Meergezinswoning in beaux-artsstijl, ontworpen in 1934 door architect René Du Bois voor R. Maes-Victor, een elektricien uit de Sint-Thomasstraat 13 in Antwerpen.

Architect Du Bois was actief in het Antwerpse van begin de jaren 1900 tot omstreeks 1950. Zijn vroege werk is tot nog toe het beste gedocumenteerd en bevat burgerhuizen in art nouveau en eclecticisme. Deze woning, uit een latere periode van zijn carrière bewijst zijn gevarieerde stijlenkeuze, die met de beaux-artsstijl put uit de klassieke Franse bouwstijlen.

Met deze stijl koos architect Dubois ervoor te breken met het straatbeeld van de Venneborglaan, dat bepaald wordt door woningen met bakstenen gevels in pittoreske bouwstijlen zoals de cottagestijl of de art deco.

De meergezinswoning telt twee ongelijke traveeën en drie bouwlagen onder plat dak. De woning is volledig onderkelderd; vooraan werd een garage voorzien, bereikbaar via een afhellende oprit in de voortuin. De voorgevel heeft een parement van witte (simili)natuursteen op een plint van blauwe hardsteen. In de brede venstertravee domineert een twee bouwlagen tellende driezijdige erker; op elke bouwlaag een drielicht van korf- en rondbogige vensters. In de smalle deurtravee de overluifelde deur en rondbogige bovenvensters die in een verdiept muurveld zijn gevat. Het schrijnwerk van de ramen is grotendeels bewaard: houten deur met twee beglaasde panelen met verzorgd smeedijzerwerk. Vensters met bovenlichten met kleine roedeverdeling, beneden een guillotinevenster. Vierdelige houten garagepoort.

De plattegronden in het bouwdossier tonen een opdeling van de woning in drie wooneenheden, één per bouwlaag. Het gaat om ruime appartementen, die de hele oppervlakte van het perceel innemen en bestaat uit voorkamers en achterkamers, met tussenin een kleine koer voor licht en lucht. In de smalle travee de hal met trappenhuis, waarachter zich een lange smalle gang bevindt, vanwaar alle kamers bereikbaar zijn. In de brede travee van de woning bevinden zich op elke bouwlaag twee op elkaar aansluitende woonkamers, met daarachter keuken en pomphuis uitgevend op de koer. Achteraan de woning heeft elk appartement een grote en een kleine slaapkamer en een badkamer. Deze indeling is kenmerkend voor interbellumappartementen, die uitgewerkt worden als volwaardige wooneenheden.