Vakantiehuis in cottagestijl met naastgelegen duiventil, opgetrokken in opdracht van Elie Roidot-Galindo, in 1902 in een ommuurde tuin met landschappelijke aanleg.

Historiek

De villa en de duiventil dateren van circa 1902. Na de verkoop in 1912 aan de Naamloze Maatschappij Compagnie Internationale d’édition et de publicité uit Brussel werd het pand uitgebreid. Aan de straatgevel werd een erker van twee bouwlagen toegevoegd om dienst te doen als inkompartij. De woning werd op hetzelfde ogenblik aan de achterzijde uitgebreid met een rechthoekige uitbouw van twee bouwlagen met een tentdak en een verbindingsvleugel naar de duiventil. Het huis werd toen via een galerij verbonden met het pand Constant Bauneweg 8 dat in 1913 gebouwd werd, eveneens in opdracht van de Naamloze Maatschappij Compagnie International d’édition et de publicité.

Beschrijving

Samen met het naastliggende pand vormt de cottagevilla een interessant geheel van twee weekendhuizen uit het begin van de 20ste eeuw in een landelijke omgeving. Witgeschilderde bakstenen villa in cottagestijl op complexe plattegrond in een omgevende tuin.

De fantasierijke villa heeft als kern het meest westelijke volume uit 1902, bestaande uit drie traveeën en twee bouwlagen onder een pannendak, met de nok evenwijdig met de straat en een zinken dakbekroning. De witgeschilderde muren waren vermoedelijk oorspronkelijk niet geschilderd; een overschildering gebeurde wellicht om de verbouwingen uit 1912 te maskeren. De rechter travee werd uitgewerkt als een trapgevel met oculus in de geveltop, de andere twee als lijstgevel. Alle muuropeningen in het dubbelhuis hebben hardstenen lateien.

In de rechter travee werd op de verdieping een loggia met art-nouveautegeltableaus ingericht. De rechthoekige loggia is afgesloten door een houten hek, typerend voor de cottagestijl. De tegeltableaus tegen de wanden verbeelden het landelijke leven door twee meisjes, één bloemen plukkend in een tuin, een tweede met een hond tegen een achtergrond van bergen. De tableaus komen mogelijk uit het atelier van Guillaume Janssens uit Sint-Agatha-Berchem, die actief was van omstreeks 1906 tot omstreeks 1923. De stijl is typisch voor dit atelier en de taferelen sluiten nauw aan bij de tableaus in de eigen woning van Guillaume Janssens. Indien de toeschrijving correct is, zou dit mogelijk één van de vroegste realisaties van het atelier zijn. Het is ook mogelijk dat het zonneterras werd gerealiseerd door de nieuwe eigenaar na 1912 wanneer ook andere werken aan het huis werden uitgevoerd. Het is namelijk de enige muuropening met een metalen latei.

De centrale travee kreeg in 1912 de twee verdiepingen tellende driezijdige, bakstenen erker, toen bedoeld als portaal. Tegelijkertijd werd tegen de achtergevel van de villa een rechthoekige uitbouw van twee bouwlagen met een tentdak gerealiseerd. De vensters in deze uitbreiding zijn segmentboogvormig. Naar verluidt zou het interieur zeer sober zijn, wat aansluit bij het initiële gebruik van de woning als vakantiewoning.

Ten noordoosten van de villa staat een duiventil uit 1902 op rechthoekig plattegrond van twee bouwlagen onder een met pannen belegd zadeldak met nok haaks op de straat. De vensters op de eerste en tweede bouwlaag zijn segmentbogig; in de geveltop een rondbogige laaddeur. In 1912 werden villa en duiventil met elkaar verbonden door een aanbouw van twee bouwlagen; de duiventil verloor daarbij zijn originele functie en werd bij de woning betrokken.

De tuin werd aangelegd in landschappelijke stijl, passend bij de cottagestijl van de woning. De met gras begroeide delen van de tuin worden afgewisseld met bloemenperken en zones met heesters, aan de randen omzoomd met bomen. De tuin is aan straatzijde door een bakstenen muur tussen vierkante pijlers afgescheiden, ter hoogte van de woning geopend met een dubbel smeedijzeren hekken, en verder gezet door een smeedijzeren afsluiting met spijlen tussen het hek en de tuin van nummer 8.