Burgerhuis in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1893 gebouwd in opdracht van de heer P.J. Mutsaarts. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een later toegevoegde pseudo-mansarde. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met bossage op de begane grond, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een loggia op consoles, met doorgetrokken balustrade en composiete zuilen, die wordt bekroond door een balkon met smeedijzeren borstwering tussen postamenten. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig compositieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters in geriemde omlijsting met oren, het loggiavenster met sluitsteen. Een klassiek hoofdgestel met een houten kroonlijst op consoles vormt de gevelbeëindiging; houten dakkapellen met driehoekig fronton. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals d smeedijzeren keldertralies.