erfgoedobject

Domein De Bruyn

bouwkundig / landschappelijk element
ID
303039
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/303039

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Domein De Bruyn
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Landhuis De Bruyn kreeg het huidig uitzicht vooral in 1894, bij verbouwingen van een in 1800-1820 gebouwd buitenhuis. In zelfde bouwfase, bouw van dienstgebouw met "orangiehof, remise en stal". Links van het landhuis, rond gebouwtje uit 1867. De kasteelboerderij kreeg haar L-vormig grondplan in de 19de eeuw. Omgeven door park, aangelegd tijdens de tweede helft van de 19de eeuw, in landschappelijke stijl, circa 10 hectare; diverse oude en zeldzame bomen.

Buitengoed op de Chartreuzenberg

Het buitenhuis, volgens het Primitief kadaster eigendom van de weduwe van Lievin De Bruyn uit Leuven, moet gebouwd zijn ergens tussen 1807 en 1820. Op het 'Plan géométrique de la commune de Holsbeek' uit 1807 komt het nog niet voor, maar op de Primitieve kadasterkaart van 1820 staat het ingetekend als "maison de campagne" op ongeveer 150 meter van de voorliggende straat, omgeven door 2,5 hectare "jardin d'agrément". De weduwe De Bruyn bezat op de Chartreuzenberg een min of meer aaneengesloten blok van 51 hectare, waarvan naast een buitenhuis nog elf andere kleine huizen of keuterboerderijtjes met bijbehorende tuintjes deel uitmaakten. Het toponiem Chartreuzenberg geeft een aanduiding van wie vóór 1796 de eigenaar was. Op de kaart van Vander Maelen (1845-1850) en op de kadasterkaart van Popp (1860) wordt het buitenhuis van De Bruyn vereerd met de term "château".

De verbouwingen van het voormalige buitenverblijf, die nog grotendeels het huidige uitzicht van het kasteel bepalen (een sober, witbepleisterd dubbelhuis onder schilddak), dateren vooral uit de jaren 1890. Het nog maar enkele jaren oude dienstgebouwencomplex ten noordwesten van het kasteel werd afgebroken en iets verderop vervangen door het nog bestaande bakstenen gebouw - in de kadastrale legger omschreven als "orangiehof, remise en stal" - met een paar opvallende sierelementen (tegel- en rondboogfriezen). Een ansichtkaart die vermoedelijk dateert uit het begin van de 20ste eeuw, geeft een sfeerbeeld uit die jaren: de noordzijde van het kasteel, bakken en potten met grote oranjerieplanten (Phoenix, Trachycarpus, Agave...), een tuinbeeld (Apollo, Herculus?) en, links van het kasteel, het platte kegeldak van nog bestaande, ronde gebouwtje waarvan de bouw in 1867 werd geregistreerd.

Een van de keuterboerderijtjes of daglonerswoningen langs de Chartreuzenstraat was al in de loop van de 19de eeuw volgens een L-vormig grondplan uitgebouwd tot 'kasteelboerderij'. Het landgoed was op dat ogenblik eigendom van Victor De Bruyn (1858-1931), de voornaamste grootgrondbezitter van Holsbeek (bijna één vierde van het gemeentelijke grondgebied), gedurende nagenoeg een halve eeuw burgemeester, en financier van enkele belangrijke gemeentelijke bouwprojecten (lagere meisjesschool, rusthuis).

De oudste beplantingen

Tot in 1920 was de lusttuin beperkt gebleven tot het Primitieve lusthofperceel (nr. 189). Het grootste gedeelte van het blok landbouwgrond (circa 4 hectare) ten westen van het kasteel (de Primitieve percelen 197 en 198) was reeds rond 1850 omgezet in tuin (moestuin) of - volgens de topografische kaart van 1893 - boomgaard. Het kasteel stond centraal opgesteld, ongeveer op het hoogste punt van de Chartreuzenberg (nabij de hoogtelijn 75), de oostelijke uitloper van het Diestiaan massief dat soms globaal als 'Kesselse Bergen' wordt aangeduid. De aanwezigheid van een watervoerende kleilaag maakte het mogelijk om halverwege tussen de straat en het kasteel een langwerpige vijver aan te leggen, met uiteraard een boogbrugje (met smeedijzeren leuningen). Het park werd ontsloten door een perifere ellips met enkele aftakkingen en lussen, soms aansluitend op het geometrische wegenpatroon in het aanpalende bos op de noorderhelling van de Chartreuzenberg.

De oudste beplantingen komen in dit gedeelte van het park voor. Opvallend is de architecturale heuvel ten noordwesten van het kasteel met vijf bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea') met stamomtrekken tussen 350 en 450 centimeter. De meeste oude bomen bevinden zich echter aan de straatzijde, ten zuiden van het kasteel. De blikvanger bij uitstek is een 30 meter hoge Amerikaanse tulpenboom (Liriodendron tulipifera) op het gazon voor de vijver, met 416 centimeter stamomtrek. In deze zone bevinden zich ook enkele bruine beuken met stamomtrekken tussen 350 en 400 centimeter en enkele bijzonder zeldzame bomen, in de eerste plaats een mispelbladige wintereik (Quercus petraea 'Mespilifolia'), met 325 centimeter stamomtrek de dikste van België, mogelijk een van de eerste die in cultuur werd gebracht (volgens B.K. Boom werd deze in Frankrijk ontstane cultivar vanaf 1843 aangeboden). In dezelfde groep staan er ook een prachtig exemplaar moseik (Quercus cerris) en een gele paardekastanje (Aesculus flava) met respectieve omtrekken van 378 en 245 centimeter. Het merendeel van deze bomen werd waarschijnlijk aangeplant tijdens het derde kwart van de 19de eeuw, onmiddellijk na de overname van het domein in 1854 door notaris Jacques De Bruyn. Vermoedelijk nog ouder – doorgeschoten hakhout? – is de driestammige tamme kastanje (Castanea sativa) niet ver van de inrijpoort, met takken die elk een omtrek van bijna 300 centimeter bereiken.

Het interbellum

Rond 1920 wordt het park door Victor De Bruyn fors uitgebreid in westelijke richting. De oppervlakte 'lusthof ' neemt aldus toe van 2,6 tot bijna 7 hectare en het park krijgt daardoor grosso modo zijn huidige structuur en vorm. Het kasteel neemt in deze nieuwe configuratie een excentrische positie in. De nutstuin en de boomgaard worden ingericht in het grote driehoekige perceel ten zuidwesten van het kasteel (Primitief perceel nr. 202). In het oude parkgedeelte verdwijnt bijna elke rechtlijnigheid en in het nieuwe gedeelte wordt een perifeer slingerpad aangelegd dat aansluit op de rechtlijnige boswegen ten noorden van het park. In het bos, vanaf het Kapellekenspad, tegenover de kapel, wordt een nieuwe toegangsdreef gecreëerd en beplant met beuken, momenteel met stamomtrekken tot 250 centimeter. De bedoeling van De Bruyn om op het ruimere landschap zijn stempel te drukken blijkt ook uit een tweede dreef waarvan ten westen van het eigenlijke park nog restanten voorkomen. In dit westelijke gedeelte van het park komen geen oude bomen voor, met uitzondering van een zilveresdoorn (Acer saccharinum) met 359 centimeter stamomtrek. Een mammoetboom (Sequoiadendron giganteum) met 555 centimeter omtrek zou men ook tot een oudere generatie kunnen rekenen, maar een jong exemplaar dat vlak ernaast in 1953 werd aangeplant en op 45 jaar tijd een stamomtrek bereikte van 282 centimeter en een hoogte van 25 meter, maant tot enige voorzichtigheid bij dit soort van 'dendrochronologische' duidingen.

In 1931 stierf Victor De Bruyn kinderloos. Het goed werd gaandeweg intern verkaveld, zodat het kasteel, de voormalige boerderij, het dienstgebouw... momenteel verschillende eigenaars hebben, wat stilaan tot uiting komt in nieuwe afsluitingen en kavelmarkeringen. Onder de recente aanplantingen zit gelukkig heel wat dendrologisch interessant, minder courant materiaal, ondermeer Acer cappadocicum), rode esdoorn (Acer rubrum), gele trompetboom (Catalpa ovata), grote pagodekornoelje (Cornus controversa), Oost-Aziatische kopkornoelje (Cornus kousa 'Chinensis'), ginkgo (Ginkgo biloba), Perzische eik (Quercus macranthera), scharlakeneik (Quercus coccinea), sequoia (Sequoia sempervirens), zilveresdoorn (Acer saccharinum).

Merkwaardige bomen (Opname 16 juni 1998; vergelijk met de opnamen in het bestand 'Beltrees' onder de nrs. 8960, 8961, 8962, 8963. Stamomtrek standaard gemeten op 150 cm hoogte.)

  • 1. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 388
  • 2. Amerikaanse tulpenboom (Liriodendron tulipifera) 416
  • 3. moseik (Quercus cerris) 378
  • 4. mispelbladige wintereik (Quercus petraea 'Mespilifolia') 325
  • 7. tamme kastanje (Castanea sativa) 364
  • 8. gewone trompetboom (Catalpa bignonioides) 283
  • 9. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 417
  • 10. gewone beuk (Fagus sylvatica) 442
  • 12. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 361
  • 13. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), 363, onderstam 690 (30)
  • 16. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 381
  • 20. tamme kastanje (Castanea sativa), driestammig, oud hakhoutexemplaar, dikste stam 295 (220)
  • 21. gele paardekastanje (Aesculus flava) 245
  • 22. gewone plataan (Platanus x hispanica) 443
  • 25. gewone beuk (Fagus sylvatica) 395
  • 28. gewone beuk (Fagus sylvatica) 382
  • 29. gewone beuk (Fagus sylvatica) 373
  • 42. mammoetboom (Sequoiadendron giganteum) 555
  • 44. zilveresdoorn (Acer saccharinum) 359
  • 45. Oostenrijkse den (Pinus nigra subspecies nigra) 246
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Leggers Holsbeek, artikel 561, nrs. 18 en 19, artikel 912, nr. 172.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen Holsbeek 1894 en 1897/10.
  • Topografische kaarten van België, Herziening derde editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1900-1930, schaal 1:20.000.
  • BAUDOIN J.C., DE SPOELBERCH Ph., VAN MEULDER J. & JACOBS R. 1992: Bomen in België. Dendrologische inventaris 1987-1992, Stichting Spoelberch-Artois i.s.m. de Belgische Dendrologische Vereniging, 385.
  • BOOM B.K. 1982: Nederlandse dendrologie, Veenman & zonen, Wageningen, 130.
  • CRAB P.1987: Kijk Holsbeek, s.l., p. 60-61.
  • SCHEYS G. 1957: Bodemkaart van België: kaartblad Lubbeek 90W, s.l., 34-35.

Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Domein De Bruyn [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/303039 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Gemeente Holsbeek

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.