Het Centrumhotel, teruggaand tot de eerste helft van de 19de eeuw, is prominent gelegen in het centrum van Beersel en zichtbaar van op het Herman Teirlinckplein.

Het Centrumhotel werd opgetrokken in 1839 voor Petrus Mary; in 1925 (kadastrale registratie) werd het in opdracht van J. Deneyer vergroot tot het huidige volume van acht traveeën en twee bouwlagen onder doorlopend pannen schilddak met twee dakkapellen.

Het vrijstaande dubbelhuis heeft een gepleisterde lijstgevel die horizontaal geleed is door de geschilderde plint, de doorgetrokken onderdorpels van de bovenvensters en de overstekende kroonlijst. De gevel werd gepleisterd met imitatievoegen en witgeschilderd en heeft een zeer sober neoclassicistisch voorkomen. De rechthoekige muuropeningen ritmeren de gevel in regelmatige traveeën. De voordeur zit in de derde travee en is geaccentueerd door de hardstenen omlijsting met uitgewerkte latei. In hetzelfde materiaal werden de dorpels, lateien op de benedenverdieping en lekdrempels op de bovenverdieping uitgevoerd. De linker zijgevel is drie traveeën breed en heeft eenzelfde afwerking als de voorgevel, met rechthoekige vensters en doorlopende onderdorpels op de verdieping. Het schrijnwerk werd overal vernieuwd.

De aanbouw rechts werd eind 20ste eeuw vervangen door nieuwbouw. Links op het perceel en achterin een reeks gerenoveerde éénlaagse bijgebouwen.