Vermoedelijk een eenheidsontwerp uit het begin van de jaren 1920: kapelanie (nummer 3) aansluitend bij de dekenij (nummer 5) via een gebogen tuinmuur met casementen onder overkragend korfboogfries; erin opgenomen deur en twee garagepoorten. Imitatieve variante op de lokale renaissancestijl, het meest uitgesproken bij de dekenij zie onder meer versierde boogvelden, kozijnconstructies en geprofileerde schoorstenen. Gele baksteenbouw op plint of sokkel van Atrechtse zandsteen.

Nummer 3. Enkelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nokrichting loodrecht op de straat, leien). Trapgevel horizontaal geleed door middel van puilijst en eenvoudig hoofdgestel. Verankerde geveltop met rondbogig casement links en rechts van het zoldervenster. Getoogde muuropeningen. Deels vrijstaande rechter zijgevel afgelijnd met tandlijst. Achtergevel: trapgevel.

Nummers 5. Twee breedhuizen, onder meer een dubbelhuis, respectievelijk met twee bouwlagen van vijf traveeën en anderhalve bouwlaag van vier traveeën, onder gebogen zadeldak (leien); overstekende dakrand met sierlijstje op houten modillons. Verankerde lijstgevels. Rechthoekige muuropeningen verdiept in korf- of tudorboogomlijstingen op afzaat; metselmozaïek in de boogvelden. Gebruik van houten kozijnconstructies voor ramen en deuren; onder meer kruis- en bolkozijnen met kleine roedeverdeling. Drie dakvensters met trapgevel. Houten dakkapellen (dubbelhuis). Zijtrapgevels (dubbelhuis), linker met gemarkeerde schoorsteentravee en hoeksteunberen met versnijdingen. Geprofileerde schoorstenen met pilastertjes. Dubbelhuis: rechter benedenvenster deels dichtgemetseld.