Villa met omringende tuin, uit het begin van de 20ste eeuw. Op het kadaster werd de villa in 1905 geregistreerd als 'nouvelle construction' in opdracht van Paul-Emiel Goeyens-Friché, nijveraar Brussel. Het geheel bestond toen uit de woning, een 'lusthof, kiekenkotten en een broeikas'. Hoewel in de literatuur aangehaald als villa Elsa, wordt het pand op een oude prentkaart benoemd als 'Villa Elly'.

Onderkelderde baksteenbouw van twee traveeën en twee bouwlagen op een gebosseerde onderbouw en afgedekt door een mansardedak (kunstleien en pannen) met een oeil-de-boeuf en dakvensters onder een driehoekig fronton. Voortgaande op een oude prentkaart was de villa voorheen onbeschilderd, doch vandaag voorzien van een ecru-beschildering. De lijstgevel met enkelhuisopstand wordt geopend door steekboogvormige muuropeningen met bewaard schrijnwerk. De vrij sterk verhoogde begane grond is toegankelijk via een steektrap, oorspronkelijk met een fraaie ijzeren luifel met art-nouveau-kenmerken. Het geheel wordt horizontaal geaccentueerd door de volledig omlopende, gecementeerde en witgeschilderde muurbanden en een eveneens omlopende houten kroonlijst op modillons. Onder de kroonlijst zijn de steigergaten met vullingen zichtbaar. Tegen de linkerzijgevel met door hoekkettingen gemarkeerde schoorsteenaanzet bleef een authentieke veranda bewaard, eveneens toegankelijk via een steektrap. De veranda wordt gekarakteriseerd door een fraai uitgewerkt hoofdgestel dat gesteund wordt door pilasters met verdiepte schacht en noppenmotief op het kapiteel, tussen de glaspartijen. Oorspronkelijk was de veranda bekroond met een terras, omgeven door een houten balustrade.