is aangeduid als beschermd cultuurhistorisch landschap Galgenberg
Deze bescherming is geldig sinds
De Galgenberg omvat een oud duinenlandschap met heiderelicten en is grotendeels begroeid met een eiken-berkenbos met aanplanten van naaldbomen.
De Galgenberg bevindt zich op de grens van Heusden en Zolder, tussen de tuinwijk De Lindeman (ten noorden) en het terrein van de voormalige steenkoolmijn Helchteren-Zolder (ten zuiden) en wordt in het noorden begrensd door de Galgenbergstraat, in het oosten door de Kolderstraat. De Terrillaan vormt de westelijke grens.
Het toponiem Galgenberg verwijst naar de aanwezigheid van een galg. Deze plek deed dienst als terechtstellingsplaats. Op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) wordt dit gebied weergegeven als deel van een groter heidecomplex, in het oosten en het zuiden omgeven door akkers en weiland. De kaart van Vandermaelen (1846-1854) geeft op deze locatie de aanduiding “bruyère” weer, wat heide betekent. Sinds 1993 is de Galgenberg een erkend natuurreservaat.
Het reliëf in dit heuvelachtige landschap stijgt van circa 50 meter +TAW aan de westkant tot circa 70 meter +TAW aan de oostkant van het beschermde gebied, waar het zich voortzet in de vorm van een hoogterras, het Kempens plateau. De ondergrond wordt gevormd door gronden behorende tot de Formatie van Diest, die bestaan uit heterogeen, glauconiethoudend, groen tot bruin zand. Het oude duinenlandschap omvat twee sterk verschillende bodemkundige eenheden: het oostelijk deel wordt gevormd door het puinkegelgrind van de Maas. De Galgenberg vertegenwoordigt de hier naar het westen vooruitspringende heuvel. Met deze heuvel begint op deze locatie het Kempens plateau. Dit deel gaat in het westen bruusk over in tertiair glauconiethoudend materiaal (diestiaan). De ondergrond is een klei-zandig verweringsmateriaal waarop allochtoon, door de wind verplaatst ijzerhoudend zand werd afgezet na de pleistocene sedimentatie. In het westelijk deel is met andere woorden onder invloed van de wind gedurende de ijstijden materiaal afkomstig van de getuigenheuvels gewaaid. Bijgevolg heeft het geheel een duinachtig, golvend patroon. De weggewaaide materialen zijn ijzerhoudende podzolen die via fossiel gevormde bodemevoluties een relatief specifieke bodemassociatie vormen, die in het gebied van de diestiaan getuigenheuvels regelmatig voorkomt. De bodemkaart geeft in het westen de aanwezigheid van een matig droge zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont weer (bodemtype w-Zcgc), in het oosten is dit een droge zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B horizont (bodemtype Zbft).
Voor de jaren 1950 was de volledige Galgenberg ingenomen door een heidelandschap met hier en daar een meestal natuurlijke en ijle opslag van bomen en struiken. Het gebied lag in het verleden braak, op enkele percelen met dennenaanplanten na. Het ontwikkelde zich, dankzij een minder doorlaatbare bodem, tot een typisch halfopen heide- en natuurlijk bosbiotoop. Het voorkomen van heide behorend tot het struikheide-kruipbremverbond in het noorden van het gebied met onder meer kruipbrem (Genista pilosa) en stekelbrem (Genista anglica) geeft dit gebied een belangrijke vegetatiekundige waarde. De vegetatie is langs de grenzen van de Galgenberg geëvolueerd naar een eiken-berkenbos, met hier en daar dichte aanplantingen van Corsicaanse (Pinus nigra subsp. laricio) en/of grove den (Pinus sylvestris). Onder de naaldbomen is de bodem bedekt met onverteerbare naalden en/of fijnbladige grassen als bochtige smele. Tredgemeenschappen behorende tot het borstelgrasverbond met onder andere liggende vleugeltjesbloem (Polygale serpyllyfolia) worden eveneens aangetroffen, net zoals groeiplekken van het zeldzame bladmos Campylopus introflexus en enkele fragmenten van de dopheide-associatie op de westelijke helling. Talrijke blad- en levermossen komen eveneens in het westelijk deel voor. Voor 1960 werd in dergelijk biotoop nog grote wolfsklauw (Lycopodium clavatum) gevonden. Het zuidelijk deel van de Galgenberg is grotendeels onbegroeid. Aan de randen komen enkele pioniersgemeenschappen uit het wegdistelverbond voor, in het bijzonder de slangenkruid-associatie met onder meer slangenkruid (Echium vulgare), teunisbloem (Oenothera biennis), kleine teunisbloem (Oenothera parviflora), wilde reseda (Reseda lutea) en wouw (Resda luteola). De lage verscheidenheid aan hogere plantensoorten in de rijk ontwikkelde heidevegetatie duidt op een hoge gaafheid van het terrein. De lager gelegen terreinen vertonen een grotere diversiteit door de inbreng van soorten die typerend zijn voor de omgeving van spoorwegen en terrils.
Volgens de Biologische Waarderingskaart wordt het zuidelijk deel ingenomen door ruigte, bremstruwelen, loofhoutaanplanten en grove den en blijven van de heide slechts enkele relicten over.
Auteurs: Cox, Lise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Galgenberg [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302737 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.