Serristenwoning in de top gedateerd 1913, gelegen boven het straatniveau in een omringende tuin. Als 'nieuwe bouwing' geregistreerd op het kadaster in 1915 in opdracht van Gilbert-Pieter Denayer, bediende. Op een luchtfoto van 1971 zijn de serres op het achterliggende perceel nog zichtbaar. Voorbeeld van een serristenwoning uit het begin van de 20ste eeuw, gelinkt aan de eerste bloeiperiode van de druiventeelt.

Vrijstaande tweegevelwoning, opgetrokken uit baksteen met een traditionele opbouw en indeling, twee traveeën en twee bouwlagen onder pannen bedaking, overkragend op schoorstukken. Typische combinatie van een puntgevel voor het linkse vensterrisaliet en een lijstgevel voor de rechtse deurtravee. Door haar rijkere uitwerking verwijst de woning naar de nieuwe status van de eigenaar-serrist. Het geheel heeft een gebosseerde onderbouw en biedt een kleurrijk uitzicht door de decoratieve verwerking van witte baksteen voor onder meer muurbanden en ontlastingsbogen. De venstertravee wordt gemarkeerd door een rechthoekig spaarveld met op de bovenverdieping een deurvenster voorafgegaan door een eenvoudig balkon met houten leuning; dit spaarveld wordt bekroond door een fries, afgelijnd met witte baksteen. De rechthoekige muuropeningen met afgeronde bovenhoeken behielden hun oorspronkelijk schrijnwerk met roedeverdeling en gehamerd glas in de bovenlichten; de overluifelde deur is omwille van de licht verhoogde begane grond toegankelijk via een steektrapje.