Serristenwoning met kleine voortuin, uit de eerste bloeiperiode van de druiventeelt. De woning werd in 1907 kadastraal geregistreerd als 'nouvelle construction' met broeikassen in opdracht van Bernardus Cools-Dietrich en Karel Dietrich, wisselagent. Het pand vertoont een zekere gelijkenis met Losweg 1 te Overijse.
Vrijstaande woning van twee traveeën en twee bouwlagen afgedekt door haaks in elkaar gewerkte, deels afgewolfde zadeldaken. Het geheel werd opgetrokken met de typische combinatie van een venstertravee in de vorm van een sterk uitspringende puntgevel links en een deurtravee met lijstgevel rechts. De gevels aan de straat zijn gecementeerd met schijnvoegen, waarbij de decoratie zich beperkt tot waterlijsten met een voluutsluitsteen en chutes boven de vensters en guirlandes op de borstweringen, refererend aan 18de-eeuwse stijlelementen. De korfbogige vensters behielden hun schrijnwerk met karakteristieke kleine roedeverdeling in de bovenlichten. De inkom behield de ijzerstructuur van een vroegere glazen luifel. Decoratief uitgewerkte en omlopende houten kroonlijst. Het uitzicht van de rechtse aanbouw sluit hierbij aan. Latere uitbreiding achteraan.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Hoeilaart, 1907/20.