Burgerhuis in cottagestijl gebouwd volgens een bouwaanvraag van 1926 ingediend door Frans Mareels die in Deurne-dorp woonde op de Turnhoutsebaan 10. Het dossier werd opgemaakt door een Borgerhoutse aannemer uit de Bijlstraat 17, Jos. Walters (naam niet goed leesbaar). De sterke gelijkenissen met de woning op nummer 23, zowel qua gevelindeling als qua plattegrond, wijzen er op dat architect G. De Vester deze woning mogelijk ontwierp.
Deze woning is representatief voor de bebouwing in het oudere, zuidelijke deel van de Venneborglaan, bestaande uit interbellumburgerhuizen met verzorgde art-deco-, cottage- of modernistische gevels met bakstenen parementen en verzorgde voortuinen. De huizenrij van nummers 1 tot 25 waar deze woning deel van uitmaakt, vormt binnen de straat een zeer gaaf, homogeen ensemble waarin overwegend de cottagestijl vertegenwoordigd is. Deze woning vormt een wezenlijk onderdeel van dit ensemble door perfect aansluitende stijl en materiaalgebruik. Het schrijnwerk van de kroonlijst en van de ramen en de deur is vervangen; ook de afsluiting van de voortuin is niet meer origineel.
De woning telt twee traveeën en twee bouwlagen onder een leien mansardedak. De lijstgevel heeft een parement van rode baksteen op hardstenen plint, geaccentueerd door (simili)natuursteen voor speklagen en erker.
De brede venstertravee trekt de aandacht naar zich toe met de driezijdige erker bekroond met het balkon van het drielicht op de verdieping. Het vensterrisaliet is bekroond door een mijtervormig uitgewerkte geveltop rondom het rondbogig zoldervenster. In de smalle deurtravee vinden we op de begane grond een rechthoekige deur met daarboven een rechthoekig venster. Op de mansardeverdieping ten slotte een houten dakvenster. Aflijning van lijst- en topgevel door een witte kroonlijst.
Voor de plattegrond volgde men de traditionele enkelhuisindeling, die de stadswoning in de 19de eeuw domineerde en die heel lang in de 20ste eeuw doorleefde. In de smalle deurtravee de gang met trappenhuis, links een enfilade van twee kamers en veranda (met "koepel"). Achter het trappenhuis is de vaste plek van de keuken binnen dit type plattegrond, met aansluitend een toilet. Op de eerste verdieping wordt deze indeling herhaald, waardoor kan geconcludeerd worden dat deze woning optioneel als meergezinswoning kon gebruikt worden. Opslag- en voorraadkamers in de kelder, die onder de volledige woning doorloopt.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329 # 1885.