Herenboerenparkje, landhuis en dienstgebouwen, uit midden 19de eeuw met latere wijzigingen en oudere kern.
Het goed, waaraan eertijds een stokerij was verbonden, is begrensd door de Lagestraat ten zuiden en ten oosten, de Hoogstraat ten noorden en landerijen en boomgaard ten westen. Het is deels omhaagd met gewone taxus en in de noordoostelijke hoek ommuurd in functie van de moestuin. De toegang tot het parkje gebeurt vanaf de Lagestraat tussen twee vierkante pijlers van baksteen met gecementeerde sokkel en kapiteel met deksteen van blauwe hardsteen. Het inrijhek van giet- en smeedijzer heeft zwartgeschilderde vierkante stijlen en makelaar met witgeschilderde acanthusknop, platte onder-, midden- en bovenregels, ronde onderspijltjes en spijlen met witgeschilderde lanspunten. De witgekalkte bakstenen muren hebben een afdekking van recente pannen. Het eenvoudig parkje ligt ten zuiden van het huis en bestaat uit een afhellend grasveld met een waterpartij op het laagste punt, een bomengordel en een rondweg. Op de Ferrariskaart (1771-1778) staat het goed aangegeven als een U-vorm, ten westen aan de rand van het dorp, ligging die tot vandaag is bewaard.
Op het Primitief kadasterplan van 1824 ziet men een U-vorm en een alleenstaand gebouw die met gearceerde volumes zijn verbonden, wat we interpreteren als de tussen 1824 en 1844 (de hervatting van het kadaster) gegroeide toestand naar een gesloten configuratie. Perceel 379 is in de legger van 1844 als huis genoteerd en het nr. 80 als branderij; nr. 381 is een 'plaisirtuin' van 41 a 20, eindigend op een rechthoekige 'vijver als plaisirtuin' (nr. 384), nr. 382 is een tuin, nr. 383 is een kapel, nr. 385 een bakhuis, nr. 386 en 401 zijn boomgaarden. Joseph Livinus Van Hamont, burgemeester van Vorsen, bezit ook een windmolen en meer dan 26 ha landbouwgrond in deze gemeente. Een uitbreiding van de gebouwen, geregistreerd in 1845 nam het tracé van de Lagestraat in, die toen nog naast de gebouwen liep. In 1849 werd het ganse perceel 371 bij het goed betrokken en de rechthoekige waterpartij in het park (perceel 384) werd een ovale vijver. Vermoedelijk kreeg het parkje toen ook zijn huidig aanschijn. De kapel verloor in 1866 haar functie en werd een landgebouw waarvan de sloping in 1886 werd genoteerd. De gebouwen ondergingen in 1892 nog wijzigingen. De familie van Hamont, die eveneens een boerderij-stokerij bezat in Donk (Herk-de-Stad), bleef er tot vandaag eigenaar van.
- Kadasterarchief Limburg, Kadastrale legger, 1844.
- Kadasterarchief Limburg, Mutatieschets 1845/2, 1849/12, 1866/7 en 1892/2.