erfgoedobject

Ereperk en oorlogsmonument

bouwkundig element
ID
302871
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302871

Juridische gevolgen

Beschrijving

De begraafplaats, die dateert van 1929, heeft een kruisvormige aanleg met een hoofdas vertrekkend aan de Lepelstraat en een haakse dwarsas met links de strooiweide en rechts het graf van de familie Gevaert. Het ereperk beslaat, begrensd door beide assen, het zuidoostelijk deel van de begraafplaats. Het erepark bestaat uit het herdenkingsmonument en kleine herdenkingskruisjes. Het weerstandsmonument bevindt zich vooraan op hetzelfde perk.

Historiek

De Duitse bezetters vestigden in juni 1940 de Erla Maschinenwerk GmbH Leipzig in de verlaten ateliers van het voormalige autobedrijf Minerva, gelegen aan de Vredebaan in Mortsel. Hier zouden zij jachtvliegtuigen en bommenwerpers onderhouden en herstellen, terwijl in de vroegere parketfabriek Lachapelle, net naast Erla, vanaf 1941 het nazicht van vliegtuigmotoren onder leiding van Daimler-Benz plaatsvond. Deze bedrijvigheid ontsnapte uiteraard niet aan de aandacht van de geallieerden die beseften dat het goed draaiende militaire, economische en industriële systeem van de Duitsers moest worden ontwricht. Hiertoe besloten zij een reeks strategische bombardementen uit te voeren die de Duitse organisatie zouden verzwakken. De fabrieken van Erla, Daimler-Benz en Gevaert waren doelwit bij uitstek. Er werd die namiddag in april bijna 222.713 kilogram bommen boven Mortsel gedropt... het grootste bombardement in België tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Kinderen in onder meer de Guido Gezelle – jongensschool, de Sint-Lutgardis – meisjesschool en het Sint-Vincentius Lyceum werden opgeschrikt en renden voor hun leven. Voor 209 leerlingen kwam alle hulp te laat. Ook in het centrum van Mortsel kwamen passanten, bus- en trampassagiers en inwoners om het leven. In de Gevaert-fabriek vielen 49 slachtoffers, terwijl in het hoofddoel, de Erla-fabriek, 133 werknemers stierven. Ook de materiële schade was bijzonder groot: de ravage in Mortsel was immens. Duizenden woningen werden beschadigd, waarvan 208 huizen totaal vernield. De eindbalans: 936 doden (onder wie 384 Mortselaars), 89 vermisten, 1342 gekwetsten. Op 9 april vond de begrafenis plaats met een plechtige dienst in de kathedraal van Antwerpen. Nadien ging een stoet van lijkwagens richting Mortsel, waar op het Gemeenteplein een stil treurmoment voor de slachtoffers plaatsvond. Ten slotte werden de doodskisten verzameld op de begraafplaats van Mortsel-Dorp die voor eeuwig zou getuigen van het drama dat zich die week in Mortsel had afgespeeld.

Het monument ter herinnering van de slachtoffers van 5 april 1943 werd opgetrokken in 1954, op initiatief van de Middenstandsbond van Mortsel. Deze aanzet werd reeds in 1949 gegeven en had als doel het voorlopige houten kruis dat destijds door Groot-Antwerpen werd opgericht op de begraafplaats, te vervangen. Via een prijskamp werd de ontwerper van het monument bepaald: dit werd kunstbeeldhouwer P. Vermeiren uit Boechout. De uitvoering was in handen van A. Staes uit Mortsel. In 1964 waren er herstellingswerken nodig die werden uitgevoerd door L. Brosens uit Mortsel.

Het weerstandsmonument werd onthuld op 2 november 1945. In een document uit 1949 wordt dit monument voluit omschreven als het "Eremonument tot aandenken van de gefusilleerden en politieke gevangenen in de concentratiekampen overleden, gevallen in dienst van ’t Vaderland – 1940 Weerstand 1945". Hiertoe verleende de gemeente kosteloos een grondvergunning aan de Weerstandsgroeperingen, afdelingen Mortsel die het initiatief tot oprichting van het monument namen. Nadien werd het monument overgegeven aan het gemeentebestuur die het onder zijn bescherming nam.

Het bombardement op Mortsel heeft veel leed veroorzaakt bij de stad en haar inwoners. Bovendien werd de verwerking nog bemoeilijkt door het karakter van de gebeurtenis: niet de Duitsers, maar de geallieerden hadden de bommen gelost. Hierdoor werden de ramp in Mortsel en het trauma van haar inwoners lange tijd niet officieel erkend.

Beschrijving

Het erepark bestaat uit het herdenkingsmonument en kleine herdenkingskruisjes. Het weerstandsmonument bevindt zich vooraan op hetzelfde perk.

Het herdenkingsmonument bestaat uit een monumentaal kruis op een in kern bakstenen muur die is afgewerkt met blauwe hardstenen platen. De voorzijde van het monument is in horizontale geleding opgebouwd uit een betonnen funderingsstrook, hardstenen plintplaten, een onderlijst en opnieuw platen die bovenaan zijn afgewerkt met een lijst.

Het bovenste stuk van het deel (middelhoog) aansluitend op het kruis is een massief blok dat deels rust op de lagere lange muren. Het onderste deel van dit middelhoog blok is opgebouwd uit platen. Ook het centrale en hoog kruis is massief steenwerk. Aan de voorzijde van het monument bevindt zich onderaan het kruis in bas reliëf het wapenschild van Mortsel met de beeltenis van Sint-Benedictus, beschermheilige van de stad. Daaronder op de horizontale sokkel, vindt men het opschrift met de datum van het bombardement, 5 april 1943.

Op het groot met gras begroeid, rechthoekig perk staan 491 kleine kruisjes voor 543 slachtoffers, waarbij soms één enkel kruisje werd geplaatst voor meerdere onbekenden. De eenvoudige witstenen kruisen staan in evenwijdige rijen, ze steunen op een betonnen sokkeltje waarin een ijzeren pin werd bevestigd en worden per rij opgefleurd door gevarieerde, lage, vaste bloeiende plantensoorten.

Het monument voor de weerstand ligt aan de westzijde van het ereperk. Het hardstenen monument bestaat uit een grote basisplaat waarop een rechthoekige tombe is aangebracht en achteraan vier zuilen met gebogen kapiteel in een halve cirkel onder doorlopende dekstenen waarop "1940 WEERSTAND 1945". Links en rechts staan er telkens drie afgeronde grafkruisen van de vijf terechtgestelden en een gesneuvelde (Engeland). Op de tombe staat het opschrift: "GEDACHTENIS AAN/ ONZE DIEPBETREURDE MAKKERS/ GEVALLEN IN DIENST VAN VADERLAND" met eronder de namen van de terechtgestelden, de gesneuvelde en de slachtoffers van de concentratiekampen. Het monument is rechts op de basis gesigneerd CL. JONCKHEER FILS/HOBOKEN, een gekende Antwerpse steenhouwersfirma. Eveneens ten westen, aansluitend bij het ereperk, op de grens van de begraafplaats en in de as van de dwarse wandelweg ligt het graf van de familie Gevaert op een omhaagd perceel met gras, bloemperkje en bomen. Het is een sobere, trapsgewijs opgebouwde tombe van hardsteen, driehoekig afgesloten en afgewerkt met een kruismotief gevormd met verwijzing naar een stola. Oorspronkelijk bevond dit familiegraf zich op de begraafplaats van Mortsel-Oude God. In 1995, bij de sluiting van de begraafplaats, werden de stoffelijke resten van de familie Gevaert en het grafmonument naar hier overgebracht.

Op de noordoostelijke hoek van het ereperk, naast het monument, bevinden zich het grafmonument van de familie Rosseels en de graftombe van de families Mayer-Van den Bergh en d’Udekem d’Acoz, dit laatste, plastisch uitgewerkt grafmonument met neobarokke inslag werd circa 1895 ontworpen door architect Joseph Hertogs (1861-1930) die als het ware de "huisbouwmeester" was van de familie Mayer-Van den Bergh. Het grafmonument, in 1959 overgebracht van het vroegere kerkhof rond de Sint-Benedictuskerk, bestaat uit een eenvoudige driedelige, bovenaan afgeronde deksteen en een rijk uitgewerkt grafmonument met een zittende vrouwenfiguur met lauwerkrans in de hand, de omringende nis wordt gevormd door zuiltjes, topvazen, krulvoluten, fries, rondboogveld met kruismotief en bekronend driehoekig fronton.


Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/11029/101.1, Mortsel: ereperk bombardement Mortsel 5 april 1943
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ereperk en oorlogsmonument [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302871 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.