Burgerhuis in art deco, gebouwd naar een bouwdossier van 1931 ingediend door Mortiers Joseph, Violetstraat 8, Antwerpen. Het pand is gesigneerd door architect Fr. De Proost, van wie verder nog geen werk geregistreerd werd.

De burgerwoning sluit aan bij de andere bebouwing in dit oudere, zuidelijke en meest kwalitatieve deel van de Venneborglaan, bestaande uit burgerhuizen met verzorgde art-deco-, cottage- of modernistische bakstenen gevels met verzorgde voortuin. De originele, in het bouwdossier getekende afsluiting van de voortuin van deze woning is bewaard, behalve het hek voor het tuinpad.

De woning telt twee traveeën en twee bouwlagen onder een leien mansardedak. De architect hanteerde een zeer eenvoudige vorm van de art deco. De lijstgevel heeft een parement van rode baksteen op hardstenen plint, gecombineerd met horizontale gecementeerde muurdelen tussen de bouwlagen. De brede venstertravee trekt de aandacht naar zich toe met een driezijdige, met natuursteen beklede erker en met het hoge, als puntgevel uitgewerkte zoldervenster. In de smalle deurtravee vinden we op de begane grond een rechthoekige deur met bovenlicht in getrapte omlijsting. Daarboven een smal rechthoekig bovenvenster. Elementen uit de art deco zijn de veelkleurige glas-in-lood-bovenlichten van deur en vensters en de houten deur met uitwaaierend traliewerk.

Voor de plattegrond koos architect De Proost de traditionele enkelhuisindeling, die de stadswoning in de 19de eeuw domineerde en die heel lang in de 20ste eeuw doorleefde. In de smalle deurtravee de gang met trappenhuis. In de brede venstertravee een enfilade van drie kamers die door brede deuropeningen met elkaar verbonden zijn: salon aan straatzijde, veranda aan tuinzijde en daartussen de eetkamer. Achter het trappenhuis, en naast de veranda, is de vaste plek van de keuken binnen dit type plattegrond, hier met aansluitend de "pompplaats". De plattegronden in het bouwdossier laten zien dat de burgerwoning de optie had om in twee wooneenheden opgesplitst te worden: zowel op de beneden- als op de eerste verdieping is achteraan een keuken met pompplaats getekend op de plannen. Op de bovenverdieping bevonden zich bij opsplitsing in twee wooneenheden de slaapkamers voor de benedenwoning; de eerste verdieping kon verhuurd worden als appartement. Op de plannen van talrijke woningen in de Venneborglaan zien we een tweede keuken op de eerste verdieping, wat mogelijk wijst op het gebruik van de burgerwoningen als meergezinswoningen.