is aangeduid als beschermd cultuurhistorisch landschap Muggenbos
Deze bescherming is geldig sinds
Het Muggenbos, een historisch stabiel bos, vormt een relict van een zeer groot boscomplex dat tijdens de 19de eeuw werd ontgonnen. Typerende elementen als een boswal, hakhoutstoven, knotbomen en het onregelmatige padenpatroon getuigen van de wijze waarop de mens eeuwen geleden het bos beheerde.
Het Muggenbos, met een oppervlakte van circa 1,9 hectare, bevindt zich in de deelgemeente Nieuwerkerken en wordt volledig ingesloten door bebouwing, namelijk langs de Tijdlozenstraat in het noorden, de Muggenboskensstraat in het oosten, de Rode Haagstraat in het zuiden en de Kasteelstraat in het westen.
Het Muggenbos bevindt zich ongeveer halverwege een zachte zuidwest-noordoost georiënteerde helling naar de Raasbeek toe. De hoogte bedraagt 45 tot 53 meter +TAW. De hoogtelijn van 50 meter +TAW doorsnijdt het gebied.
De ondergrond van het gebied bestaat uit tertiaire oligocene afzettingen, namelijk twee zandige eenheden gescheiden door een kleiige eenheid (Formatie van Bilzen). Het tertiair pakket is bedekt met een zandlemig niveo-eolisch dek van ongeveer 1 meter dik. De scheiding tussen het tertiair en het pleistoceen is gevormd door zandige solifluctielagen of door klei-zandige verweringshorizonten. De hoge vochtigheidsgraad met kwelverschijnselen op de hoger gelegen delen van het bos kunnen verklaard worden door de kleihorizont in de ondergrond.
Het Muggenbos bevindt zich in de zandleemstreek. De bodem varieert van het noordoosten (lager gelegen deel) naar het zuidwesten (hoger gelegen deel) van een natte zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (bodemtype Lec) naar een matig natte zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (bodemtype wLdc), een matig natte lichte zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (wPdc) en een matig droge zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (bodemtype wLcc). Het is een uitgeloogde gedegradeerde bodem. Aan de oppervlakte treedt onder een ruwe humuslaag podzolistatie op. Een zand- en/of kleisubstraat komt voor op geringe diepte. De waterhuishouding van dit gebied kenmerkt zich door een overgang van een tamelijk goede drainering in het zuidelijk gedeelte naar een slechte drainering in het noordelijk gedeelte.
Het aantal geïnventariseerde plantensoorten in het Muggenbos bedroeg in 1994, op het moment van de bescherming, 103. In vergelijking tot andere natuurgebieden in Vlaanderen met een gelijkaardige oppervlakte herbergt het Muggenbos bijna drie maal zoveel soorten als gemiddeld.
Het Muggenbos kan op basis van de vegetatieanalyse ten tijde van de bescherming grotendeels getypeerd worden als een eiken-haagbeukenbos. Dit type bos komt voor op (matig) voedselrijke, in het algemeen droge bodems met een gunstig adsorptiecomplex (bruine bosgronden en humuscarbonaatgronden). Daarnaast komen er plaatselijk delen voor van de vochtige subassociatiegroep allietosum voor, met oa. de sterke aanwezigheid van daslook (Allium ursinum) die aspectbepalend is voor dit deel van het bos, andere soorten zijn kenmerkend voor een kalkrijke bodem. Er komen tevens heel wat soorten uit het elzen-vogelkersverbond in het bos voor in het Muggenbos. Dit qua vegetatie afwijkend deel van het Muggenbos behoort niet tot het oude bos. Het is te beschouwen als een recente uitbreiding door spontane vestiging van pioniersoorten als els (Alnus) en wilg (Salix). De droge subassociatiegroep van het eiken-haagbeukenbos wordt aangetroffen in het drogere deel van het bos. Verschillende soorten van het zuurdere, voedselarmere en droge tot min of meer vochtige verbond van zomer- en wintereik zijn er aanwezig naast een aanplant van Amerikaanse eik (Quercus rubra).
Uit de vegetatieanalyse blijkt dat het Muggenbos een mantel bevat van de sleedoornorde. De aanwezigheid van mantelsoorten midden in het bos is volgens V. Westhoff een typisch kenmerk van hakhoutbossen. Westhoff spreekt in dit verband van een over het bos uitgesmeerde mantel. Dit wordt verklaard doordat het microklimaat van een mantel en van een hakhoutbos bepaalde kenmerken, zoals onder andere de lichthoeveelheid, gemeen hebben.
De rand van het Muggenbos bevat vele soorten van gestoorde milieus, naast meer lichtminnende soorten van het grasland. De sterke aanwezigheid van menselijke beïnvloeding is niet alleen merkbaar aan de rand van het bos. Op plaatsen in het bos waar vuur werd gestookt gedijen zeer specifieke soorten.
Het Muggenbos bevat een vrij groot aantal zeldzame bosplanten, op enkele uitzonderingen na, kenmerkend voor oude eiken-haagbeukenbossen. Zij zijn voor hun overleving afhankelijk van het voortbestaan van het bos als begroeiing. Het aantal typische bossoorten is bepalend voor de ontwikkelingstoestand van het bos. Vele echte bosplanten beschikken slechts over een lage verspreidingscapaciteit. Het grote aantal oudebosplanten in het Muggenbos heeft te maken met de bodem en met het licht dat de bosbodem bereikt. Het grootste aantal oude bosplanten komt voor op zandleem-en leembodems met een hoog lichtregime. Dit laatste heeft te maken met het gevoerde beheer als hakhoutbos.
Geïsoleerde bomen in een aantal privétuinen (nog bewaard op het moment van de bescherming) getuigen van de oppervlaktevermindering ten gevolge van de verkaveling en toenemende bebouwing langs de omliggende gebouwen. Bepaalde kenmerken van het bos zelf, zoals het onregelmatig padenpatroon, de niet rechtlijnige begrenzing, het voorkomen van een met haagbeuk (Carpinus betulus) begroeide wal langs de zuidrand van het bos en de aanwezigheid van knotbomen langs de bosrand tonen aan dat het om een oud bos gaat.
Volgens de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) maakte het huidige Muggenbos, net zoals het Galgenbos en Mielenbos (ten oosten van het beschermde landschap), deel uit van een groot boscomplex dat zich uitstrekte tussen de kernen Rummen/Nieuwerkerken en Terbermen, Wijer, Kozen en Kortenbos. Het Muggenbos situeerde zich aan de westrand van een uitloper van dit complex ter hoogte van Nieuwerkerken. De huidige noordzijde van het bos vormde vermoedelijk in die periode eveneens de bosrand.
De kaarten van J.F. Bonniver (1815-1830) tonen aan dat het boscomplex na de Ferraris sterk verkleind en versnipperd werd. Vooral ter hoogte van kastelen en kasteelhoeven bleef het bos gespaard. Elders werd het ontgonnen en omgezet tot akker- of weiland. Het Muggenbos heeft zijn overleving waarschijnlijk aan de nabijheid van het kasteel van Nieuwerkerken te danken. De oppervlakte van het overblijvend gedeelte waartoe het Muggenbos behoorde bedroeg ongeveer 5 hectare. De meer gedetailleerde verzamelkaart van het kadastrale plan van Nieuwerkerken (1824) en de bijhorende Plans Supplémentairs tonen dezelfde toestand als opgetekend door Bonniver. Op de kaart van Vandermaelen (1846-1854) wordt enkel een grenswijziging langs de noordzijde van het gebied vastgesteld. De verschillende kaarten van het Dépôt de la Guerre van het Institut Cartographique Militaire (1877-1866-1932) laten wat betreft oppervlakte en begrenzing dezelfde toestand zien als de kaarten van Bonniver of de Primitieve kadasterplannen.
De topografische kaart (herziening 1976) is voor het eerst sinds de kaart van Bonniver een belangrijke inkrimping te zien ten gevolge van de verkaveling langs de Kasteelstraat. Het kadasterplan van 1979 toont een verdere afname van de oppervlakte als gevolg van bebouwing langs de Tijdlozenstraat. De oppervlakte bedroeg op dat moment 2 hectare 13 are 51 centiare. De verkaveling van de Muggenboskensstraat en Rode Haagstraat na 1979 heeft het bos zijn huidige configuratie en oppervlakte bezorgd.
Het Muggenbos is dus een relict van een minstens twee eeuwen oud, zeer groot boscomplex dat tijdens de eerste decennia van de 19de eeuw werd ontgonnen. De aanwezigheid van talrijke karakteristieken, zoals hakhoutstoven en knotbomen, getuigt van de wijze waarop de mens eeuwen geleden het bos beheerste. De meestal met schaduwtolerante boomsoorten dicht beplante boswallen, vaak voorzien van een greppel, deden dienst als veekering, terwijl knotbomen meestal als eigendomsbegrenzing aangewend werden. Het knotten liet bovendien een regelmatige houtoogst buiten het bereik van vee toe. Zeer oude bossen worden ook gekenmerkt door omvangrijke hakhoutstoven en door een grote variatie in de afmetingen van deze stoven. Het Muggenbos bezit zowel zeer kleine als zeer grote stoven. Halverwege jaren '90 had een essenstoof een omtrek van 3,8 meter op een hoogte van 1,2 meter. Essenstobben met een dergelijke omvang zouden volgens O. Rackman minstens 400 jaar oud kunnen zijn.
Auteurs: Cox, Lise; Bats, Hubert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Nieuwerkerken
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Muggenbos [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302769 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.