erfgoedobject

Kloostertuin Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans

bouwkundig / landschappelijk element
ID
303080
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/303080

Juridische gevolgen

Beschrijving

Kloostertuin aangelegd in landschappelijke stijl in 1905-1910, oorspronkelijk bijna 3 hectare, met vijver (relict van oude motte) en grote Lourdesgrot; sinds 1950 sterk ­aangetast door de bouw van een ziekenhuis en de uitbreiding van het schoolcomplex.

Op 24 september 1866 werd het Domini­canes­sen­klooster te Lubbeek plechtig ingewijd door kardinaal Sterckx. Elisabeth Scheys werd aangesteld als priorin; Amelia De Ruyter, eigenares volgens het kadaster, werd onderpriorin. Het nieuwe klooster­domein ontstond uit de samensmelting van een aantal huizen en tuintjes aan de zuidoostelijke rand van het dorpsplein. In de daaropvolgende jaren werden vanuit het Lubbeekse klooster in de omliggende dorpen verschillende bijhuizen gesticht, in combinatie met schooltjes of bejaardentehuizen. Uit de met het klooster verbonden school en pensionaat voor meisjes ('Notre-­Dame du Saint-Rosaire') stamt de huidige school 'Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans'. Naast het onderwijs ontplooiden de dominicanessen activiteiten in de caritatieve sfeer, met name een weeshuis en een tehuis voor bejaarde vrouwen. Rond 1940 werd ook met ziekenzorg begonnen; dit groeide uit tot het huidige ziekenhuis UZ Leuven campus Lubbeek (voorheen kliniek Sint-André).

In 1905 werden drie achterliggende percelen aan het kloosterdomein toegevoegd: het herenhuis van de notarissen Verstraeten en de bijbehorende 'lusthof', een perceel 'hof' en een perceel hooiland. In het herenhuis werden huurkamers ingericht voor welgestelde dames. De voormalige tuin van Verstraeten werd vanaf 1910 samen met enkele percelen hooiland in de kadastrale legger als 'lustgrond' aangeduid, voor een oppervlakte van bijna 3 hectare. De militaire topografische kaart van 1908 geeft een typisch beeld van een tuin in een late landschappelijke stijl, het vlakke, laaggelegen gedeelte ontsloten door een grote ellips, het hellend gedeelte door een afgeknotte sikkel die een vijver omsluit. De vijver was een relict van een grotere vijver met omgracht domein, waarop zich in de late Middeleeuwen het 'Hof van Nethen' bevond; deze motte is nog zichtbaar op de tiendenkaart van de abdij van 't Park en op de Ferrariskaart en is ook op de Popp-kaart nog kadastraal herkenbaar als perceel 64b.

Tegen de kloostergebouwen aan lag een besloten, ommuurde tuin, ongetwijfeld de moestuin. Aan de overzijde van de weg naar Boutersem (die het dorpscentrum in zuidoostelijke richting verlaat) lagen nog andere kloostereigendommen, met name de 'Villa Sainte-Rose', dit is de nog bestaande woning van de aalmoezenier (Dorps­straat 18) met bijbehorende tuin. De twee ansichtkaarten van 'Notre-Dame du Saint-Rosaire' uit het begin van de 20ste eeuw, die een beeld geven van de 'jardin anglais' zoals op een van de kaarten uitdrukkelijk wordt vermeld, moeten in de omgeving van 'Sainte-Rose' gesitueerd worden.

De foto met de metalen boogbrug en de holle weg heeft ongetwijfeld betrekking op deze 'overtuin'; de stafkaart van 1908 geeft daar een overbrugging van de oude kerkring te zien; brug en holle weg verdwenen rond 1950. De foto van de 'jardin anglais' met het getrapte pad, de borstwering van zandsteenknollen en, links, zoiets als een paviljoentje, moet gesitueerd worden in het hoger gelegen gedeelte van 'Sainte-Rose'. De zandsteenknollen vindt men in de grote tuin achter het klooster aan de overzijde van de Dorps­straat terug in de vorm van een nog bestaande, spectaculaire, bijna Gaudiaanse Lourdes­grot.

Door de bouw van het ziekenhuis aan de Binkomstraat in de jaren 1950 en, recentelijk, van een sportzaal voor de school, ging een belangrijk gedeelte van de tuin verloren. Het merendeel van de bomen is waarschijnlijk niet ouder dan 1900 (de periode waarin de kloostertuin werd aangelegd), met uitzondering van een monumentale tamme kastanje (Castanea sativa) en een haagbeuk (Carpinus betulus). Het vlakke, lage gedeelte werd volgepoot met canadapopulieren (Populus x canadensis). In de tuin van 'Sainte-Rose' valt vooral een aantal oude taxussen (Taxus baccata) en reuzenlevensbomen (Thuja plicata) op.

Merkwaardige bomen (Opname 14 mei 1998. Het cijfer in vet geeft de stamomtrek gemeten op 150 cm hoogte.)

In de grote tuin:

  • 2. bontbladige cultivar van gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus 'Leopoldii') 261
  • 5. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 250, onder de ent 362(60)
  • 9. tamme kastanje (Castanea sativa) 418
  • 10. gewone haagbeuk (Carpinus betulus) 266

Bij 'Villa Sainte-Rose', Dorpsstraat 18:

  • 1. reuzenlevensboom (Thuja plicata) 270(30), dikste stam 148.
  • 4. gewone taxus (Taxus baccata) 241(40).
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Legger Lubbeek, artikel 1032 en 2170.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschets Lubbeek, 1868/21, 1870/16, 1875/14, 1879/14, 1883/9, 1885/16, 1895/6, 1901/17, 1908/55.
  • SCHEYS K. 1999: Het klooster, Lubbeek Sint-Martinus. Cataloog tentoonstelling 11 tot 19 september 1999, Lubbeek, 56.
  • HALFLANTS J. e.a. 1978: Algemeen overzicht van de gemeenten Binkom, Linden, Lubbeek, Pellenberg, s.l., 12.
  • HALFLANTS J. 1990: Oost-Brabant, kennismaking met Lubbeek, Leuven, 22-23.

Bron: DENEEF R. 2002: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant: Holsbeek, Lubbeek en Tielt-Winge, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo; Halflants, Jacques
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kloostertuin Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/303080 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.