Burgerhuis in cottagestijl gebouwd volgens een bouwaanvraag van 1926 ingediend voor R. Ediers uit Deurne, wonende op de Merksemsesteenweg 169. De architect of aannemer zijn niet gekend. De woning is representatief voor de bebouwing in het oudere, zuidelijke deel van de Venneborglaan, bestaande uit interbellumburgerhuizen met verzorgde art-deco-, cottage- of modernistische gevels met bakstenen parementen en verzorgde voortuinen. De huizenrij van nummers 1 tot 25 waar deze woning deel van uitmaakt, vormt binnen de straat een zeer gaaf, homogeen ensemble waarin overwegend de cottagestijl vertegenwoordigd is. Deze woning vormt een wezenlijk onderdeel van dit ensemble: stijl, materiaalgebruik en detaillering van de gevel zijn bewaard, met uitzondering van het houtwerk in de geveltop en schrijnwerk van deur en ramen dat naar oud model werd vervangen. De originele afsluiting van de voortuin is bewaard, bestaande uit smeedijzeren hekwerk op een muurtje en tussen pijlers.

De woning telt twee traveeën en drie bouwlagen onder een pannen zadeldak. De lijstgevel heeft een parement van rode baksteen op hardstenen plint, geaccentueerd door gecementeerde speklagen en geveltop.

De brede venstertravee trekt de aandacht naar zich toe met de hoge, volledig gecementeerde driezijdige erker bekroond met het balkon van de rondbogige deurvenster op de bovenverdieping. Centraal op de erker een rechthoekig muurveld waarin vermoedelijk vroeger een huisnaam was vermeld. Bovenin de geveltop een klein ovaal zoldervenster. De geveltekening in het bouwdossier laat zien dat de puntgevel oorspronkelijk met een topstuk en houten imitatievakwerk was versierd.

In de smalle deurtravee vinden we op de begane grond een rechthoekige deur in licht verdiepte omlijsting. Op de eerste verdieping een eenvoudig segmentbogig venster, op de tweede verdieping een rondboogvenster. Het schrijnwerk van ramen en deur is grotendeels vervangen, naar oud model, met kleine roedeverdeling in de bovenlichten. Het siersmeedwerk vooraan het balkon is wel gaaf bewaard.

Voor de plattegrond koos men de traditionele enkelhuisindeling, die de stadswoning in de 19de eeuw domineerde en die heel lang in de 20ste eeuw doorleefde. In de smalle deurtravee de gang met trappenhuis, links een enfilade van salon en eetkamer die door brede deuropeningen met elkaar verbonden zijn en aan tuinzijde uitgeven op het terras. Achter het trappenhuis is de vaste plek van de keuken binnen dit type plattegrond, met aansluitend een toilet. Op de eerste en tweede verdieping werden telkens drie slaapkamers voorzien. Op de eerste verdieping toont het plan een badkamer boven de keuken. Opslag- en voorraadkamers in de kelder, die zich enkel onder de voorkamer en eerste deel van de gang bevindt.