Serristenwoning opgevat als rijwoning, waarvan het huidige uitzicht vermoedelijk dateert uit het begin van de 20ste eeuw. Op het kadaster wordt de eerste bebouwing op dit perceel geregistreerd in 1878 in opdracht van Joannes-Bapt. Olieslager-Muyldermans, landbouwer; in 1910 is er sprake van een gedeeltelijke afbraak, voortgaande op de mutatieschetsen blijkbaar het gedeelte rechts van de huidige woning, eigenaar op dat ogenblik was Egidius Pay-Olieslagers, wijndruifkweker; mogelijk klimt het huidige uitzicht dus op tot deze periode. Volgens gegevens van Mark Pieters dateert de woning van 1922, maar uit deze periode werden geen mutatieschetsen gevonden.

Serristenwoning in de vorm van een rijwoning van drie traveeën en twee bouwlagen onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De ruw beraapte lijstgevel met dubbelhuisopstand vertoont motieven die duidelijk verwijzen naar de druiventeelt, zoals de wijnranken met druiventrossen boven de deur. De beraping is sterk decoratief uitgewerkt, geblokt met rozetten op de begane grond, hogerop met rechthoekige panelen en een aflijnende rondboogfries. Eveneens geblokt zijn de hoeklisenen die de gevel begrenzen. De rechthoekige muuropeningen zijn gevat in geriemde omlijstingen met rozetten en een pseudowaterlijst met sluitsteen en diamantkopjes; het schrijnwerk werd integraal vernieuwd.