Duitse bunker van het type 52a, bedoeld als manschappenonderkomen, die deel uitmaakt van het bunkerdorp dat in en rond het park Den Brandt werd opgetrokken tijdens de Tweede Wereldoorlog ten behoeve van het hoofdkwartier van het 89ste Legerkorps. Dit bunkerdorp maakte deel uit van de Atlantikwall, een Duitse verdedigingsstelling die tijdens de Tweede Wereldoorlog langs de Europese westelijke kusten werd aangelegd om een geallieerde invasie tegen te gaan.
De Belgische kust werd tijdens een groot deel van de Tweede Wereldoorlog verdedigd door het Duitse 15. Armee (15de leger). Het LXXXIX Armeekorps (89ste Legerkorps), opgericht op 2 augustus 1942, stond eerst opgesteld in het gebied tussen Walcheren en Blankenberge, maar vanaf 11 november 1942 werd deze zone uitgebreid tot de volledige Belgische kust. Het hoofdkwartier van het 89ste Legerkorps werd ingericht in en rond het Park Den Brandt. Dit legerkorps stond in voor de verdediging van de kust, de monding van de Schelde en de haven van Antwerpen (Abschnitt Antwerpen). Voor dit Antwerpse verdedigingsgebied werd onder meer in het Stadspark van Antwerpen een hoofdkwartier ingericht waarvan drie bunkers bewaard zijn.
Vanaf de zomer van 1942 werden huizen rond het Park Den Brandt opgeëist voor de inkwartiering van militairen en de installatie van diensten van het hoofdkwartier van het 89ste Legerkorps. In het voorjaar of de zomer van 1943 werden twee grote bunkers opgetrokken in het park, geen standaardtype maar het speciaal type SK1 (Sonder Konstruktion 1). De meest oostelijke bunker herbergde de Führung, de bevelhebber met operationele staf, de andere was bedoeld voor de Quartiermeister (tweede stafofficier) en ondersteunende diensten. Op een plan van 11 juni 1943 worden behalve deze twee grote bunkers ook nog een bunker voor Nachrichten (communicatie) in de Della Faillelaan aangeduid. Het zou gaan om een bunker van bouwsterkte Ständige Ausbau (St, met muren van minimum twee meter dikte). Volgens sommigen betreft het een Regelbau 608. Op deze bunker zou na de oorlog een huis worden opgetrokken.
Er verschenen eveneens zes bunkers van bouwsterkte verstärkt feldmäβig (Vf), met muren van één meter sterkte, waarvan vijf van het type 52a en één van het type 57a. Het type 52a werd ontworpen als Gruppenunterstand of manschappenbunker, het type 57a als Sanitätsunterstand of medische post. Daarnaast waren er in en rond het park ook heel wat kleinere (bakstenen) constructies opgetrokken, zoals schuilplaatsen, garages, munitieopslagplaatsen enzovoort. Ten noorden van het park werd een Sicherungsring aangelegd ter verdediging van het hoofdkwartier, met stellingen en luchtafweer.
Op het nabijgelegen Wilrijkse Plein verschenen onder meer drie bunkers met een bouwsterkte Ständige Ausbau, waarvan een communicatiebunker (Regelbau 618) en twee manschappenbunkers (Regelbau 622).
De functie van het bunkerdorp als hoofdkwartier van het 89ste Legerkorps werd eind augustus 1944 opgeheven, onder druk van de geallieerde opmars. Het bunkerdorp fungeerde nog heel even als een vooruitgeschoven commandopost voor de versterkingen die vanuit Nederland aanrukten om een verdedigingslinie tussen Antwerpen en Brussel op te zetten. Toen Antwerpen op 4 september 1944 werd bevrijd, viel dit plan echter in het water.
Op 1 juli 1947 werd al het materiaal openbaar geveild, dat zich in en rondom de bunkers bevond. Volgens een bestek van 19 juli 1947 waren de bunkers gepland om te slopen, maar op 20 maart 1948 bleken de plannen aangepast te zijn. Ongetwijfeld speelden de hoge kosten om de stevige betonnen constructies te slopen, hierin een rol. Kleinere (bakstenen) constructies zijn evenwel verdwenen.
Dit betreft een bunker van het type 52a, bedoeld als Gruppenunterstand, dus als onderkomen voor een Gruppe. Een Gruppe bestond doorgaans bestaande uit tien infanteristen. Het betreft één van de zes bunkers die langs eenzelfde dreef (Paardendreef, in het verlengde van de Hagedoornlaan) zijn opgetrokken. De bunker is meer bepaald opgetrokken ten zuidwesten van de twee grote commandobunkers, ten noorden van de dreef, schuin tegenover de bunker van het type 57a.
De Gruppenunterstand is in een verzonken positie gebouwd. De constructie, ongeveer 8,5 op 7,4 meter groot, heeft buitenmuren en een dak van één meter dikte (bouwsterkte verstärkt feldmäβig of Vf) uit gewapend beton. De dakranden zijn afgeschuind. Op het dak zitten bakstenen schoorstenen (of verluchtingspijpen). De bunker kan betreden worden via twee trappen tussen betonnen scherfmuren die leiden tot de toegangen, die op hun beurt het uiteinde vormen van eenzelfde gang. In de gang is de markering ‘L’ in zwarte verf aangebracht, verwijzend naar de minder sterke uitvoering in Vf. Haaks op deze gang zijn er twee binnenruimtes.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2025: Bunker type 52a [online], https://id.erfgoed.net/teksten/443879 (geraadpleegd op ).
Elf Duitse bunkers van het bunkerdorp aan het park Den Brandt werden beschermd als monument. Ze maakten deel uit van de Atlantikwall die opgericht werd om de geallieerde invasie tegen te gaan. Deze bunker betreft een verzonken bunker van het type 52a en dateert uit 1943.
Het bunkerdorp aan het park Den Brandt werd op 31 juli 1942 opgericht als hoofdkwartier van het LXXXIX AK legerkorps als onderdeel van de Atlantikwall. De Atlantikwall had als functie de versterking van de Belgische kust tot de Westerschelde. Voor de commandovoering werden in het park Den Brandt twee grote commandobunkers van het type "Stand für Generalkommando" (SK1) gebouwd. In de ene commandobunker was de operationele staf ondergebracht, in de andere de ondersteunende staven van de leiding van het legerkorps.
Op 6 juni 1943 werden nog verschillende bunkers en constructies bijgebouwd, onder andere vijf manschappenverblijven en één lazaretbunker. Het Wilrijkse Plein was het communicatiecentrum van het hoofdkwartier. Van hieruit werden de telefoon-, radio- en telexverbindingen met de ondergeschikte eenheden of met de hogere commando’s onderhouden.
De belangrijkste generaal van het LXXXIX AK was General der Infanterie Werner Von und zu Gilsa. Op 1 juli 1943 kreeg hij het bevel over het AK. De opmars van de geallieerden in 1944 zorgden ervoor dat de gehele staf van het legerkorps op 29 augustus verhuisde naar Aire-sur-La-Lys. Na het vertrek van Von und zu Gilsa werd Den Brandt een vooruitgeschoven commandopost voor de versterkingen die vanuit Nederland aanrukten om een verdedigingslinie tussen Antwerpen en Brussel op te zetten. Toen Antwerpen op 4 september 1944 werd bevrijd, viel dit plan echter in het water.
Op 1 juli 1947 werd al het materiaal dat zich in en rondom de bunkers bevond openbaar geveild. Volgens een bestek van 19 juli 1947 waren de bunkers gepland om te slopen, maar op 20 maart 1948 bleken de plannen aangepast te zijn.
Langs de dreef haaks op de ingang, de Paardendreef, bevinden zich nog een zestal bunkers. Vijf hiervan zijn bunkers van het type 52a en werden gebouwd in 1943. Deze bescherming handelt over de bunker gelegen tegenover de lazaretbunker (type 57a) en ten zuidwesten van de tweede SK1-bunker aan de ingang van het park. De bunker heeft een wanddikte van één meter. Het is een type bunker dat voor meerdere doeleinden kan gebruikt worden, voor manschappen of voor opslag. De bunker heeft een gang waar twee lokalen op uitkomen en werd in een verzonken positie gebouwd. Een trap leidt naar de gang met de twee lokalen.
De bunker dient als een geheel gezien te worden met de andere bunkers aan het park Den Brandt en het Wilrijkse Plein.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DA002389, Bunkerdorp LXXXIX AK.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2004: Bunker type 52a [online], https://id.erfgoed.net/teksten/190673 (geraadpleegd op ).