is deel van de aanduiding als vastgesteld gebied in de landschapsatlas Heide, vennen en bovenloop van de Abeek
Deze vaststelling is geldig sinds
De Kolisbergen zijn stuifduinen, die grotendeels laat-glaciaal zijn (ongeveer 14.000 jaar geleden). De wind kwam overwegend uit het westen en deed plaatselijk zand tot landduinen opwaaien (Capals e.a. 2012; 20). Een tweede periode van duinvorming vond plaats sinds ongeveer 1000 v.C. onder invloed van de mens. Door overbegrazing van de vegetatie kreeg de wind op de zandbodems vrij spel met nieuwe duinvorming tot gevolg (Bats 2001, 109). Door opeenvolgende herwerkingen ontstond een duinengordel die zich van west naar oost uitstrekte, grosso modo tussen Hechtel en Maaseik. Fragmenten van deze duinengordel zijn bewaard gebleven, o.a. in Opglabbeek met de Oudsberg en de Kolisbergen in het brongebied van de Abeek in Meeuwen-Gruitrode.
Op de rand van het stuifduingebied en het oude akkerland van het straatgehucht Gestel stonden houtkanten of kleine bosjes die het instuivend van zand vanuit de Kolisbergen op de Gestelse akkertjes moesten tegenhouden (Gereduceerd kadaster). Precies op de plaats waar het gereduceerd kadaster (1845) een lijnvormig bosje op de rand met het akkergebied karteert, komt nu de hoogste duin voor. Het is begroeid met eiken. De vegetatie had tot doel de zandverstuivingen te fixeren en te beletten dat het zand het akkergebied zou bedekken.
In de loop van de 19de eeuw werden daar in de omgeving nog meer dennen aangeplant tegen instuivend zand vanuit de heide (Burny 1999, 33). Het bosje dat in de volksmond het Ouwe bos wordt genoemd, werd tussen 1872-1884 eerst uitgebreid, tegen 1933 gekapt om in de jaren 1960 opnieuw aangeplant te worden (historisch topografische kaarten).
Auteurs: Verboven, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)