Driegevelvilla in een strakke, vooruitstrevende art-decostijl die aanleunt bij het modernisme. Ontwerp van architect Victor Gorlé uit 1934 voor Fl. Rubenska, vlakbij wonend in de Leeuwlantstraat 101.
De woning is een illustratie van het rijpe werk van Victor Gorlé, een architect die vooral gekend is door zijn associatie met Leon Stynen, met wie hij woningen, winkelhuizen en appartementsgebouwen in Antwerpen, Knokke en Brussel realiseerde. Deze samenwerking leverde vooral vooruitstrevende modernistische architectuur op. Deze woning houdt het midden tussen art deco en modernisme, maar kiest duidelijk voor een vooruitstrevende, eigentijdse vormgeving. Dit ontwerp staat in schril contrast met de woning rechts ervan, die Gorlé zes jaar eerder tekende in een zeer behoudsgezinde vorm van de art deco.
Voortuin met helling naar de half ondergrondse garage; de originele, door Gorlé ontworpen afsluiting van de voortuin is verwijderd.
De driegevelvilla telt twee traveeën en twee bouwlagen onder plat dak. De betonstructuur kreeg gevels die met een geel bakstenen parement zijn bekleed. De voorgevel wordt gedomineerd door een opvallend natuurstenen, overluifeld muurveld waarin alle muuropeningen zijn vervat. De brede luifel wordt herhaald voor het portaal, ondersteund door zware consoles; rechthoekige voordeur met authentiek schrijnwerk, gevat in omlijsting; zijlicht links. Zowel de deur als het zijlicht zijn met fraai art-decosmeedwerk betralied. Knap detail zijn de om de hoek doorlopende tralies van het zijlicht. De brede half ondergrondse garagepoort behield net als de deur het originele schrijn- en smeedwerk. In de voorgevel verder rechthoekige vensters met nieuwe ramen. Boven de deur een bovenlicht, betralied, en een smal venster op de verdieping; beide vensters zijn in dezelfde omlijsting gevat. De brede venstertravee bestaat uit een elegant uitgewerkte, driezijdige erker met drielichten.
Totaal andere aanpak van de linker zijgevel, die een gesloten karakter heeft en enkel geopend is door een smal, centraal traplicht. Opvallende spitse bovenzijde, art-decosmeedwerk onderaan, dat ook herhaald wordt in een kelderopening en een klein venster aan tuinzijde. De gevels van de lagere achterbouw zijn bekleed met Kempische baksteen.
De eigentijdse, originele aanpak van voor- en zijgevel contrasteert met de zeer conventionele indeling van de woning. Het bouwdossier toont ons de standaard enkelhuisplattegrond, zoals we die kennen sinds de 19de eeuw voor de stedelijke rijwoning. Gorlé maakte geen gebruik van de half vrijstaande positie van de woning en paste de eigentijdse ideeën qua woningindeling niet toe. In de smalle deurtravee zit de gang met trappenhuis, met daarachter de keuken en was- en bergplaatsen in de aanbouw. De brede venstertravee bestaat uit een enfilade van woon- en eetkamer, die via een veranda uitkijken op het terras en de tuin. Op de verdieping drie slaapkamers en een badkamer die de kleine ruimte voor het trappenhuis inneemt.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329 # 11030.