Burgerhuis in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1899 opgetrokken in opdracht van Francis Daenen-Gincé, 'commis' van beroep. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning twee bouwlagen onder een mansardedak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met bossage op de begane grond en een paneeldecor op de verdieping, rust op een bewerkte plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst, leggen een balkon met consoles en gebuikt ijzeren hek en de dakkapel de klemtoon op de middenas. Verder regelmatig compositieschema met rechthoekige muuropeningen op de begane grond, en rondboogvensters met diamantkopsleutel, waterlijst en doorgetrokken imposten op de bovenverdieping. Klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen, tandlijst en consoles. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur, vensters en dakkapel is bewaard, evenals de gietijzeren voetschraper.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1899#361.