Vrijstaande tweegevelwoning met traditionele opbouw en indeling, in de getrapte top gedateerd 1899. Door haar rijkere uitwerking verwijst deze woning duidelijk naar de nieuwe status van de druivenkweker in de eerste bloeiperiode van de druiventeelt. Het pand wordt samen met 'broeikassen' kadastraal ingetekend als 'nouvelle construction' in 1900, in opdracht van weduwe Dietrich-Kammans, zonder beroep. Een vergroting achteraan werd geregistreerd in 1907 in opdracht van Andreas Keyaert-Mariën, wijndruifkweker. Het pand vertoont een zekere gelijkenis met Brussselsesteenweg 122 te Overijse, dat eveneens 1899 is gedateerd.

Baksteenbouw van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak met de nok evenwijdig aan de straat. Karakteristieke combinatie van een getrapt inkomrisaliet (drie treden + topstuk) rechts en een venstertravee met lijstgevel links. Het geheel biedt een kleurrijk uitzicht door de decoratieve verwerking van blauwe hardsteen voor de gevelstenen in de vorm van een diamantkop en witgeschilderde baksteen voor onder meer muurbanden en ontlastingsbogen. Bijzonder decoratief zijn de tegelpanelen boven de deur, in de boogvelden van de benedenvensters en op de fries. De vensters zijn overwegend rechthoekig onder een ijzeren I-latei met rozetbouten, bij de bovenvensters op hardstenen lateiconsoles, de benedenvensters worden bekroond door een rondboogveld met diamantkopsluitsteen. Getoogde deur en spitsboogvensters in de getrapte top. Het schrijnwerk werd met uitzondering van de deur vernieuwd.