Cottagevilla, kadastraal geregistreerd als 'nieuwe bouwing' in 1916 in opdracht van Hendrik Debecker-Denayer, bediende, en hetzelfde jaar in gebruik genomen. Het ontwerp wordt toegeschreven aan Charles Mariën.

Het betreft hier een serristenvilla onder een gecombineerde pannen bedaking die in zijn geheel een typisch volumespel vertoont dat geaccentueerd wordt door de afwisseling van punt- en lijstgevels en het contrast tussen de bakstenen benedenverdieping op natuurstenen onderbouw en de bepleisterde bovenverdieping met blauw-wit geschilderd imitatievakwerk. De rechthoekige vensters met hardstenen dorpels, op de benedenverdieping in spaarvelden, en al dan niet per twee gekoppeld zijn bekroond door art-nouveaugetinte tegelpaneeltjes in rondboogvelden die omlijst zijn met witte baksteen. Het oorspronkelijke schrijnwerk met kleine roedeverdeling en gehamerd glas in de bovenlichten bleef voor een deel bewaard. De spaarvelden zijn gevuld met lichtere baksteen in sierverband. Omwille van de verhoogde begane grond geeft een steektrap toegang tot de met houtwerk versierde portiek bij de inkom.