Voorbeeld van een serristenwoning met ommuurd en omhaagd voortuintje, uit de eerste bloeiperiode van de druiventeelt. De woning dateert van 1909 en werd in 1910 kadastraal ingetekend als 'nouvelle construction' in opdracht van Theodoor Vanderperren, 'wijndruifkweeker'.

Vrijstaande woning met traditionele opbouw, qua uitzicht aansluitend bij een doorsnee-burgerhuis uit die periode.

Ten opzichte van de straat schuin ingeplante baksteenbouw van drie traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak met twee oeils-de-boeuf. De lijstgevel met enkelhuisopstand wordt gemarkeerd door spaarvelden die zijn afgelijnd door een hardstenen latei op langgerekte consoles, refererend aan een boogfries. De gedrukte rondbogige muuropeningen op hardstenen lekdrempels hebben contrasterende hardstenen sluitstenen en imposten. Ten dele bewaard schrijnwerk. Het geheel wordt bovenaan afgelijnd door een houten kroonlijst op gekoppelde consoles. Klimmende boogfries in de overigens blinde zijgevels.