Deze twee identieke, gespiegelde burgerhuizen verwijzen met hun gecementeerde mijtervormige dakvensters naar de bekende ontwerpen van architect Jef Huygh, een gangmaker voor de Amsterdamse School in Vlaanderen. Ze zijn echter ontworpen in 1929 door Gustaaf D'Heedene, een lokale Deurnese architect, in opdracht van Frans en Rosa Verschueren.
De rechter woning op nummer 32 werd ontworpen als eengezinswoning en was vermoedelijk de woonst van het gezin Verschueren. De plattegronden in het bouwdossier laten zien dat de linkerwoning opgedeeld was in appartementen, wat een ideale opbrengsteigendom was voor de eigenaars.
Het ontwerp toont twee identieke, gespiegeld opgestelde woningen van twee bouwlagen en twee traveeën, onder een hoog mansardedak met rode leistenen. De expressieve gevels, waarin rode baksteen gecombineerd wordt met sterk gedecoreerde gecementeerde en witte natuurstenen geveldelen en fijn smeedijzerwerk, vertonen een duidelijk invloed van de Amsterdamse School binnen de art deco. Hun verhoudingen, pittoreske aanblik en materiaalgebruik sluiten aan bij de bebouwing die het oudere, zuidelijke deel van de straat typeert, bestaande uit burgerhuizen met verzorgde art-deco-, cottage- of modernistische bakstenen gevels met afgesloten voortuin. De voortuin van dit ensemble is nog deels omheind met het originele tuinhek, bestaande uit smeedijzeren hekwerk op een bakstenen basis.
De brede venstertraveeën trekken de aandacht naar zich toe: de mijtervormige geveltoppen rond de rondbogige zoldervensters bekronen dit geveldeel, dat verder integraal door hoge, driezijdige erkers is ingenomen. In de smalle deurtravee wordt de rechthoekige deur omlijst door witte natuursteen, gesculpteerd in een plastische, geometrische vorm die meteen ook fungeert als sokkel voor de luifel. Boven de luifel vertrekt een gecementeerd muurveld waarin een ruitvormig traplicht is geïntegreerd. In het dakschild een klein zoldervenster waarin de mijtervorm uit de bekroning van de brede venstertravee wordt herhaald. In alle gecementeerde velden zijn fijne, geometrische art-decomotieven aangebracht. Het schrijnwerk van de vensters is overal vervangen; enkel de deur van nummer 32 is bewaard en bevat het originele, waaiervormig uitgewerkte smeedijzeren traliewerk. De smeedijzeren leuningen van de balkons zijn eveneens bewaard.
De volledig onderkelderde woningen zijn ingedeeld volgens een klassieke enkelhuisplattegrond. In de kelders geven de plannen uit het bouwdossier was- en provisieruimtes aan en een wijnkelder. Op de begane grond de inkom en traphal in de smalle deurtraveeën, geflankeerd door een enfilade van zit- en woonkamer. De woonkamer neemt centraal de volledige breedte van de woning in. Aan tuinzijde zit de keuken (met aansluitend toilet) in het verlengde van de gang. Verbonden met de woonkamer via een brede beglaasde deur, zit naast de keuken een veranda.
Op de eerste verdieping van de linker woning (32) wordt deze indeling met keuken herhaald, waaruit we concluderen dat deze als meergezinswoning was bedoeld. Daarbij waren de slaapkamers en badkamer op de bovenverdieping gekoppeld aan de woonruimtes van de woning op de begane grond. De ruimtes op de eerste verdieping vormden een appartement, met eigen keuken. De rechter woning werd ontworpen als eengezinswoning, en had op eerste en twee verdieping slaapkamers en een badkamer.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329 # 4307.