Hoevetje, volgens bewoners deels op de vooroorlogse fundamenten heropgebouwd. Enerzijds wederopbouwarchitectuur grosso modo teruggaand op de regionale hoevebouw zie, opstelling en indeling: naar de straat georiënteerd hoevetje van het langgestrekte type bestaande uit een woongedeelte van drie traveeën, met opkamer aan erfgevelzijde, een paarde- en een koestal, een privaat en een schuurgedeelte met aanleunende varkensstal; achterliggend gekasseid erf, toegankelijk via dito erfoprit; wagenhuis en bakhuis, naar zeggen bijgebouwd in de jaren 1930, respectievelijk ten zuiden en ten oosten; aanplantingen: siertuintje voor het boerenhuis; erf aan straatzijde afgebakend door lugustrum- en doornhaag; boomgaard, ten zuiden; notelaar, ten zuidoosten; materialen: verankerde, donkerrode baksteenbouw; pannen, kort overstekende bedaking; gecementeerde plint; strek en ontlastingsboogjes van gele baksteen respectievelijk boven korfboogdeur en boven rechthoekige vensteropeningen; beluikte kruis- en bolkozijnen echter onder betonnen lateien; schuurpoort onder ijzeren I-balk; arduinen tussenschotten en houten zoldering in koestal. Anderzijds getypeerd door de uitzonderlijke U-vormige plattegrond van het boerenhuis onder markante bedaking. Voormalige barak van het Albertfonds, omgebouwd tot koestal, ten oosten.
Bron: DELEPIERE A.-M., HUYS M. & LION M. 1987: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Ieper, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Lion, Mimi; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)