Achterin gelegen en recent opnieuw geschilderde serristenwoning uit de eerste bloeiperiode van de druiventeelt. Diepe voortuin aan de straat afgezet door een laag muurtje, gecementeerd als imitatienatuursteen met bekronend ijzeren hek tussen geblokte, eveneens gecementeerde en beschilderde pijlers.

De woning, waarvan de bouw werd aangevat in 1890, werd in 1891 kadastraal geregistreerd als 'nouvelle construction' in opdracht van Dominicus Mat-Goens, herbergier, 'wijnstokkweeker'. Dominicus Mat (1856-1928), in het dagelijkse leven Mienus en leraar van opleiding, kon door de eerste grote schoolstrijd zijn beroep slechts korte tijd uitoefenen; in navolging van de Sohies en andere druivenkwekers ging hij daarom over op druiventeelt, later zal hij het meermaals tot schepen van Hoeilaart brengen. Zoals vaak voorkwam in die periode werd er in zijn woning ook een café uitgebaat met een zaaltje op de bovenverdieping. In 1901 gebeurde de kadastrale intekening van het linkse aanbouwsel samen met enkele bijkomende serres. Dominicus Mat zou uiteindelijk 25 serres bezitten waarvan 5 voor perziken.

Het uitzicht van deze woning sluit aan bij de typische, zij het eenvoudige burgerhuizen uit het einde van de 19de eeuw. Met schijnvoegen bepleisterd en beschilderd breedhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder een tentdak van mechanische pannen. Lagere aanbouw links. Lijstgevel met dubbelhuisopstand, op de begane grond links gemarkeerd door een later toegevoegde (zie ook oude prentkaart) driezijdige erker met rechthoekige vensters en een decoratief uitgewerkt hoofdgestel. De overige, licht getoogde vensters zijn gevat in een vlakke omlijsting met geprofileerde waterlijst De deur met glazen luifeltje wordt bekroond door een gevelniskapel met Sint-Jozefsbeeld, mogelijk als referentie naar de toenmalige straatnaam (Sint-Jozefsstraat). Het schrijnwerk werd vernieuwd naar oud model. De fries vertoont afwisselend eenvoudige spiegels en steigergaten.