Art-decoburgerhuis gelegen op het einde van de enige aaneengesloten gevelwand van het Herman Teirlinkplein. Het pand vormt de overgang naar het beschermde ‘beukenlandschap’.

Hoekpand mogelijk met een oudere kern of herbouwd op bestaande voetafdruk. De bouwdatum noch de bouwheer konden kadastraal bepaald worden. Vermoedelijk werd tijdens het interbellum een nieuwe gevel in art-deco-stijl opgetrokken. Het bakstenen pand telt drie ongelijke traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel met de straat). De rode bakstenen lijstgevel in art deco wordt verlevendigd door de vooruitspringende erker en de horizontale gepleisterde banden die de bouwlagen markeren. De erker loopt uit op een dakvenster met gebogen fronton. De originele voordeur bleef bewaard, met paneelwerk en een ruit met houten roedeverdeling en met fraaie art-decodeurklink. Boven de voordeur zit een ovaal bovenlicht. Alle andere muuropeningen zijn rechthoekig en kregen nieuw schrijnwerk. De vrije rechter zijgevel in rode baksteen is volledig blind, maar werd afgewerkt als een volwaardige gevel met een fraaie topafwerking bestaande uit een trapmotief en een gebogen fronton geflankeerd door twee pinakels.