Molenhuisje van een bovenslagwatermolen van 1662, gelegen ten noorden van de IJse en ingeplant op de hoek met de Engelselaan. Ooit behoorde de molen toe aan de priorij van Groenendaal.
Historiek
Een akte van 29 september 1661 vermeldt: "acte van consent voor de paters van het goedshuys van Groenendael om te moghen stellen eenen korenmolen op hunne vijvers geleghen beneden de convents bempden". De molen mocht enkel dienen voor eigen gebruik en bleef slechts beperkte tijd (25 jaar) in gebruik omwille van het lage rendement en in 1687 vroeg de prior de toelating een andere (wind)molen te bouwen in de omgeving van het klooster "in plaetse vanden watermolen die bij mancquement van water alsnu zoude ongedinstigh geworden zijn". Het pand bleef wel in het bezit van de priorij.
Tijdens de Franse Revolutie werd de molen als zwart goed verkocht. Na diverse eigenaars werd het gebouw omstreeks 1920-1921 eigendom van de elektriciteitsmaatschappij die er een betonnen waterreservoir liet aanleggen. Later werd het reservoir omgevormd tot park. Na verkoop in 1989 werd het molenhuisje op basis van zichtbare bouwsporen 'historiserend' gerestaureerd, zie oude foto's, en omgevormd tot woning. Van de oorspronkelijke inrichting en het waterrad bleef niets bewaard. Het gebint daarentegen bleef wel bewaard.
Beschrijving
Breedhuis opgetrokken in traditionele bak- en zandsteenstijl, gedateerd 1662 en omgeven door een kleine tuin. Het gebouw heeft een rechthoekige plattegrond , telt twee traveeën en één bouwlaag onder een vernieuwd leien zadeldak tussen aandaken. Kalkzandsteen werd zoals gebruikelijk aangewend voor de hoekkettingen, muurbanden, steigergaten, onderbouw en omlijstingen. Voorgevel aan noordzijde met deur in nieuw ingebrachte rondboogomlijsting onder druiplijst. De overige muuropeningen zijn eenvoudig rechthoekig, al dan niet voorzien van een (gedeeltelijke) omlijsting van kalkzandsteen.
Zijgevels met vlechtingen, top- en schouderstukken. Nieuw ingebrachte gevelsteen met jaartal 1662 in westgevel; in deze gevel is er ook een opmerkelijke horizontale versiering met ruitpatroon in gesinterde baksteen, ongeveer halverwege de gevel, en een spoor van een rondbogige ontlasting. Kloosterkozijn in de oostgevel.
- ERKENS M. 1991: Het Molenhuisje van Hoeilaart (2), Zoniën 15.1, 3-9.
- GOFFIN Y. & ERKENS M. 1996: Le 'molenhuisje' de Hoeilaart, Maisons d’hier et aujourd’hui 111, 2-10.
- SMETS E. 1990: Het Molenhuisje van Hoeilaart, Zoniën 14.4, 279-285.