur onder houten luifel waarboven een smal bovenlicht; op de verdieping een eenvoudig rechthoekig bovenvenster en een rechthoekig zoldervenster dat de kroonlijst doorbreekt. Het schrijnwerk van ramen en deur is grotendeels vervangen, naar oud model, met kleine roedeverdeling in de bovenlichten.

Voor de plattegrond koos architect Fr. Cannoot de traditionele enkelhuisindeling, die de stadswoning in de 19de eeuw domineerde en die heel lang in de 20ste eeuw doorleefde. In de smalle deurtravee de gang met trappenhuis, links een enfilade van twee kamers die door brede deuropeningen met elkaar verbonden zijn en aan tuinzijde uitgeven op een veranda. Achter het trappenhuis, en naast de veranda, is de vaste plek van de keuken binnen dit type plattegrond, hier met aansluitend een toilet. Op de eerste en tweede verdieping werden telkens drie slaapkamers en een badkamer voorzien. Opslag- en voorraadkamers in de kelder.