Geheel van tien gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl, in twee fasen voor eigen rekening opgetrokken door de aannemer Eduard Bernaerts. Als eerste kwamen in 1895 de nummers 60 tot 66 tot stand, als een symmetrisch geheel van vier woningen. In 1896 volgden de nummers 48 tot 58 al een symmetrisch geheel van zes woningen. Aan Bernaerts kunnen in Antwerpen op basis van bouwdossiers activiteiten als aannemer worden toegeschreven tussen begin jaren 1880 en begin jaren 1900. Op 20 jaar tijd zette hij met name in deze wijk zowat 25 van dergelijke vastgoedprojecten op, goed voor een honderdtal woningen. De huizenrij in de Boudewijnsstraat is een representatief voorbeeld van de oorspronkelijke neoclassicistische bebouwing in deze wijk, die grotendeels uit de jaren 1880 en 1890 dateert.

Beide gehelen volgen een zelfde opbouw, waarbij de woningen volgens repeterend schema worden gekoppeld. De twee middenpanden van elk ensemble (nummers en 52-54 en 62-64) krijgen telkens een lichte klemtoon in de compositie, door een hogere kroonlijsthoogte en/of een verrijkt stucdecor. Verder behoren alle panden tot hetzelfde type burgerhuis. Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels, met bossage op de begane grond, rusten op een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie telkens de klemtoon op de middenas. Deze laatste wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met consoles en ijzeren borstwering. Verder beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van overwegend rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters in geriemde omlijsting met oren en onderdorpel, het centrale venster veelal met sluitsteen. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging.

Nummers 60-66 zijn zo goed als intact inclusief het houten schrijnwerk van deuren en vensters, de smeedijzeren keldertralies en de gietijzeren voetschrapers. Enkel de inkomdeur van nummer 60 is vernieuwd. Nummers 48-58 ondergingen meerdere, bepekte wijzigingen. Intact zoals hierboven beschreven zijn enkel de nummers 56 en 58. Van nummer 48 is de gevelbepleistering verwijderd en de inkomdeur vernieuwd, van nummers 50 en 52 zijn de balkons verwijderd, van nummer 54 is de inkomdeur vernieuwd.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.