Breed modernistisch appartementsgebouw, ontworpen in 1937 door architect John Van Zeeland voor A. Van Remoortel uit Kieldrecht.
John Van Zeeland was als architect actief vanaf begin jaren 1920, vermoedelijk tot zijn overlijden in 1965. Tijdens zijn vroege loopbaan liet hij zich opmerken als vooruitstrevend modernist. In 1935 behaalde hij met de dokterswoning Prové in Deurne de Tweede Vermelding in de Prijs van de Ven. Zijn conventionele naoorlogse oeuvre haalde nooit meer hetzelfde niveau waarmee hij zich tijdens het interbellum liet opmerken.
Het appartementsbouw dat Van Zeeland in de Venneborglaan realiseerde, is een typisch voorbeeld uit het midden van zijn carrière, in een zuivere modernistische stijl. Daarmee is het een opvallende aanwezige in de Venneborglaan, waar pittoreske stijlen als art deco en cottagestijl domineren en het modernisme sterk in de minderheid is. Van de weinige woningen in deze stijl, is dit pand een zeldzaam voorbeeld dat niet in zijn zuiverheid van stijl geschaad werd door onoordeelkundige aanpassingen.
Het appartementsgebouw is volledig onderkelderd en telt vier traveeën en drie bouwlagen onder platte bedaking. De lijstgevels van voor- en zijgevels kregen een rood bakstenen parement op de lage blauwe hardstenen plint. Het metselwerk heeft typische Dudok-voegen, waarbij de stootvoegen vol gevoegd zijn om de horizontaliteit te benadrukken.
De breedte van het pand, uitgestrekt over twee percelen, wordt benadrukt door de doorlopende balkonstroken, die sterk horizontaliserende en structurerende elementen zijn in de voorgevel. Op de hoek zijn de balkons afgerond, wat typerend is voor het modernisme. De vorm van de balkons wordt herhaald in de brede pui boven de bovenvensters. De symmetrie van de gevel wordt bepaald door de vier als erkers uitgewerkte vensterpartijen, terugwijkend in de twee centrale traveeën, en gelijklopend met de balkons in de zijdelingse traveeën. Tussen twee vensters in, telkens een patrijspoortvenster, als typisch element van het modernisme. Centraal de rechthoekige ingang onder betonnen luifel; in de derde travee de half ondergrondse garagepoorten.
De korte zijgevel in de Plankenbergstraat werd eenvoudig maar plastisch uitgewerkt. Links drie boven elkaar geplaatste rechthoekige vensteropeningen, waarvan de borstweringen doorlopen in het als een muurdam uitgewerkte, zichtbare schoorsteenkanaal.
Het gebouw telt zes appartementen met één slaapkamer, twee per bouwlaag. De appartementen links en rechts in het gebouw zijn identiek en rationeel ingedeeld. Alle zes zijn ze bereikbaar vanuit de centrale ingang, die zich aan de achterzijde verbreedt tot trapzaal met telkens de twee toegangen tot de appartementen. Vanuit de trapzaal bereikt men een doorgang die naar alle kamers van het appartement leidt. Achteraan de keukens (tegen de koer) en de eetkamers, vooraan in de hoeken de zitkamers en centraal, tegen de inkomhal aan, de slaapkamers. De badkamers zitten tussen zit- en slaapkamer, tegen de voorgevel aan, en wordt daar verlicht door de ronde patrijspoortvensters. Op de begane grond varieert men voor het rechter appartement de plaatsing van de badkamer: omdat de ruimte aan straatzijde beperkt wordt door de hal, wordt de badkamer in dit ene appartement achteraan geplaatst, naast de keuken.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329 # 14288.