Het park in landschappelijke stijl bij het in de eerste helft van de 19de eeuw gebouwde kasteel de Pierpont werd in meerdere stappen in de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw aangelegd op een oudere site. Het park werd in 1971 samen met de voormalige boomkwekerij en het arboretum uit 1913 een openbaar park.
Op de kabinetskaart van de Ferraris (1771-1775) zijn op de site ten zuiden van de stadsomwalling een grote boomgaard, drie geometrisch getekende vijvers en een huis zichtbaar. Het Primitief kadaster (1828) noemt de site “De Bleuk” en toont twee geometrische vijvers ten zuiden van het huis, een derde vijver die niet meer is dan een gracht langs de straat en de omhaagde boomgaard, ten noorden uitlopend op een omwald landschappelijk gedeelte, genoteerd als lustbos, lusttuin en lustgrond. Eén perceel wordt weergegeven als boomkwekerij. De kadastrale legger kent in 1844 rentenier Jan Godgaaf Hermans (1772-1856), stichter van één van de eerste boomkwekerijen in België, als eigenaar. Bijgevolg heeft het park een belangrijke cultuurhistorische waarde.
Op de kadastrale opmetingsschets van 1879 verdwijnt de gracht en worden percelen samengevoegd, wat mag geïnterpreteerd worden als de opmeting van het park dat waarschijnlijk pas in landschappelijke stijl werd aangelegd. De vijvers worden pas op de schets van 1904 aangegeven.
Op de kaart van het Dépot de la Guerre (terreinopname 1871, uitgave 1877) liggen drie kleine volumes in los verband bij een grote vijver tussen de twee naar de stad lopende straten. De kaart van het Militair Cartografisch Instituut geeft de toestand van 1884 weer: de bebouwing bestaat uit een nieuw volume in U-vorm, een gebouw loodrecht op en één parallel met de straat. De vijver werd verlandschappelijkt door gedeeltelijke demping en bezit een eilandje. Twee gebogen wandelpaden vertrekken noordwaarts vanaf het huis door de boomgaard en weide. In de zwart-wit uitgave van 1911 bezat de vijver nog niet zijn huidige vorm en oppervlakte. Vanuit het kasteel vertrokken toen drie lanen, waarvan er twee doorlopen tot over de steenweg in een uitbreiding van het goed. Deze configuratie valt eveneens te lezen op de stafkaart van 1951 die de revisie op het terrein van 1933 weergeeft, op het moment dat het domein zijn hoogtepunt had bereikt.
Een uitbreiding van de gebouwen wordt in 1908 gekadastreerd en de samenvoeging van de percelen aan de overzijde van de steenweg in 1913. Mogelijk zijn deze wijzigingen de weerslag van de creatie van de bekende boomkwekerij van Joannes Hermans, vermaard botanist en verzamelaar van exoten. Het domein is sedert 1971 als gemeentelijk bezit vrij toegankelijk. De meer zuidelijke gelegen boerderij aan de Pikkeleerstraat werd gesloopt, op de bakstenen straatmuur van de moestuin na.
Het noordelijk gedeelte van het huidige park bij het landhuis werd door Joannes Hermans ingericht als lusthof. De steenweg, die het beschermde gebied van noord naar zuid doorsnijdt, werd tussen 1777 en 1850 aangelegd. De kaart van Vandermaelen (1846-1854) geeft geen boomaanplantingen meer weer in het gebied. Ten westen en ten oosten van de steenweg worden weiden weergegeven. Na de dood van Jan Godgaaf Hermans gingen de gronden over in de handen van de familie de Pierpont uit Herk-de-Stad, die hun naam aan het kasteel gaven.
Het beschermde gebied bevindt zich aan weerszijden van de Sint-Truidersteenweg op ongeveer 500 meter zuidelijk van het centrum van Herk-de-Stad en bestaat uit het eigenlijke park met vijver ten westen en het arboretum ten oosten ervan. Het park is begrensd door de Pikkeleerstraat en de Sint-Truidersteenweg, is volledig omhaagd met een oude haag van éénstijlige meidoorn (Crataegus monogyna) aan de straat en een geschoren, nieuwe haagbeukhaag (Carpinus) aan de steenweg. Van de drie lanen op de historische kaarten blijven de twee zuidelijke over. Ze dienen als toegangen en de inritten zijn aangegeven door ingekorte en verder uit elkaar geplaatste hekpijlers van arduin met dekstenen en bekroning. De hekken zijn er uit gelicht. Aan de overzijde van de steenweg beantwoorden er eveneens hardstenen pijlers aan, als toegang tot de voormalige boomkwekerij.
Het Olmenhof met talrijke dendrologische kampioenen is ongeveer 5 hectare groot en is het oudste deel, waarvan de kern tot 1813 opklimt. Onder andere het eiland in de noordelijke hoek van de Pierpontstraat met de Pikkeleerstraat en de gracht er langs gaat terug tot het Primitief kadaster. Verder is er een ruim grasveld, brede wandelwegen in rode grind en een grote landschappelijke vijver, als hengelvijver in gebruik.
Het arboretum en de voormalige boomkwekerij ‘Harlaz’ uit 1913 ten oosten, aan de overzijde van de weg, is tot bos geëvolueerd. Dreven van bruine beuk (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’), Japanse lork (Larix kaempferi), Sawaraschijncipres (Chamaecyparis pisifera) en Cunninghamia lanceolata lopen door dit deel van het domein.
Het park omvat de rijkste verzameling van zeldzame bomen in de provincie Limburg, wat het park een belangrijke natuurwetenschappelijke waarde geeft. Merkwaardige bomen (opname in 1995) aan de rand van het grasveld of bij de grote, landschappelijke vijver zijn Griekse zilverspar (Abies cephalonica) (stamomtrek van 1,52 meter), zilveresdoorn met ingesneden blad (Acer saccharinum ‘Laciniatum’) (stamomtrek van 3,67 meter), witte paardenkastanje met opgaande takken (Aesculus hippocastanum ‘Pyramidalis’) (stamomtrek van 1,61 meter), tamme kastanje met ingesneden blad (Castanea sativa ‘Heterophylla’) (stamomtrek van 1,57 meter), Cunninghamia lanceolata ( Cunninghamia lanceolata ‘Glauca’) (stamomtrek van 1,05 meter), Amerikaanse beuk (Fagus grandifolia) (stamomtrek van 1,72 meter), gewone pluimes (Fraxinus ornus) (stamomtrek van 2,10 meter), amberboom (Liquidambar styraciflua) (stamomtrek van 2,28 meter), tupeloboom (Nyssa sylvatica) (stamomtrek van 2,59 meter), grauwe abeel (Populus canescens (x)) (stamomtrek van 3 meter), moseik (Quercus cerris) (stamomtrek van 4,10 meter), moeraseiken (Quercus palustris) (stamomtrekken van 4,34 en 2,39 meter), blikeik (Quercus velutina) (stamomtrek van 2,56 meter), gele treurwilg (Salix sepulcralis (x) ‘Chrysocoma’) (stamomtrek van 3,44 meter), redwood (Sequoia sempervirens) (stamomtrek van 0,89 meter), rijzige moerascipres (Taxodium ascendens) (stamomtrek van 2,55 meter), gewone moerascipres (Taxodium distichum) (stamomtrek van 4,04 meter) en gewone taxus, cultivar (Taxus baccata ‘Adpressa’) (stamomtrek van 0,80 meter). De rijke verzameling binnen een beperkte oppervlakte van zeldzame bomen, waarvan meerdere exemplaren meer dan 100 jaar oud zijn en respectabele afmetingen bereikt hebben, biedt het park een grote esthetische waarde.
Het kasteel de Pierpont is een laatclassicistisch kasteeltje uit de eerste helft van de 19de eeuw. De complexe hoofdvleugel bestaat uit een centraal gedeelte van drie traveeën en twee bouwlagen onder een mansardedak (leien) met dakruiter. Het betreft een bakstenen gebouw met licht verhoogde begane grond. De muurpenanten zijn opgevat als licht uitspringende pilasters; de middentravee is bekroond met een driehoekig fronton met kalkstenen oculus. De rechthoekige vensters hebben een vlakke kalkstenen omlijsting en waren oorspronkelijk allemaal beluikt. Een rechthoekig balkon met ijzeren hek bevindt zich boven de hoofddeur, die geflankeerd wordt door halfzuilen op hoge sokkel. De achtergevel vertoont een gelijkaardige ordonnantie, zij het met een verhoogde middentravee met een ijzeren hek onder pseudo-fronton met siervaas. De zijgevels hebben aandaken en vlechtingen.
De aangebouwde gedeelten tegen beide zijgevels zijn in dezelfde stijl gebouwd. Aan de linkerkant, haaks op het gebouw, staat een lage bijbouw onder mansardedak, voorzien van een bakstenen korfboogpoort in de voorgevel. Een torenachtig aanbouwsel van drie bouwlagen onder een ingezwenkt tentdak (leien) met een korfboogpoort in de voorgevel bevindt zich aan de rechterzijde.
Ten westen werd een dienstgebouw van zes traveeën onder een mansardedak (Vlaamse pannen) gebouwd, op een gevelsteen gedateerd 1830. Het is een bakstenen gebouw met (vermoedelijk) stallingen in de eerste twee traveeën, een vierkante, ingebouwde toren met houten bovenbouw en tendak (leien) in de derde travee en het koetshuis in de laatste drie traveeën. De rechthoekige vensters staan in een vlakke kalkstenen omlijsting en een deur in een gelijkaardige omlijsting op neuten. Het koetshuis is voorzien van een rondboogarcade van kalksteen, met sluitstenen en imposten. De zijgevels hebben aandaken en vlechtingen. Een aanbouwsel onder een lessenaarsdak bevindt zich tegen de rechterzijgevel.
Auteurs: Schlusmans, Frieda; Bats, Hubert
Datum: ca. 20e eeuw
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. & Bats H. ca. 20e eeuw: Domein De Pierpont [online], https://id.erfgoed.net/teksten/155092 (geraadpleegd op ).
Dendrologisch interessant park in landschappelijke stijl met riant katakter, nagenoeg 16 ha groot. Aangelegd in meerdere stappen in de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw op een oudere site, bij het in de eerste helft van de 19de eeuw gebouwde kasteel de Pierpont. Het park werd in 1971, samen met de voormalige boomkwekerij en het arboretum uit 1913 aan de overzijde van de steenweg, een openbaar park.
De kabinetskaart van de Ferraris (1771-1775) geeft voor de site ten zuiden van de stadsomwalling en ten oosten van de Pikkeleerstraat een grote boomgaard, drie geometrisch getekende vijvers en een huis. Het Primitief kadaster door R. Vandevelde (1828) noemt de site “De Bleuk” en toont twee geometrische vijvers (perceel nr. 70, 71) ten zuiden van het huis (perceel nr. 75), een derde vijver (perceel nr. 72) die niet meer is dan een gracht langs de straat en de omhaagde boomgaard (perceel nr. 76), ten noorden uitlopend op een omwald landschappelijk gedeelte, genoteerd als lustbos (perceel nr. 81), lusttuin (perceel nr. 77, 79, 80) en lustgrond (perceel nr. 78). Perceeltje nr. 74 wordt weergegeven als boomkwekerij. De kadastrale legger kent in 1844 rentenier Jan Godgaaf Hermans (1772-1856), stichter van één van de eerste boomkwekerijen in België, als eigenaar. De kaart van Vandermaelen (1846-1854) geeft geen boomaanplantingen meer weer in het gebied. Ten westen en ten oosten van de tussen 1777 en 1850 aangelegde steenweg worden weiden weergegeven.
Op de kadastrale opmetingsschets van 1879 verdwijnt de gracht en worden percelen samengevoegd, wat mag geïnterpreteerd worden als de opmeting van het park dat waarschijnlijk pas in landschappelijke stijl werd aangelegd. De vijvers worden pas op de schets van 1904 aangegeven.
Op de kaart van het Dépot de la Guerre (terreinopname 1871, uitgave 1877) liggen drie kleine volumes in los verband bij een grote vijver tussen de twee naar de stad lopende straten. De kaart van het Militair Cartografisch Instituut geeft de toestand van 1884 weer: de bebouwing bestaat uit een nieuw volume in U-vorm, een gebouw loodrecht op en één parallel met de straat. De vijver werd verlandschappelijkt door gedeeltelijke demping en bezit een eilandje. Twee gebogen wandelpaden vertrekken noordwaarts vanaf het huis door de boomgaard en weide. In de zwart-wit uitgave van 1911 bezat de vijver nog niet zijn huidige vorm en oppervlakte. Vanuit het kasteel vertrokken toen drie lanen, waarvan er twee doorlopen tot over de steenweg in een uitbreiding van het goed. Deze configuratie valt eveneens te lezen op de stafkaart van 1951 die de revisie op het terrein van 1933 weergeeft, op het moment dat het domein zijn hoogtepunt had bereikt.
Een uitbreiding van de gebouwen wordt in 1908 gekadastreerd en de samenvoeging van de percelen aan de overzijde van de steenweg in 1913. Mogelijk zijn deze wijzigingen de weerslag van de creatie van de bekende boomkwekerij van Joannes Hermans, vermaard botanist en verzamelaar van exoten. Het noordelijk gedeelte van het huidige park bij het landhuis werd door Hermans ingericht als lusthof. Na de dood van Jan Godgaaf Hermans gingen de gronden over in de handen van de familie de Pierpont uit Herk-de-Stad, die hun naam aan het kasteel gaven. Het domein is sedert 1971 als gemeentelijk bezit vrij toegankelijk. De meer zuidelijke gelegen boerderij aan de Pikkeleerstraat werd gesloopt, op de bakstenen straatmuur van de moestuin na.
Het kasteel de Pierpont is een laatclassicistisch kasteeltje uit de eerste helft van de 19de eeuw. De complexe hoofdvleugel bestaat uit een centraal gedeelte van drie traveeën en twee bouwlagen onder een mansardedak (leien) met dakruiter. Het betreft een bakstenen gebouw met licht verhoogde begane grond. De muurpenanten zijn opgevat als licht uitspringende pilasters; de middentravee is bekroond met een driehoekig fronton met kalkstenen oculus. De rechthoekige vensters hebben een vlakke kalkstenen omlijsting en waren oorspronkelijk allemaal beluikt. Een rechthoekig balkon met ijzeren hek bevindt zich boven de hoofddeur, die geflankeerd wordt door halfzuilen op hoge sokkel. De achtergevel vertoont een gelijkaardige ordonnantie, zij het met een verhoogde middentravee met een ijzeren hek onder pseudo-fronton met siervaas. De zijgevels hebben aandaken en vlechtingen.
De aangebouwde gedeelten tegen beide zijgevels zijn in dezelfde stijl gebouwd. Aan de linkerkant, haaks op het gebouw, staat een lage bijbouw onder mansardedak, voorzien van een bakstenen korfboogpoort in de voorgevel. Een torenachtig aanbouwsel van drie bouwlagen onder een ingezwenkt tentdak (leien) met een korfboogpoort in de voorgevel bevindt zich aan de rechterzijde.
Ten westen werd een dienstgebouw van zes traveeën onder een mansardedak (Vlaamse pannen) gebouwd, op een gevelsteen gedateerd 1830. Het is een bakstenen gebouw met (vermoedelijk) stallingen in de eerste twee traveeën, een vierkante, ingebouwde toren met houten bovenbouw en tendak (leien) in de derde travee en het koetshuis in de laatste drie traveeën. De rechthoekige vensters staan in een vlakke kalkstenen omlijsting en een deur in een gelijkaardige omlijsting op neuten. Het koetshuis is voorzien van een rondboogarcade van kalksteen, met sluitstenen en imposten. De zijgevels hebben aandaken en vlechtingen. Een aanbouwsel onder een lessenaarsdak bevindt zich tegen de rechterzijgevel.
Het domein bevindt zich aan weerszijden van de Sint-Truidersteenweg op ongeveer 500 meter zuidelijk van het centrum van Herk-de-Stad en bestaat uit het eigenlijke park met vijver ten westen en het arboretum ten oosten ervan. Het park is begrensd door de Pikkeleerstraat en de Sint-Truidersteenweg, is volledig omhaagd met een oude haag van éénstijlige meidoorn (Crataegus monogyna) aan de straat en een geschoren, nieuwe haagbeukhaag (Carpinus) aan de steenweg. Van de drie lanen op de historische kaarten blijven de twee zuidelijke over. Ze dienen als toegangen en de inritten zijn aangegeven door ingekorte en verder uit elkaar geplaatste hekpijlers van arduin met dekstenen en bekroning. De hekken zijn er uit gelicht. Aan de overzijde van de steenweg beantwoorden er eveneens hardstenen pijlers aan, als toegang tot de voormalige boomkwekerij.
Het Olmenhof met talrijke dendrologische kampioenen is ongeveer 5 hectare groot en is het oudste deel, waarvan de kern tot 1813 opklimt. Onder andere het eiland in de noordelijke hoek van de Pierpontstraat met de Pikkeleerstraat en de gracht er langs gaat terug tot het Primitief kadaster. Verder is er een ruim grasveld, brede wandelwegen in rode grind en een grote landschappelijke vijver, als hengelvijver in gebruik.
Het arboretum en de voormalige boomkwekerij ‘Harlaz’ uit 1913 ten oosten, aan de overzijde van de weg, is tot bos geëvolueerd. Het bevat nog talrijke exoten waaronder de Belgische kampioen Picea abies 'Cranstonii' Dreven van bruine beuk (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’), Japanse lork (Larix kaempferi), Sawaraschijncipres (Chamaecyparis pisifera) en Cunninghamia lanceolata lopen door dit deel van het domein.
(het cijfer tussen haakjes geeft de stamomtrek gemeten op 150 cm hoogte, cijfers uit 1995)
Merkwaardige bomen aan de rand van het grasveld of bij de grote, landschappelijke vijver zijn Griekse zilverspar (Abies cephalonica) (stamomtrek van 1,52 meter), zilveresdoorn met ingesneden blad (Acer saccharinum ‘Laciniatum’) (stamomtrek van 3,67 meter), witte paardenkastanje met opgaande takken (Aesculus hippocastanum ‘Pyramidalis’) (stamomtrek van 1,61 meter), tamme kastanje met ingesneden blad (Castanea sativa ‘Heterophylla’) (stamomtrek van 1,57 meter), Cunninghamia lanceolata ( Cunninghamia lanceolata ‘Glauca’) (stamomtrek van 1,05 meter), Amerikaanse beuk (Fagus grandifolia) (stamomtrek van 1,72 meter), gewone pluimes (Fraxinus ornus) (stamomtrek van 2,10 meter), amberboom (Liquidambar styraciflua) (stamomtrek van 2,28 meter), tupeloboom (Nyssa sylvatica) (stamomtrek van 2,59 meter), grauwe abeel (Populus canescens (x)) (stamomtrek van 3 meter), moseik (Quercus cerris) (stamomtrek van 4,10 meter), moeraseiken (Quercus palustris) (stamomtrekken van 4,34 en 2,39 meter), blikeik (Quercus velutina) (stamomtrek van 2,56 meter), gele treurwilg (Salix sepulcralis (x) ‘Chrysocoma’) (stamomtrek van 3,44 meter), redwood (Sequoia sempervirens) (stamomtrek van 0,89 meter), rijzige moerascipres (Taxodium ascendens) (stamomtrek van 2,55 meter), gewone moerascipres (Taxodium distichum) (stamomtrek van 4,04 meter) en gewone taxus, cultivar (Taxus baccata ‘Adpressa’) (stamomtrek van 0,80 meter). De rijke verzameling binnen een beperkte oppervlakte van zeldzame bomen, waarvan meerdere exemplaren meer dan 100 jaar oud zijn en respectabele afmetingen bereikt hebben, biedt het park een grote esthetische waarde.
Auteurs: De Maegd, Christiane; van den Bossche, Herman
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & van den Bossche H. 2003: Domein De Pierpont [online], https://id.erfgoed.net/teksten/191433 (geraadpleegd op ).